Waarom jouw internetvrijheid ook belangrijk is voor onze economie
- 24 januari 2011
De onschatbare waarde van het internet voor onze vrijheid en de samenleving is te danken aan de openheid en netneutraliteit van het informatienetwerk. Deze cruciale voorwaarde staat onder druk, nu providers steeds vaker informatie over hun netwerk afkijpen. Het kabinet wil “een vrij en open internet” bevorderen, maar doet momenteel nog niet genoeg. Netneutraliteit moet bij wet verplicht worden.
Vrij internet voor economie en voor gebruiker
Internet is de motor van innovatie. De neutraliteit en openheid van het internet maken het mogelijk om als startend bedrijf direct een miljoenenpubliek aan te spreken. Door deze eigenschappen zijn kleine garage startups zoals Google, Marktplaats en – zoals Minister Verhagen in een recent interview noemde – Tom-Tom in record tempo uitgegroeid tot succesvolle ondernemingen. Ook stelt de openheid van het internet gebruikers in staat om gebruik te maken van hun fundamentele vrijheden. Iedere gebruiker kan communiceren, informatie opzoeken en participeren in het publieke debat.
Tot voor kort stelden internetproviders zich op als neutraal doorgeefluik: ze gaven het hele internet door. Dat principe heet netneutraliteit. Maar providers willen en zullen steeds vaker de toegang tot websites en diensten om concurrentieredenen beperken of blokkeren. Deze maatregelen stellen de providers in staat om een poortwachtersfunctie in te nemen, om te beslissen tot welke informatie jij op het internet toegang krijgt. Dit ontneemt de vrijheid van de eindgebruiker om zonder toestemming van een tussenpersoon te kunnen concurreren en communiceren op het internet.
Marktwerking ontbreekt in telecomsector
Het Centraal Planbureau (CPB) stelt (PDF) dat de telecomsector op zijn best een oligopolie is: een klein aantal partijen controleert de hele markt. Dit is in groot contrast met de jaren negentig. Toen waren er talloze middelgrote providers actief op de internetmarkt. “Na diverse acquisities is de ISP-markt nu voor 49% in handen van KPN. Daarnaast is ongeveer 40% in handen van de kabelbedrijven” (Netwerkneutraliteit: stand van zaken in Nederland, 2009, p. 32). Kabelaars Ziggo en UPC hebben een verdeeld dekkingsgebied en concurreren dus alleen met DSL en niet onderling. De concurrentie op het internet is al lang niet optimaal meer. Het Centraal Plan Bureau schrijft in een reactie aan de Europese Commissie: “Network operators have incentives to abandon network neutrality in order to charge end users and content providers different prices, based on the value of the content to them. Such a strategy [..] leads to the creation of niche markets and thus less competition.” Internet providers hebben dus prikkels om eigen producten voorrang te geven. Denk aan de kabelaar die IP-TV vertraagd om eigen TV-diensten te bevorderen.
Providers misbruiken positie al
In de praktijk zijn er al diverse voorbeelden van afbreuk aan netneutraliteit:
- Uit onderzoek van het Ministerie van Economische Zaken (p. 28) in 2009 bleek dat meerdere internetaanbieders concurrent VoIP-verkeer (Skype) blokkeerden. UPC vertraagt in 2009 alle peer-to-peerverkeer over haar netwerk. De Consumentenbond diende daarop een klacht in bij UPC en ook OPTA stuurde een brief. UPC belooft beterschap en voorkomt een kort geding.
- KPN had in 2008 naar verluid onvoldoende capaciteit om de Tour de France en het EK voetbal uit te zenden. Terwijl andere providers het verkeer zonder problemen doorgaven, verlangde KPN van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) een vergoeding voor de extra investeringen die ze diende te maken (p. 29). Indien de NPO hier niet mee instemde zou KPN de bestaande overeenkomst verbreken.
Grote lobby telecombedrijven
Ook de lobby van de Nederlandse mobiele operators staat niet stil. Via een bericht op nu.nl laten de operators weten dat ze extra betalen voor een zware dienst niet uit sluiten. T-Mobile en haar moederbedrijf Deutsche Telecom stellen voor om verschillende tarieven te rekenen voor belastende diensten (video) en minder belastende diensten (internet, email). Vodafone wil contentaanbieders verplichten om mee te betalen voor het gebruik van haar netwerk. Dit is een opvallend voorstel, aangezien jij als eindgebruiker al betaalt voor het verbruik van data op het Vodafone netwerk.
Conclusie: transparantie niet voldoende, ingrijpen nu nodig
Dit kabinet heeft het voornemen om “een vrij en open internet” te bevorderen, zo valt te lezen in het regeerakkoord. Dit wil de regering bereiken door providers te verplichten transparant te zijn over wanneer bedrijven internetverkeer afknijpen of blokkeren. Maar transparantie waarborgt geen “vrij en open internet”, zoals hierboven is aangetoond. Indien we van de vrijheden en economische kansen van een vrij en open internet willen blijven genieten, zullen we netneutraliteit via de wet moeten beschermen.
Deze illustratie en de onderstaande videoboodschap door de uitvinder van het world wide web, Tim Berners-Lee, leggen het nog eens uit: