Geen openheid over Nederlandse blokkade verboden websites
- 22 september 2010
Amsterdam, 22 september 2010 – Het ministerie van justitie kan geen inzicht geven in de afspraken die worden gemaakt tussen internetproviders over het blokkeren van een lijst met verboden websites. Het is hierdoor niet bekend welke websites precies geblokkeerd zullen worden, welke technologie zal worden gebruikt en wat de procedures voor plaatsing en verwijdering van de lijst zijn. Dat blijkt uit vandaag gepubliceerde stukken in een WOB-procedure over deze zwarte lijst.
Het ministerie van justitie kondigde eind 2009 aan dat het ernaar streeft in 2010 een lijst met verboden websites te blokkeren. Grote internetproviders en het overlegplatform ECP/EPN maken in overleg met het ministerie op dit moment afspraken over de manier waarop dat zou gebeuren. Internetonderzoeker Rejo Zenger heeft een WOB-verzoek ingediend, waarin hij onder meer vraagt om inzage in de contracten, de technologie die zou worden gebruikt en de procedures voor plaatsing op de lijst. Het ministerie maakt deze stukken echter niet openbaar, omdat zij niet over deze stukken zou beschikken.
De procedure rond het internetfilter kan op stevige kritiek rekenenen van digitale burgerrechtenbeweging Bits of Freedom. Een internetblokkade is een zeer omstreden methode om informatie ontoegankelijk te maken. Ot van Daalen, directeur: “Nederland lijkt Iran wel: een geheime zwarte lijst met verboden sites, waarvan we niet weten hoe je erop komt, hoe je eraf komt, welke technologie wordt gebruikt en wat precies wordt afgesproken tussen de providers. Dit is volstrekt onacceptabel.” Volgens Bits of Freedom moet verboden materiaal niet achter een filter worden verborgen, maar juist worden verwijderd.
Meer informatie:
Antwoorden op WOB-verzoek
Analyse WOB-verzoek
Vijf vragen over het Nederlandse internetfilter
Contact: Ot van Daalen, +31 (0)6 5438 6680, ot.vandaalen@bof.nl