Vervolging om nieuwsbericht illustreert probleem censuurknop
- 05 augustus 2010
Journalist Bert Brussen heeft van het Openbaar Ministerie het verzoek gekregen een nieuwsbericht van zijn blog te verwijderen. Maar kan Bert Brussen zich niet beroepen op de persvrijheid? De affaire illustreert duidelijk het probleem van de censuurknop die Hirsch Ballin laatst lanceerde.
Bert Brussen publiceerde op zijn blog een nieuwsbericht. In dat nieuwsbericht nam hij een tweet op, waarin iemand Wilders met de dood bedreigde. De titel van zijn bericht luidde: “Wilders met de dood bedreigen doe je zo”.
Het Openbaar Ministerie vervolgt nu niet alleen degene die de tweet plaatste, maar wil ook Bert Brussen vervolgen wegens bedreiging. Hij voldoet namelijk niet aan het verzoek van het OM om de tweet van zijn blog te verwijderen.
Het OM snapt blijkbaar niet dat Bert Brussen de tweet in een andere context plaatste: hij illustreerde hiermee dat via Twitter een bedreiging wordt gedaan. En dat bericht kan profiteren van de vrijheid van meningsuiting. Al in 1994 oordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat een journalist niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de uitingen van degene die hij interviewt, en die overwegingen zijn ook relevant in deze zaak (EHRM 23 september 1994, NJ 1995, 382, par. 35):
“The punishment of a journalist for assisting dissemination of statements made by others in an interview would seriously hamper the press contribution to discussion of matters of public interest and should not be envisaged unless there are particularly strong reasons.”
Dit illustreert waarom de censuurknop van demissionair minister Hirsch Ballin een slecht idee is. In het wetsvoorstel zou de eis van voorafgaande toetsing door de rechter-commissaris geschrapt worden. De minister merkt op dat het OM dan zelf zou moeten beoordelen of een bepaalde uiting kan profiteren van de vrijheid van meningsuiting. Maar, zoals blijkt uit deze affaire, is het OM daar niet de geschikte instantie voor. Laat de regering via deze website horen wat je van het wetsvoorstel vindt.