Hoe politici de afgelopen veertien jaar over vrijheid debatteerden
- 18 juni 2015
De afgelopen vijf maanden heb ik voor mijn stage onderzoek gedaan naar de debatten omtrent vrijheidbeperkende wetgeving in Nederland. Uit dit onderzoek is een aantal interessante ontwikkelingen naar voren gekomen. Het onderzoek omvat de debatten in de Tweede en Eerste Kamer van tien vrijheidsbeperkende wetten binnen de focus van Bits of Freedom die sinds 11 september 2001 van kracht zijn geworden in Nederland. Een kritische blik op argumenten en stemgedrag laat zien dat politici niet altijd handelen naar hun geweten.
Deze blogpost is geschreven door Jeske Weerheijm, de auteur van het rapport ‘Vrijheid en Veiligheid in het politieke debat omtrent vrijheidbeperkende wetgeving‘ (.pdf).
Vrijheid wordt beperkt, wordt er ook inbreuk op gemaakt?
Privacy en vrijheid van meningsuiting op het internet zijn de belangrijkste speerpunten van Bits of Freedom. Deze twee grondrechten zijn belangrijk in onze rechtsstaat, maar zijn niet absoluut. De overheid mag deze rechten beperken als dat noodzakelijk is en als er geen alternatieve maatregelen zijn die de grondrechten minder beperken. Het stempel vrijheidbeperkend klinkt dan ook negatief, dat hoeft het niet per definitie te zijn.
In het verleden is gebleken dat bij bepaalde wetsvoorstellen de vrijheid niet voldoende gewaarborgd werd. De afweging die gemaakt werd tussen de nationale veiligheid en de individuele vrijheid sloeg dan door naar meer veiligheid. We hebben in kaart gebracht hoe bij dit soort wetsvoorstellen het debat eigenlijk verliep, wat voor argumenten er werden gebruikt en hoe er gestemd werd.
De wetten die in het onderzoek naar voren zijn gekomen zijn hieronder weergegeven. (Klik op het overzicht voor een grotere weergave.) De balk geeft aan hoe lang de voorstellen in behandeling zijn geweest in respectievelijk de Tweede en de Eerste Kamer (voor en na het verticale streepje).
Wat waren dan belangrijke argumenten voor meer vrijheid?
Sinds 2003 is het onderscheid tussen verdachten en niet-verdachten een belangrijk aspect in politieke debatten. Volgens minister Donner was het toen al niet meer mogelijk onschuldige burgers volledig buiten beschouwing van de opsporingsdiensten te laten. In dit debat werd het argument ‘wie niets te verbergen heeft, heeft ook niets te vrezen’ vaak gebruikt, maar dit werd steeds minder valide. Zeker in 2009 is dit argument voor de oppositie niet meer toereikend.
Sinds 2004 kaart GroenLinks al aan dat het belangrijk is niet alleen naar een specifiek wetsvoorstel te kijken, maar ook naar het cumulatieve effect van meerdere wetten en wetsvoorstellen samen. Vanaf 2006 is echt goed te zien dat dit een argument wordt dat wordt gebruikt om de effectiviteit van nieuwe wetgeving in twijfel te trekken. Een heleboel vrijheidbeperkingen apart kunnen samen toch een stevige inbreuk op de veiligheid betekenen.
Sinds 2005 wordt er door Kamerleden gevraagd om meer zelfbeschikking over persoonsgegevens voor burgers. Bijvoorbeeld de meldplicht datalekken die recent door de Eerste Kamer werd aangenomen, werd al in 2005 voor het eerst voorgesteld. Door de toenmalige minister van Justitie de heer Donner werd dat toen resoluut afgewezen. Dit was niet iets waar de overheid zich mee bezig moest houden.
Veel vrijheidbeperkende wetgeving is als maatregel tegen terrorisme aangenomen. Meer veiligheid legitimeert zo het beperken van vrijheid. In de verschillende debatten werd bijna altijd één specifieke aanslag of ‘terrorisme’ als overkoepelend begrip genoemd. Echter, de maatregelen worden vaak niet alleen voor het opsporen van terrorisme ingezet, maar ook voor ‘reguliere’ opsporing. De wens voor meer bevoegdheden ten behoeve van opsporing was al vanaf 1993 te zien. De aanslagen van 11 september waren hier dus geen directe aanleiding voor. Vanaf 2008 worden hier door de Kamers meer kritische vragen over gesteld. Zeven van de tien onderzochte wetten zijn dan echter al van kracht. Hier kan dan niets meer aan veranderd worden omdat er geen horizonbepalingen geïntroduceerd zijn. Bits of Freedom kaartte het belang van horizonbepalingen eerder al aan. Dat gebeurde in de Kamers vanaf 2006 ook steeds vaker. Dit werd in die periode nog resoluut afgewezen, maar er is wel meer aandacht voor de waarborg ontstaan. Vooralsnog zijn er nog geen horizonbepalingen opgenomen in wetten.
De meeste politici wogen langen tijd veiligheid en vrijheid tegen elkaar af. De veiligheid kan dan alleen bevorderd worden door de vrijheid te beperken. Vanaf 2006 kwam hier langzaam verandering in: vrijheid en veiligheid kwamen steeds meer in elkaars verlengde te staan. Vanaf 2008 verzetten politici zich echt tegen het beeld dat er twee zaken tegen elkaar afgewogen moesten worden. Toch was dit in 2015 nog steeds een argument dat werd gebruikt. Het is juist belangrijk beiden te bevorderen.
Hoe staan de politieke partijen daar dan in?
Naast het analyseren van de debatten geven de onderstaande stemmingsoverzichten een minder genuanceerd beeld. De stemming is echter wel bepalend voor het wel of niet aannemen van een wet. Hoe een partij gestemd heeft, geeft dus een goed beeld van de houding van de partij ten opzichte van vrijheidbeperkende wetgeving. (Klik op het overzicht voor een grotere weergave.)
Zo zien we in de Tweede Kamer dat vooral GroenLinks tegen veel van de wetsvoorstellen gestemd heeft. Verder is ook goed te zien dat in 2008, bij het debat omtrent de omstreden Bewaarplicht veel meer partijen tegen het voorstel stemden. De grijze vakjes laten zien dat over sommige wetten helemaal niet gestemd is in de Kamer. Dit betekent dat er ook niet overlegd is over de voorstellen in deze Kamer. Hieronder zien we dat over veel voorstellen in de Eerste Kamer ook niet gestemd is. (Klik op het overzicht voor een grotere weergave.)
Bij de Eerste Kamer kan dat betekenen dat er niet overlegd is, of het betekent dat er al een duidelijke meerderheid vóór het wetsvoorstel bestond in de Kamer. Het is opvallend dat er over zes voorstellen uit dit onderzoek niet gestemd is in de Eerste Kamer.
De kruisjes in de afbeelding laten zien welke partijen deel uitmaakten van de regering op het moment van het debat. Zo is bijvoorbeeld goed te zien dat er in 2008 over de Bewaarplicht niet echt consensus heerste tussen coalitiepartijen CDA, D66 en PvdA.
En nu dan?
In het onderzoeksrapport (.pdf) zijn alle resultaten gedetailleerd terug te lezen. Het huidige onderzoek is echter pas een eerste stap. Er valt veel meer interessants te vinden wanneer niet alleen de debatten maar ook de media structureel worden geanalyseerd. Een meer juridische kijk op het geheel zou een inhoudelijke analyse kunnen toevoegen aangezien de huidige analyse vanuit een historisch oogpunt gemaakt is.