ID-plicht leidt tot 3300 boetes
In de maand januari hebben 3300 personen een boete gekregen voor het niet kunnen tonen van een geldig identificatiebewijs. Volgens het Openbaar Ministerie vinden de controles vooral plaats in specifieke omstandigheden. “Controle van de identiteitsdocumenten zal dan ook vooral aan de orde zijn bij onrust of dreigend geweld, zoals bijvoorbeeld ‘s nachts in uitgaansgebieden. Ook in situaties waarbij gevaar voor ordeverstoring aanwezig is, zoals bij voetbalwedstrijden, kan de politie controle van de identiteit uitvoeren”, aldus een bericht van het OM.
In de praktijk leidt de identificatieplicht echter vooral tot strafverzwaring. Wie zonder licht fiets en geen ID bij zich draagt, krijgt twee boetes. Het OM wil met de boetes vooral een voorbeeld stellen. “De hoofdregel voor het Openbaar Ministerie is dat er weinig ontsnappingsmogelijkheden zijn voor mensen die geen identiteitsbewijs bij zich dragen. Er is geen recht op een coulante behandeling, omdat dan op den duur de waarde van de identificatieplicht voor de rechtshandhaving wordt ondergraven.”
Personen zonder identificatiebewijs worden meegenomen naar het politiebureau waar zij, na controle, kans lopen nog een extra boete te krijgen. “Degene die geen identiteitsbewijs bij zich draagt, neemt het risico dat hij een boete krijgt opgelegd. Degene die zich èn niet kan identificeren èn een valse naam of valse adresgegevens opgeeft wordt vervolgd voor beide strafbare feiten.”
Wanneer de huidige trend zich voortzet, zullen aan het einde van het jaar bijna 40.000 boetes op basis van de identificatieplicht worden uitgedeeld. Daarmee schept de identificatieplicht een grote, nieuwe groep wetsovertreders.
Sinds de invoering van de identificatieplicht bestaat bij verzorgers van verstandelijk gehandicapten en demente bejaarden onduidelijkheid over de uitvoering van de nieuwe wet. De verzorgers aarzelen of ze de patiënten hun paspoort mee moeten geven. Uit Kamervragen van de SP blijkt dat de verzorgers het meegeven van een paspoort “in veel gevallen met het oog op het verantwoordelijkheidsgevoel en veiligheid van deze mensen niet verantwoord vinden.”
Minister Donner wil echter geen uitzonderingen maken. Wie geen paspoort bij zich kan dragen, hoort niet op straat thuis. “Het is minder goed voorstelbaar dat een persoon in een zodanige staat verkeert dat verzorgers hem geen identiteitsbewijs kunnen meegeven, maar betrokkene wel onbegeleid over straat laten gaan.”
Bovendien zorgt de identificatieplicht ervoor dat de demente bejaarden niet kunnen verdwalen. “Indien zij worden aangetroffen, kan de politie hen snel teruggeleiden.” Donner voert nog aan dat het niet de bedoeling is om bejaarden en patiënten een boete op te leggen in dergelijke gevallen. “Hierbij kan worden gedacht aan gevallen waarin het identiteitsbewijs later op het politiebureau wordt aangereikt.” Met andere woorden: wie dement op straat loopt, eindigt altijd op het politiebureau.
- Kamervragen met antwoord 2004-2005, nr. 796, Tweede Kamer (20.01.2005) Vragen van het lid De Wit (SP) aan de minister van Justitie over de consequenties van de identificatieplicht voor kwetsbare groepen in de samenleving. http://159.46.248.3/extern/documentportal/Kamerantwoorden/20050120_A%202040506080%20Identificatieplicht.doc
OM: 3300 keer geen identificatie op zak (02.02.2005) http://www.om.nl/info/nieuws.php?p=pg&id=4358
Dit artikel is automatisch geconverteerd uit het oude archief van nieuwsbrieven van Bits of Freedom.