Wet politiegegevens aangenomen door Tweede Kamer
De Tweede Kamer heeft de Wet politiegegevens aangenomen. De wet is een herziening van Wet politieregisters en regelt de mogelijkheden voor de verwerking van persoonsgegevens door de politie. Zowel de mogelijkheid binnen de politie gegevens te gebruiken en hergebruiken als de mogelijkheid gegevens aan derden te verstrekken wordt verruimd. De wet heeft betrekking op alle persoonsgegevens die door de politie worden verwerkt, waaronder gegevens van degenen die betrokken zijn bij openbare ordeverstoringen, overlast melden, verdacht zijn, aangifte doen of om hulp vragen.
De duur dat gegevens binnen de politie beschikbaar zijn wordt met de wet verlengd. “Zo zijn gegevens die worden verwerkt voor de uitvoering van de dagelijkse politietaak voortaan een jaar lang binnen de politie vrij beschikbaar om ze, waar mogelijk, met elkaar in verband te kunnen brengen. Dit geldt ook voor gegevens over personen die (nog) niet worden verdacht van een strafbaar feit. Daar staat nu een -vaak te korte- termijn van vier maanden voor”, zo meldt het persbericht van het ministerie van Justitie. Dat betekent niet dat de gegevens na dit jaar worden verwijderd. Naast de verwerking in het kader van de dagelijkse politietaak cre?ert de wet een aantal mogelijkheden voor gerichte verwerking van beschikbare gegevens. Het kan dan gaan om gerichte zoekacties in politiebestanden naar aanleiding van misdrijven, maar de wet biedt met artikel 10 ook grondslag voor permanente gegevensverwerking met als doel “de opbouw van de informatiepositie”. Artikel 11 geeft verder een bevoegdheid tot “geautomatiseerd vergelijken en in combinatie zoeken”, kort vertaald datamining. De scheiding tussen politie en de AIVD lijkt hiermee te vervagen.
Zoals gezegd biedt de wet ook ruimere mogelijkheden voor de verstrekking van gegevens aan derden. Zo’n verstrekking wordt mogelijk in het geval van een ?zwaarwegend algemeen belang?. Hier moet volgens het persbericht van justitie gedacht worden aan “instanties die betrokken zijn bij de lokale aanpak van jeugdcriminaliteit of van huiselijk geweld, zoals hulpverleningsinstellingen” en “ook aan woningbouwverenigingen en winkeliers”.
Het College Bescherming adviseerde eerder negatief over de verruimde mogelijkheden van het gebruik van gegevens van onverdachte burgers: “Het op grote schaal en voortdurend verwerken van gegevens over onverdachte personen in het kader van de zogenaamde themaverwerkingen gaat naar het oordeel van het CBP te ver. Ook de voorgestelde bewaartermijnen voor gegevens zijn veel te lang.”
Gezien de hoeveelheid aandacht voor de omgang van justitie en politie met hun gegevensbestanden is het opmerkelijk hoe weinig aandacht de nieuwe wetgeving in de media heeft gekregen. Daarnaast staat de wetgeving zeker niet op zichzelf. Op 1 januari 2006 trad de Wet bevoegdheden vorderen gegevens in werking. Deze wet geeft justitie en politie een ruime algemene bevoegdheid gegevens te vorderen bij strafrechtelijk onderzoek. Zo werden onlangs in Vught de gegevens van alle bezoekers van de bibliotheek op een bepaalde dag opgevraagd in verband met een overval op een nabijgelegen juwelier. De Wet politiegegevens gaat de politie nu meer armslag geven de groeiende hoeveelheid beschikbare gegevens te benutten. In Europees verband wordt daarnaast ook nog gewerkt aan een kaderbesluit dat de uitwisseling van politiegegevens tussen lidstaten gaat vergemakkelijken.
- Nieuwe regels voor verwerking persoonsgegevens (27.06.2006) http://www.minjus.nl/pers/persberichten/archief/Archief_2006/60627Nieuwe_regels_voor_verwerking_persoonsgegevens.asp
- Advies over Wet politiegegevens: uitbreiding bevoegdheden vereist ook waarborgen (01.09.2004) http://www.cbpweb.nl/documenten/adv_z2004-0467.shtml
- Dossier Wet politiegegevens Eerste Kamer http://www.eerstekamer.nl/9324000/1/j9vvgh5ihkk7kof/vh9klc84tciu
Dit artikel is automatisch geconverteerd uit het oude archief van nieuwsbrieven van Bits of Freedom.