CBP adviseert over Cybercrime Verdrag
Het College bescherming persoonsgegevens heeft minister Donner geadviseerd over het ontwerp wetsvoorstel Cybercrime. Het voorstel beoogt uitbreiding en aanscherping van het strafrecht ten aanzien van computercriminaliteit en geeft politie en justitie nieuwe bevoegdheden voor de opsporing van misdrijven.
Het ontwerp wetsvoorstel loopt vooruit op de inwerkingtreding van Cybercrime verdrag. Nederland ondertekende het Cybercrime verdrag in november 2001. Dit Verdrag van de Raad van Europa is in totaal door 33 landen ondertekend en treed op 1 juli van dit jaar in werking. Alleen de parlementen van Albanië, Kroatië, Estland, Hongarije, Litouwen en Roemenië hebben het verdrag al goedgekeurd. De belangrijkste delen van het verdrag zijn reeds door Nederland geïmplementeerd in eerdere wetgeving zoals de Wet computercriminaliteit, de aftapverplichtingen uit de Telecommunicatiewet, de Wet vorderen gegevens telecommunicatie en de Auteurswet.
Het Cybercrime Verdrag stelt een aantal vormen van criminaliteit op computer- en elektronische netwerken, waaronder internet, strafbaar (zoals bijvoorbeeld hacking of illegaal afluisteren). Daarnaast verplicht het verdrag onder andere tot het ontwikkelen van instrumenten om elektronische netwerken te gebruiken bij de bestrijding van criminaliteit. Het CBP uit in het advies zijn zorgen over de samenhang met andere wetgeving.
Het CBP is van mening dat het Cybercrime Verdrag in Nederland maatgevend dient te zijn voor het opsporen van criminaliteit waarbij elektronische netwerken (met inbegrip van private en openbare telecommunicatienetwerken) worden gebruikt, alsmede het vergaren van elektronisch bewijsmateriaal. Het CBP adviseert de Minister daarom zowel bestaande als in voorbereiding zijnde bevoegdheden die het Cybercrime Verdrag te buiten gaan, alsnog aan te passen. Aanvullende bevoegdheden kan de Nederlandse wetgever niet zonder meer in stand laten. Daarnaast adviseert het CBP de Minister de sectoren, en met name de telecommunicatiesector, grondig voor te lichten over het geheel van verplichtingen bij inwerkingtreding van dit wetsvoorstel.
Het CBP vraagt de minister uitdrukkelijk uitspraak te doen onder welke categorie van gegevens een opgeslagen en ongeopend e-mail bericht bij een internet service provider valt. Het is volgens het CBP niet in te zien waarom kennisneming door politie en justitie van een e-mailbericht in opgeslagen vorm met andere waarborgen zou dienen te zijn omgeven dan wanneer datzelfde bericht zou worden onderschept tijdens het aftappen. Ook wil het CBP dat verkeersgegevens op gelijke wijze beschermd worden als de inhoud van communicatie. Verder adviseert het CBP inbreuken op vertrouwelijke communicatie over besloten, niet-openbare netwerken op gelijke wijze strafbaar te stellen als die middels openbare netwerken.
- Advies conceptwetsvoorstel Aanpassing aan het Cybercrime Verdrag (12.05.2004) http://www.cbpweb.nl/downloads_adv/z2004-0287.pdf
- Eerder artikel over het Wetsvoorstel Cybercrime in de BOF nieuwsbrief (03.03.2004) http://www.bof.nl/nieuwsbrief/nieuwsbrief_2004_5.html
Dit artikel is automatisch geconverteerd uit het oude archief van nieuwsbrieven van Bits of Freedom.