Drie merkwaardige uitspraken van BREIN
- 30 juli 2012
Afgelopen zaterdag publiceerde Emerce een interview met Tim Kuik, directeur van stichting BREIN. In het interview licht Kuik het ‘tweesporenbeleid’ van BREIN toe: aan de ene kant legale content bevorderen, aan de andere kant websites als The Pirate Bay blokkeren. Kuik doet daarbij een aantal opvallende uitspraken. We zetten een aantal citaten op een rij.
Drogredenering?
Over de blokkade van The Pirate Bay zegt Kuik:
“…Die zelfde content is elders legaal verkrijgbaar. Dat door een blokkering de informatievrijheid in het geding zou zijn, is dus een drogredenering. De enige rechten die hier worden geschonden, zijn de rechten van de makers. Die hebben tijd, geld en energie geïnvesteerd in hun content. Wij zijn er om te zorgen dat zij er een vergoeding voor kunnen krijgen.”
Grappig, want dat is nou net waar de blokkade van The Pirate Bay níet voor zorgt. Artiesten worden er geen cent rijker van. Sterker nog: de blokkade leidt niet eens tot minder downloads. Het gevaar van de blokkades zit hem dan ook niet in toegang tot de content van The Pirate Bay. Websiteblokkades door providers zijn gevaarlijk omdat het risico op onterechte blokkering of overblokkering van content toeneemt wanneer websites links en rechts geblokkeerd worden. En dat is precies waar de handhaving van de blokkade van The Pirate Bay toe leidt.
Nieuwe rol voor providers
Kuik geeft tegenover Emerce toe dat het blokkeren van websites geen effectieve manier is om het probleem sluitend aan te pakken, maar omschrijft het als een ‘uitputtingsslag’:
“Wij zullen elke stap om dat vonnis te omzeilen weer beantwoorden in de rechtszaal. Op een gegeven moment moet er toch een zekere metaalmoeheid optreden. Zeker ook bij de internetproviders, die het ene na het andere vonnis om hun oren krijgen.”
Kuik gaat er dus van uit dat de providers het op een gegeven moment wel op zullen geven en zonder morren alles zullen blokkeren wat op de zwarte lijst van BREIN komt te staan. Maar Kuik heeft nog een andere rol voor providers in gedachten: ze moeten ons gaan informeren over:
“…de noodzaak van auteursrechten en de bescherming daarvan”
en krijgen daarnaast een
“eigen rol bij het ontwikkelen van premium online contentaanbod”.
Het is op zijn minst bijzonder dat Kuik de providers aan de ene kant wil uitputten in de rechtszaal, maar ze aan de andere kant een belangrijke en groeiende rol toekent. Dat BREIN de verantwoordelijkheid om consumenten voor te lichten en nieuwe business te ontwikkelen in de schoenen van providers schuift, is al even opvallend. Het toont aan hoe weinig gemotiveerd de entertainmentindustrie is om daadwerkelijk na te denken over manieren waarop zij zelf het bestaande probleem kan oplossen. We zijn een voorstander van het vergroten van het legale aanbod, maar de verantwoordelijkheid hiervoor ligt in de eerste plaats bij de entertainmentindustrie zelf. Bovendien moet dat aanbod wel voor alle internetters beschikbaar zijn, niet alleen voor de klanten van een bepaalde provider of een bepaald abonnement. Versnippering van het aanbod ligt dan op de loer, met als gevolg dat het door BREIN zo geroemde ‘legale aanbod’ in werkelijkheid helemaal niet voor iedereen toegankelijk zal zijn.
Politici luisteren naar burgers
Er is ook goed nieuws: in het artikel stelt Kuik dat politici in de aanloop naar de stemming over het ACTA-verdrag sterk zijn beïnvloed door wat burgers willen:
“Politici lijken echter nog niet geheel gewend aan de omvang van de tegenstand die via het internet in stelling gebracht kan worden en laten zich daardoor beïnvloeden.”
Kortom, politici hebben zich gevoelig getoond voor de meningen en het protest van de burgers die ze vertegenwoordigen. Niets mis mee, als je het ons vraagt.