Meer Twitters betekent meer vrijheid
- 01 september 2014
Het internet is in de afgelopen tien jaar steeds minder decentraal en divers geworden. Dat heeft niet alleen impact op onze vrijheid, maar ook op die van technologiemonopolisten. Willen we meer vrijheid, dan willen we meer Twitters.
We negeren de negatieve kanten van diensten als Twitter
Dat het internet inmiddels zo'n belangrijke plek in onze maatschappij heeft, is niet verwonderlijk. De openheid van het internet zorgde ervoor dat innovaties elkaar in hoog tempo opvolgden en de diversiteit droeg bij aan een hoge mate van onafhankelijkheid. Wie iets wilde publiceren had altijd wel een platform beschikbaar, kon gemakkelijk wisselen tussen platforms of zelfs z'n eigen platform bouwen. De toepassing van open standaarden door de aanbieders van die platformen zorgden voor de benodigde interoperabiliteit.
Dat is langzaamaan – en door onze eigen toedoen – veranderd. We kiezen steeds vaker voor de diensten van bedrijven die heel goed begrijpen wat gebruikers willen, zonder dat we ook goed naar de achterkant van die diensten kijken en aan de lange termijn denken. Technologiemonopolisten als Google en Twitter bouwen websites die eigenlijk altijd en overal beschikbaar zijn en die, zo op het eerste gezicht, precies doen wat wij willen. Maar we negeren de negatieve kanten van die diensten, de onmogelijkheid om met behoud van je profiel over te stappen naar een concurrerende dienst én de impact op onze vrijheid die de centralisatie van diensten met zich mee brengt.
Jouw vrijheid versus die van een aanbieder
Vanzelfsprekend hebben die bedrijven alle vrijheid. Ze mogen zelf bepalen hoe zij hun diensten inrichten en opbouwen, welke informatie gebruikers via hun website mogen publiceren, welk beleid zij daarvoor hanteren, hoe consequent ze dat beleid toepassen en hoe transparant zij daarover zijn – of niet. Maar die vrijheid wordt problematisch als zo'n bedrijf alle kenmerken van een monopolist heeft. Zoals gezegd: daarom zou, naarmate de marktmacht van zo’n platform groeit, zo'n bedrijf het belang van de vrijheid van meningsuiting van de gebruiker steeds zwaarder moeten laten wegenDe vrijheid van misselijkheid, een wetmatigheid. ten opzichte van eigen belang van ondernemersvrijheid.
Daarmee komt zo'n bedrijf in een gekke spagaat voor wat betreft haar vrijheid. Een bedrijf kan immers niet gedwongen worden om informatie van haar gebruikers te publiceren, dat zou niet passen in onze vrije samenleving. Maar tegelijkertijd laat bij een absolute monopolie bovengenoemde wetmatigheid weinig ruimte om een andere afweging te maken. En onze vrijheid van meningsuiting opofferen, dat willen we ook niet. Een onoplosbaar duivels dilemma, toch?
We moeten naar een wereld met tien Twitters, elk met hun eigen vrijheid en belangenafweging.
Naar een decentraal en divers netwerk
Gelukkig hoeven we dat dilemma niet voorgeschoteld te krijgen. Daarvoor moeten we terug naar een netwerk van netwerken waarin diversiteit en decentralisatie de boventoon voeren. In plaats van één Twitter en één Google zouden we eigenlijk minstens tien Twitters en tien Googles moeten hebben. Elk met hun eigen vrijheid en elk met hun eigen belangenafweging. Zo'n bedrijf kan, zonder de vrijheid van meningsuiting in gevaar te brengen, beslissen welke informatie acceptabel is en welke niet. En wij kunnen zelf bepalen welke informatie we willen publiceren en zien. Die concurrentie is goed voor iedereen: het levert vrijheid voor de bedrijven én voor de internetgebruiker.