Op de stoel van de rechter is geen plek voor providers
- 24 juni 2014
De Nationaal Coördinator Terrorisme en Veiligheid (NCTV) wil Google, Facebook en andere sites vragen om oproepen tot geweld te verwijderen van hun websites. Hij zei dat vorige week in Nieuwsuur, in een item over Nederlandse jongeren die zich hebben aangesloten bij islamitische terreurbewegingen. Maar verwijdering van informatie zonder tussenkomst van een rechter zet de vrijheid van meningsuiting onder druk.
De Nederlandse overheid hoopt dat als zij websites als Facebook en Google vraagt om informatie van gebruikers te verwijderen, zij dat zo doen. De NCTV wil hen daarbij vragen om “hun eigen verantwoordelijkheid” te nemen en sites “die evident gewelddragend zijn” te verwijderen. Wat die verantwoordelijkheid dan precies is, werd verder niet besproken.
Deze websites hebben echter heel wat meer verantwoordelijkheden, waaronder het beschermen van de vrijheid van meningsuiting van hun gebruikers. Dat betekent dat zij informatie niet weghalen, alleen maar omdat iemand daarom vraagt. Van providers wordt verwacht dat ze een gedegen afweging maken tussen enerzijds die vrijheid van meningsuiting en anderzijds dat onduidelijke belang van de politie. Dat is erg lastig. Daar hebben we rechters voor.
Maar die onafhankelijke toetsing op rechtmatigheid door een rechter ontbreekt vaak als de politie vraagt of vordert informatie ontoegankelijk te maken. Belangrijke vragen blijven daarmee onbeantwoord: is de verwijderde informatie eigenlijk wel strafbaar en is zo’n ingrijpende actie om die informatie te verwijderen wel nodig? Zo haalde het Openbaar Ministerie eerder honderden websites uit de lucht omdat er op één van die websites één vermeend (!) strafbaar plaatje stond. Een rechter was toen nooit in beeld.
En hoe gemakkelijk leg je als provider zo’n verzoek van de politie naast je neer? Recent hebben we onderzocht hoe de politie het verbod op het maken van afbeeldingen van seks met dieren handhaaft. Als de politie van mening is dat een plaatje strafbaar is, stuurt ze gewoon een e-mail met een “vriendelijk, maar toch dringend, verzoek” om de site van de server te verwijderen (zie bijvoorbeeld hier (pdf) en hier (pdf)). Als provider kun je je gedwongen voelen om aan zo’n verzoek te voldoen, terwijl dat misschien helemaal niet hoeft.
Bits of Freedom vindt daarom: een provider mag nooit gedwongen worden om informatie op het internet ontoegankelijk te maken, tenzij het evident onrechtmatig of strafbaar is of de rechter dat oplegt. Als de politie iets gedaan wil krijgen dan moet dat op grond van een wettelijke bevoegdheid. Die bevoegdheid moet bovendien voorzien zijn van scherpe voorwaarden en zinvolle waarborgen.