De naakte waarheid
Halverwege het tweede refrein stop ik. Hij kijkt me recht in de ogen. Ik weet niet wie er harder schrikt. Hij laat zijn koffiemok vallen. Ik ren met ingezeept hoofd de woonkamer in. Het blijkt dat mijn overbuurman vanuit zijn keuken direct zicht heeft op mijn douche. Onze eenmalige ongemakkelijk ontmoeting heeft verdragende gevolgen voor mijn douchegedrag. Wanneer ik weet, of vermoed, dat zich iemand in de keuken van de buurman bevindt, stel ik mijn geplande douche uit. Of stap ik in kuis badpak het water in.
‘To be incessantly under the eyes of an Inspector is to lose in fact the power of doing ill, and almost the very wish.’
Bentham had het in zijn boek Panopticon al voorzien. Als individuen weten, of vermoeden, dat ze gesurveilleerd worden, verandert hun doen en laten. Mensen gaan hun eigen gedrag censureren. In het geval van de Panopticon-gevangenis betekende het dat gevangenen geen ‘prison break’ ondernemen. In mijn geval betekende het een badpak.
Een dergelijk panopticon-effect is ook te zien in de maatschappij. Door de toegenomen surveillance gaan we ons gedrag aanpassen en onszelf censureren. Uiteindelijk leidt het ertoe dat we minder geneigd zijn te experimenteren met controversiële gedachtes.
En dit heeft fundamentele repercussies voor hoe wij ons -als maatschappij—ontwikkelen. In een gezonde maatschappij is er een evenwicht tussen de invloed die verschillende groepen kunnen uitoefenen. In de praktijk is deze weegschaal vrijwel nooit perfect in balans en ligt er meer macht bij instituties als de overheid, dan bij (groepen) burgers.
Hoe gebalanceerd deze verhouding is hangt af van verschillende factoren. Een centrale factor is de ruimte die andersdenkenden hebben om, zonder interventie, hun ideeën te ontwikkelen. Privacy, en de afwezigheid van constante surveillance, is een essentieel element in dit proces. De ruimte hebben om nieuwe gedachtes te denken en daar naar te handelen, zorgt ervoor dat individuen het voortouw kunnen nemen om in maatschappijen de grenzen te blijven verzetten en nieuwe vrijheden te creëren.
Door de toename van surveillance wordt de ruimte om te experimenteren en de grenzen op te zoeken steeds kleiner. De balans van invloed tilt steeds meer naar de kant van de overheid, waardoor de ‘watcher’ vergaande invloed krijgt op de ‘watched’. De machtsverhoudingen in de maatschappij raken uit verhouding en deze ongelijkheid creëert een scala aan risico’s zoals discriminatie, overmatige zelfcensuur en selectieve handhaving van wetten. Mensen die kritiek uitoefenen op de overheid kunnen worden vervolgd voor zaken die ‘per toeval’ door surveillance zijn achterhaald, maar die niets te maken hebben met de initiële surveillance doelen.
Waarom bescherm ik mezelf niet tegen surveillance door de overheid als ik dit vervelend vind? Uiteraard doe ik dat (ook tegen surveillance door bedrijven, maar dat onderwerp komt later uitgebreid aan bod). Het is echter interessant om te zien dat het privacy-debat deze draai heeft genomen. Waarom moet ik mezelf beschermen tegen de invasie van mijn privacy door de overheid? We leven tenslotte in een maatschappij die een uitgebreid rechtssysteem heeft ontwikkeld om ervoor te zorgen dat andersdenkenden ook hun mening kunnen doen gelden. Met andere woorden: waarom moet ik in badpak? Gezien de redelijke aanspraak op een minimum aan privacy die ik kan maken in onze maatschappij, zou de vraag eigenlijk moeten zijn: waarom wendt mijn buurman zijn blik niet af?