NCTV vraagt wat gevorderd moet worden
- 13 oktober 2014
Als op een website strafbare informatie staat, kan het Openbaar Ministerie tot verwijdering ervan bevelen. Vrijblijvend vragen om die informatie ontoegankelijk te maken, mag ze niet. Hoewel de politici en bestuurders van ons land dat soms vergeten, is daar een belangrijke reden voor.
Stel: een agent vraagt je op straat om even je mobiele telefoon te tonen. Grote kans dat je aan zijn verzoek voldoet – al verandert je houding ongetwijfeld als hij ook nog even door je foto’s wil bladeren. Vraagt een wildvreemde je hetzelfde, dan denk je: “Rot eens op, gek!” Waar zit dat verschil in denk je?
Nog zoiets. Waarom denk je dat die losers die bij bejaarden inbreken zich soms in het uniform van een agent hijsen? Heus niet omdat ze zo’n fan van die dienders zijn. En waarom denk je dat het experiment van Milgram zoveel opzien baarde? Vast niet omdat de deelnemers, zonder dat ze het wisten, zelf het middelpunt van het onderzoek waren.
Nee, al die dingen werken omdat we geneigd zijn gehoor te geven aan verzoeken van een autoriteit, zelfs als zo’n verzoek strijdig is met ons geweten. Het verklaart ook meteen waarom de bevoegdheden van gezagsdragers in onze maatschappij voorzien zijn van strikte waarborgen. En het is de reden dat de overheid niets mag vragen wat zij ook kan vorderen. Anders dan een verzoek is zo’n vordering gebaseerd op een wettelijke grondslag, verbonden aan voorwaarden en alles behalve vrijwillig.
Met dat laatste uitgangspunt heeft de overheid steeds meer moeite. Zo riep de Minister van Veiligheid en nog iets een paar weken geleden over de verheerlijking van geweld op websites: “We kijken of we het uit de lucht kunnen halen en of het strafbaar is.” En dat is verkeerd om. Het criterium is strafbaarheid, niet smakeloosheid.
Uit onderzoek van Bits of Freedom blijkt dat de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) al sinds begin 2013 verzoeken stuurt aan de beheerders van websites om informatie te laten verwijderen. Meestal vraagt ze de beheerders om bepaalde informatie aan de eigen algemene voorwaarden te toetsen. De argumentatie wisselt van verzoek tot verzoek.
Soms volstaat het NCTV met de vaststelling dat “het filmpje [oproept] tot de gewapende strijd” en dat “zulks in Nederland strafbaar is gesteld.” Maar als dat eerste al zo is (als!), is het onbegrijpelijk dat de NCTV de beheerder alleen maar op het filmpje “wijst […] in relatie tot de gebruiksvoorwaarden” van de site. Een officier van justitie kan, met machtiging van een rechter-commissaris, ook de verwijdering bevelen.
In één van de verzoeken heeft de NCTV een compleet epistel nodig om de website te duiden. Ze schrijft “inzake […] moet worden aangetekend dat de propagandaverspreiding op subtiele wijze plaatsvindt” en dat “op het eerste gezicht het kanaal niet als jihadistisch te typeren zou zijn.” Dat maakt de beoordeling door een jurist van de beheerder van een website wel bijzonder lastig.
Nee, de regel is heel simpel: als het strafbaar is, dan kan de overheid overgaan tot vervolging en bevelen tot het verwijderen van informatie. In alle andere gevallen heeft de overheid niets te vinden. Zelfs een verzoek is dan misplaatst. Overigens, de regels voor zo’n bevel om informatie op internet ontoegankelijk te maken, kunnen best beter.
Met de beslissing op ons Wob-verzoek maakte het ministerie van Veiligheid en nog iets de volgende documenten openbaar: verwijderingsverzoek-filmpje (20130213), verwijderingsverzoek-blog (20130409), verwijderingsverzoek-blog (20130814), verwijderingsverzoek-registratie-domeinnaam (20140206), herinnering-verwijderingsverzoek (20140219), herinnering-verwijderingsverzoek (20140404), verwijderingsverzoek-registratie-domeinnaam (20140619), verwijderingsverzoek-website (20140620) en verwijderingsverzoek-registratie-domeinnaam (20140702).