Het vrije internet: kabinet snapt er helaas niets van, PvdA biedt hoop
- 13 april 2010
Van het demissionair kabinet mogen providers diensten en websites blokkeren. Het PvdA is juist voor een open en vrij internet. Dat bleek uit een recent overleg van de vaste commissie voor Economische Zaken over netneutraliteit. Wat vinden de politieke partijen die meededen aan het overleg over het ongefilterde internet?
Dit is een bijdrage van Ewald Tienkamp.
Demissionair minister Van der Hoeven (CDA) van Economische Zaken verduidelijkt het standpunt van het ministerie. Volgens de minister kan je niet verwachten dat een internetabonnement alles omvat: als je meer websites wilt bezoeken, dan betaal je ook meer. Providers moeten volgens het kabinet dus de gelegenheid hebben om naar eigen inzicht delen van het internet te blokkeren. Vorige maand deed Van der Hoeven vergelijkbare uitspraken.
Van Dam (PvdA) is daarentegen fel tegen het opwerpen van internetblokkades. Providers zouden niet het recht moeten hebben om klanten van bepaalde diensten of websites af te sluiten. Bovendien moeten providers zich niet bemoeien met wat een internetgebruiker op internet doet. Als een provider diensten afsluit omdat die concurreren met zijn eigen diensten, is “het einde zoek”.
Elias (VVD) zou de markt het liefst laten besluiten of zij diensten en websites blokkeren. De VVD pleit net zoals het kabinet dus slechts voor transparantie: providers hoeven aan hun klanten alleen maar duidelijk maken dat zij blokkades opwerpen. De VVD constateert dat klanten soms vragen om het filteren van internetverkeer als bescherming tegen “virussen en dergelijke”.
Gerkens (SP) heeft een iets gematigder standpunt. Haar fractie is erg blij dat netwerkneutraliteit bij Economische Zaken hoog op de agenda staat. Zij uit haar zorgen over “het spanningsveld van netneutraliteit versus netveiligheid”. Mits onder het mom van veiligheid, mogen providers filteren. Het probleem is, dat die term “internetveiligheid” van alles kan omvatten, waaronder het voorkomen van de verspreiding van auteursrechtelijk beschermd materiaal.
Een vrij en open internet is een fundament van onze maatschappij. Providers zouden innovatieve diensten, zoals internettelefonie, of websites, zoals YouTube, dus niet mogen blokkeren. Het kabinet is demissionair en het overleg is aan de oppervlakte gebleven. Van der Hoeven en Van Dam merken terecht op dat pas echt gedebatteerd zal worden over netneutraliteit tijdens de discussie over de nieuwe Telecomwet. Die zal pas na de verkiezingen worden gepubliceerd. Ondertussen moeten we ons blijven inzetten voor digitale vrijheid in verkiezingsprogramma’s.
Afbeelding van kevinspencer, “To the Internets”, uitgebracht onder een Creative Commons Attribution 2.0 Generic licentie.