De soldaten marcheren over ons net
De Snowden-onthullingen laten zien dat ons gedrag op internet niet veilig is voor de geheime diensten. Wat minder aandacht krijgt, is dat die geheime diensten onderdeel zijn van het leger. En zij voeren hun bevel – totale surveillance – naar de letter uit. De missie is inmiddels vrijwel geslaagd: de militarisering van het net is een feit.
Afluisterorganisaties zoals de NSA en GCHQ hebben hun wortels in oorlogen: de vijand afluisteren biedt strategische voordelen. Soms kan zo een voordeel zelfs doorslaggevend zijn. Het kraken van de Duitse encryptiemachine Enigma heeft zonder twijfel bijgedragen aan de overwinning van de Geallieerden. Ook in de Koude Oorlog bleeft dit soort spionage belangrijk. Geheime diensten breidden hun afluisterposten uit en de Engelstalige landen – de Five Eyes – versterkten hun samenwerking.
Maar ook al zijn er geen wereldomspannende conflicten meer, die militaire roots zijn gebleven. Zo staat dat de NSA onder leiding van Keith Alexander, een generaal met een lange staat van dienst in het Amerikaanse leger. Daar was hij sinds 1974 vooral actief op het gebied van intelligence. GCHQ wordt weliswaar niet aangestuurd door een militair, maar het leger is een belangrijke afnemer van haar producten. In Nederland hebben we een eigen geheime dienst voor het leger, de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). De MIVD is samen met de AIVD de oprichter van de Joint Sigint Cyber Unit, het platform dat in Nederland communicatie onderschept en computers hackt.
Eén ding is na 11 september 2001 wel veranderd. Niet landen, maar terroristen zijn de nieuwe vijand. En terroristen kun je overal vinden, zelfs op eigen grondgebied. De spionageapparatuur werd dan ook naar binnen gericht en het doel werd uitgebreid: interceptie van alle communicatie, van iedereen.
En zo kon het gebeuren dat alle internetgebruikers, en de publieke infrastructuur van het internet, slachtoffer werden van een militaire operatie. De spionnen voerden hun missie met nietsonziende, militaire precisie uit. Helaas is bij militaire operaties veel minder ruimte voor grondrechten, dus privacy delfde het onderspit.
De discussie over surveillance gaat dus niet alleen over het afluisteren van burgers. Het is een debat over afluisteren door het leger, en over militarisering van civiele infrastructuur. Niet alleen Plasterk, maar ook Jeanine Hennis, onze minister van Defensie, moet zich verantwoorden.
Kijktip: de lezingen van Eben Moglen over Snowden and the Future, die ook gaan over de militarisering van het net.