Spambeleid: opt-in voor zakelijke adressen
In een brief aan de Tweede Kamer heeft minister Brinkhorst aangekondigd dat hij met voorstellen zal komen om de opt-in regeling voor spam te verbreden. De bestaande opt-in verplichting die geldt voor elektronische berichten aan particulieren zal ook gaan gelden voor berichten aan bedrijven. Het voorstel is het gevolg van een mislukte poging tot zelfregulering door VNO-NCW.
Het spamverbod uit artikel 11.7 van de Telecommunicatiewet verplicht de verzenders van e-mail en sms met commerciële, ideële of charitatieve doeleinden eerst toestemming te vragen aan de ontvanger. Het artikel geldt echter alleen voor particulieren en niet voor zakelijke e-mail adressen. Ten tijde van de behandeling van de wet in de Tweede Kamer in 2003 kregen Kamermoties om de bescherming ook voor zakelijke adressen te laten gelden, nog niet genoeg steun. Wel werd een afgezwakte motie aangenomen waarin de minister werd gevraagd “initiatieven te nemen waardoor ook voor bedrijven ten aanzien van spam het opt-in regime zal gelden”. Werkgeversorganisaties VNO-NCW wist de Kamer ervan te overtuigen dat een opt-in regeling voor zakelijke adressen ongewenst was: “Ondernemingen blijven echter wel degelijk ook graag ongevraagde elektronische post ontvangen van hun collega-ondernemers”.
Brinkhorst wil een compromis voorstellen waarbij bedrijven een speciaal e-mail adres bekend kunnen maken waarnaar ongevraagde aanbiedingen mogen worden verstuurd. “Dit laatste kan in mijn ogen worden aangemerkt als een voorafgaande toestemming (maar dan van algemene aard en beperkt tot bepaalde adressen) en derhalve als opt-in”, aldus de minister in zijn brief.
Brinkhorst had VNO-NCW de tijd gegeven om de ontbrekende opt-in voor zakelijke adressen te ondervangen met een gedragscode voor business-to-business berichten. Over het resultaat is de minister echter niet tevreden. “VNO-NCW heeft hier veel energie in gestoken en is gekomen met een voorstel dat voor hun achterban het maximaal haalbaar compromis was. Voor mij stuit dit eindresultaat echter nog op te veel bezwaren, zowel inhoudelijk als voor wat betreft draagvlak, bereik en handhaving. Het pad van zelfregulering leidt in mijn ogen niet tot een aanvaardbare invulling van de motie. Daarom heb ik gekozen voor een wetgevingstraject.”
Met zijn brief komt Brinkhorst een eerdere toezegging na om aan de Kamer te rapporteren over de handhaving van het opt-in regime. Maar nergens in de brief wordt melding gemaakt van obstakels of problemen in de handhaving. Daarom is het ook onduidelijk of de minister met de uitbreiding van de opt-in regeling mogelijk een handhavingsprobleem wil oplossen. In het debat over het spamverbod is vaak het argument genoemd dat het in de praktijk heel moeilijk is om aan een e-mail adres te herkennen of het van een particuliere of zakelijke gebruiker is. Een uitbreiding van de opt-in lost dat handhavingsprobleem op.
Brinkhorst verwacht dat binnenkort de eerste spammers een boete zullen krijgen. “OPTA heeft een aantal ver gevorderde procedures lopen en ik reken erop dat voor het eind van dit jaar enkele boetebesluiten bekendgemaakt kunnen worden.”
De brief gaat verder in op voorlichting aan internetgebruikers en Europese samenwerking. Ook overleg met de inmiddels opgeheven stichting Spamvrij komt aan de orde.
- Brief Brinkhorst: ‘Spambeleid: Stand van zaken december 2004’ (20.12.2004) http://www.bof.nl/docs/4073637-vtk.pdf
Dit artikel is automatisch geconverteerd uit het oude archief van nieuwsbrieven van Bits of Freedom.