Politiek moet structureel afluisteren internet voorkomen
Internet biedt ons vrijheid maar kan tegelijkertijd leiden tot verregaande controle. De roep om ‘Deep Packet Inspection’ toe te passen, zodat de inhoud van alle internetverkeer van iedere internetter geanalyseerd kan worden, zwelt aan. De technologie wordt zelfs steeds vaker toegepast. De politiek moet structureel afluisteren van iedere internetgebruiker voorkomen en onze communicatievrijheid garanderen.
Voor een vrije samenleving is het communicatiegeheim – privé-communicatie is ook echt privé – cruciaal. Iedereen, de gemeenschap én het individu, heeft er baat bij. Zonder vertrouwelijke communicatie kan het bedrijfsleven geen zaken doen. Vertrouwelijk overleg binnen politieke partijen wordt onmogelijk. Kinderen kunnen niet meer de anonieme kindertelefoon mailen. En jij kan niet meer vertrouwen op het medisch geheim tussen patient en psycholoog of arts.
De afluistertechnologie ‘Deep Packet Inspection’ (DPI) maakt het mogelijk om de inhoud van ieder internetpakketje te observeren en te analyseren. Waar de bovenste drie lagen van een internetpakketje informatie bevatten over adressering (van wie komt dit stukje informatie en waar moet het naartoe?), kijkt DPI in de diepste lagen van het internetpakketje waar de inhoud van je internetverkeer is neergelegd. Je e-mailtjes, de webpagina’s die je bezoekt en filmpjes die je bekijkt worden dus bekend voor degene die DPI toepast. Vertaal je DPI naar de offline wereld, dan zouden al je brieven opengemaakt en uitgelezen worden op het sorteercentrum van TNT Post. Met het briefgeheim steekt onze grondwet daar een stokje voor.
De mogelijkheden voor structureel afluisteren, van iedere communicatie, nemen in de online wereld sterk toe en worden steeds vaker benut. Engelse internetproviders hebben bijvoorbeeld zonder toestemming proeven gedaan met DPI-technologie in samenwerking met de adverteerder Phorm, waarop de Europese Commissie een rechtszaak startte tegen het Verenigd Koninkrijk vanwege inbreuk op de Europese ePrivacyrichtlijn 2002/58/EG. Dichter bij huis, beval de parlementaire werkgroep auteursrecht (Commissie Gerkens) aanvankelijk aan DPI-technologie in te zetten bij de handhaving van auteursrecht op internet. Na stevige kritiek, onder andere van Bits of Freedom, werd DPI uit dit rapport geschrapt. De auteursrechtenindustrie, bijvoorbeeld bij monde van BUMA/Stemra, pleit er nog steeds voor de inhoud van al jouw internetverkeer te monitoren en zet internetproviders onder druk om DPI toe te passen. En recent verklaarde Minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) een permanente interttap met behulp van DPI te onderzoeken.
De ePrivacyrichtlijn beschermt Europeanen al tegen de structurele inzet van DPI en geeft de Commissie de mogelijkheid om procedures aan te spannen tegen lidstaten die deze richtlijn schenden, zoals in het Verenigd Koninkrijk. Merkwaardig genoeg, is die specifieke bepaling uit de ePrivacyrichtlijn (artikel 5) tot op de dag van vandaag niet in de Nederlandse wet geïmplementeerd. Daarnaast is de Nederlandse grondwet nog niet aangepast aan het internettijdperk, zodat het eerdergenoemde briefgeheim nog niet is doorvertaald in een telecommunicatiegeheim. Bits of Freedom stelt dus vast dat we op dit moment in Nederland onvoldoende beschermd zijn tegen het structureel afluisteren van internet door sommige bedrijven en overheidsdiensten.
Het wordt dus tijd dat onze volksvertegenwoordigers het heft in eigen handen nemen. Momenteel wordt er in de Tweede Kamer vergaderd over de implementatie van de Telecommunicatiewet. Dit is hét moment voor de politiek om zich sterk te maken voor een betere bescherming van het communicatiegeheim op het internet en de inzet van DPI aan banden te leggen. Hoog tijd om paal en perk te stellen aan verregaande controle en internetvrijheid te garanderen. Omdat dit cruciaal is voor het individu, het bedrijfsleven en onze vrije samenleving.