Maak van de noodzaak een halszaak
Normaal gaan we vooral in op actuele ontwikkelingen, maar in deze blogpost willen we een algemene tendens aan de kaak stellen. Het valt ons namelijk steeds vaker op dat in wetsvoorstellen die onze burgerrechten schenden, zoals in het wetsvoorstel voor de inperking van de bewaarplicht, wordt aangevoerd dat de maatregel ”noodzakelijk” is voor de bestrijding van criminaliteit. Die noodzaak wordt door de regering echter niet of nauwelijks onderbouwd. Een doorn in ons oog: noodzaak is namelijk wel degelijk noodzakelijk.
De regering moet noodzaak aantonen
De regering moet bij elke maatregel die inbreuk maakt op onze privacy goed nadenken of deze maatregel ook daadwerkelijk noodzakelijk is. Dat klinkt als een open deur, maar dat blijkt niet uit de Grondwet, maar uit een motie in de Eerste Kamer en uit vaste rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens.
Of een maatregel noodzakelijk is, hangt natuurlijk van een afweging af. Die afweging wordt onder andere gemaakt door te kijken of er alternatieve maatregelen zijn die hetzelfde kunnen bereiken, maar die minder inbreuk maken op onze burgerrechten. Met andere woorden: is de maatregel proportioneel? Het is dus bijvoorbeeld niet proportioneel om elke Nederlander een enkelband om te doen om te controleren of die niet door rood loopt.
De noodzaak moet leiden tot betere wetgeving
In wetgeving en in de toelichting van de regering daarop zou deze afweging moeten terugkomen. Dit zorgt dan voor een betere bescherming van onze privacy, omdat de regering gedwongen is goed na te denken over alternatieven en er over die afweging in het parlement kan worden gedebatteerd.
Natuurlijk, je kunt vooraf niet volstrekt zeker zijn of een maatregel effectief zal zijn of het beste resultaat zal bieden: niemand kan in de toekomst kijken. Daarom is een evaluatie, en de reactie van de regering op de evaluatie net zo belangrijk. Als blijkt dat beleid niet effectief is, of niet voldoet, dan moet je dat beleid aanpassen of afschaffen.
De praktijk blijkt weerbarstig
In de praktijk volstaat de regering vaak met (geparafraseerd): “het is nodig, want het is nodig om criminaliteit te bestrijden”. Dit is onacceptabel. Op deze manier wordt het maatschappelijke debat over de wenselijkheid van een privacybeperkende maatregel ernstig tekort gedaan. Ook kan het parlement de regering niet goed controleren, maar moet het de regering op haar blauwe ogen geloven als de regering zegt: “De maatregel is noodzakelijk. Echt hoor!”
Daarnaast zorgt dit voor een andere onwenselijke situatie: in plaats van het aantonen van de noodzakelijkheid van beleid, moeten tegenstanders nu aantonen waarom het beleid niet noodzakelijk is. En dat is natuurlijk een omgekeerde gang van zaken. Beleidsmakers zouden juist hun stinkende best moeten doen om aan te tonen waarom het nodig is om inbreuk te maken op grondrechten van de burger.
Tot slot wordt er nauwelijks gekeken naar de gebleken effectiviteit van de maatregel. Als er al een evaluatie van het beleid wordt gedaan, dan vinden die veel later plaats dan toegezegd. En als dan uit het resultaat blijkt dat de effectiviteit ernstig betwist kan worden, is de reactie van de regering: ‘de maatregel is noodzakelijk in de strijd tegen criminaliteit‘. En dan zijn we terug bij af.
Tijd voor een stok achter de deur
Het is daarom tijd voor een extra stok achter de deur. Bits of Freedom pleit voor ‘horizonbepalingen’ in wetgeving die inbreuk maakt op onze grondrechten. Dit betekent dat maatregelen die inbreuk maken op onze privacy na een aantal jaar vervallen, tenzij het parlement besluit om deze maatregelen voort te laten bestaan. Dat betekent dat elke paar jaar een discussie in het parlement zal zijn over privacybeperkende maatregelen.
De regering kan er dan niet mee blijven wegkomen om de noodzaak op te voeren zonder onderbouwing ervan. Daar wordt vanzelf (een keer) doorheen geprikt. Dat zorgt voor een noodzaak om te kijken naar de noodzaak van de maatregel en de effectiviteit van de maatregel.
Dat zorgt voor gebalanceerde wetgeving en dan komt beleid tot stand gebaseerd op feiten, niet op angst, dus effectief en rationeel beleid. Nederland verdient zulke evidence based security policy. Het zorgt er ook voor dat we kunnen vertrouwen op de beleidsmakers wanneer ze zeggen: “deze maatregel, die is écht noodzakelijk.”