Als hij het nog niet wist, dan nu zeker
Minister Plasterk maakte zich tot nu toe totaal geen zorgen over de ongebreidelde surveillance door de Amerikaanse geheime diensten. Geen enkel door Snowden gelekt document was voor de minister aanleiding om zich fel tegen de praktijken van onze “bevriende staat” te keren. Maar als hij tot nu toe twijfelde of Nederland in het vizier van de Amerikanen was, dan weet hij het nu zeker.
Vorige week zei de minister (en op 3:35 op video) nog:
Mevrouw Oosenbrug vroeg ook naar de veiligheid van de mobiele telefonie. Ik wil hier heel duidelijk in zijn: het gebruik van een open lijn is niet 100% veilig. Wanneer iemand belt met een mobiele telefoon kunnen mensen die dat willen en die de juiste spullen hebben dat gesprek afluisteren. Het is verstandig om daar altijd rekening mee te houden en vertrouwelijke informatie te delen via een open lijn of in persoon te bespreken, zodat je zeker weet dat niemand erbij kan. Ministers hebben overigens een beveiligde lijn.
En gelijk heeft hij: vertrouwelijkheid kun je alleen garanderen door je communicatie te versleutelen. Maar los daarvan zou je er eigenlijk wel vanuit moeten kunnen gaan dat anderen niet mee luisteren. En dat de overheid je alleen maar afluistert bij een concrete verdenking van een strafbaar feit.
Vandaag werd bekend dat de NSA in één maand tijd van zeker 1,8 miljoen Nederlandse telefoongesprekken heeft bijgehouden wie met wie en wanneer gebeld heeft. Van een onbekend deel daarvan is ook de inhoud van het gesprek opgenomen:
En nu rijst de vraag: wist de minister van Binnenlandse Zaken dat de Amerikaanse geheime dienst op grote schaal het Nederlandse telefoonverkeer in de gaten houdt of zelfs afluistert? Zijn al deze onderschepte gesprekken van “keiharde Nederlandse terroristen” of misschien toch ook onschuldige burgers?
Wat denken jullie: welke vorm van surveillance door de Verenigde Staten zou door Plasterk wél onacceptabel bevonden worden?
Update: De minister heeft gisteravond in Pauw&Witteman al een eerste deel van het antwoord gegeven (vanaf 6:35): “Ik vind het (…) niet acceptabel als de Amerikanen hier u, of u of wie dan ook (…) gaan afluisteren.” Het is een eerste stap. We horen graag wat de minister vindt van de andere praktijken van de NSA, zoals het onderscheppen van data of het afluisteren van Nederlanders via Amerikaanse diensten. Ons verzoek om een gesprek staat nog steeds…