Betonnen eiland paradijs voor privacy?
In 1999 bedachten twee professionele geeks het bedrijf HavenCo. Het zou een vrijhaven worden voor websites die nergens anders terecht konden, zoals bijvoorbeeld het politiek omstreden Wikileaks. Ze vonden een perfecte locatie in de vorm van eenmansstaat “Sealand”, vlak voor de kust van Engeland. Acht jaar later blijkt deze ideologische onderneming echter enorm gefaald. Waarom was juist een eenmansstaat niet de perfecte vorm voor de bescherming van privacy en internetvrijheid?
“Zwitsers bankieren voor data”
HavenCo moest een soort “Zwitsers bankieren voor data” worden. Alles was er toegestaan, behalve websites met afbeeldingen van seksueel misbruik van kinderen, het versturen van spam en het inbreken op de systemen van HavenCo. In hun zoektocht naar een geschikte locatie vinden Ryan Lackey en Sean Hastings in de klassieker “How to Start Your Own Country” de ultieme kandidaat: Sealand. Sealand heette oorspronkelijk ‘Roughs Tower’ en is een overblijfsel van een Brits luchtafweerplatform uit de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog is het platform buiten gebruik gesteld. In 1966 is het ingenomen en tot eigen staat gemaakt door de mediagenieke entrepreneur prins Roy Bates.
Als Lackey en Hastings in 2000 in contact komen met prins Bates, heeft deze al het een en ander te stellen gehad met dwingende overheden. Lackey en Hastings vertellen hem over hun rebelse plan van veilige, anonieme hosting vanaf Sealand. Bates ziet de waarde direct en gaat met de heren ‘in zee’. De media-aandacht die daarop volgde was overweldigend en beloofde een goeie start voor HavenCo. Maar tien jaar later blijkt de ideologische onderneming echter jammerlijk mislukt. Waarom liep het verkeerd af met deze uitdaging?
Ook hoge eilanden vangen veel wind
Om te beginnen was de fysieke locatie op zich een belangrijke reden voor het falen. Zo idyllisch als een eigen eiland als vrijhaven voor informatie misschien klinkt, zo onpraktisch is het in de praktijk. Proviand en brandstof moesten bijvoorbeeld door helikopters of boten worden aangevoerd. Een belangrijke kostenpost die datacenters op het land niet hebben. Die extra kosten zouden nog te verantwoorden zijn met het voordeel van extra veiligheid en bescherming van de informatie. Helaas was het eiland, door zijn bouw, relatief eenvoudig tot zinken te brengen. In theorie zou er niet meer voor nodig zijn dan een rubberbootje met explosieven. Een factor die op het eerste gezicht misschien overdreven klinkt als overweging. Maar, gegeven de websites die er gehost zou worden, een reële dreiging. De Britse regering zou het waarschijnlijk ook niet erg vinden als deze plaaggeest verdween uit hun achtertuin.
Politiek onstabiel
Sealand werd geregeerd door maar één man: Roy Bates. Sealand was daarom eigenlijk een dictatuur. Mocht het prins Bates bekoren, dan kon de deal met HavenCo plotsklaps worden veranderd of opgezegd. Dat is ook precies wat er in 2002 gebeurde toen Bates na onenigheid met Lackley besloot hem uit te kopen. Een deal die Lackley vrij kort daarna beschreef als een gedwongen nationalisering van HavenCo. De politieke situatie van het “land” was dus zeer onstabiel. Ook dat maakte Sealand onaantrekkelijk als omgeving voor je gevoelige websites.
Een eiland op internet
Er is nog een derde en laatste reden waarom Sealand als vrijhaven zou hebben gefaald. Wetgeving die internetvrijheid beperkt, zoals SOPA, PIPA en ACTA, zou er binnen de kortste keren voor zorgen dat Sealand wordt afgesloten van de buitenwereld. Internetaanbieders zouden gedwongen worden de IP-adressen van Sealand te blokkeren. Sealand zou dan ook digitaal een onbereikbaar eiland worden.
Privacy beschermen kun je niet als enkeling
Het voorbeeld van Sealand illustreert dat je privacy en internetvrijheid niet kan waarborgen door als enkeling de rest van de wereld te negeren. Je hebt daarbij de steun en gedeelde visie van anderen nodig. Om internetvrijheid en privacy te beschermen moet je samenwerken.
Een betonnen eiland in de oceaan werkt dus niet. Hoe zou jij dit doen?