Publiek internet zou eigenlijk altijd netneutraal moeten zijn
- 19 augustus 2015
Volgens de minister van Economische Zaken gelden de regels voor netneutraliteit, kort gezegd, alleen voor internetproviders. En dus niet voor elk winkel, camping of kroeg. Dat is een uitholling van het principe en brengt jouw vrijheid in gevaar. Bits of Freedom vindt dat wie internettoegang op een publiek plek aanbiedt, toegang tot het héle internet moet bieden.
Stel dat het Ahold-concern in elke Albert Heijn, Etos en Gall & Gall gratis internet levert aan haar klanten. Ahold hoeft daarvoor alleen een deal te maken met een aanbieder zoals KPN of Ziggo die in ruil daarvoor zijn logo in al die winkels terugziet. Wel zo tof voor jou: in een keer op heel veel plekken gratis internet waarvoor je slechts één keer die ellenlange en onleesbare gebruiksvoorwaarden hoeft te accepteren en waardoor je telefoonrekening aan het eind van de maand weer een stukje lager is. Handig toch, bijna overal toegang tot een gratis draadloos netwerk?
Er zitten echter ook minder fraaie kanten aan. In het voorbeeld is het Albert Heijn die jou toegang tot het internet biedt. Maar juridisch gezien ligt dat anders. Dan is het niet Albert Heijn of Ahold die (jargon-alert!) de “aanbieder van een openbare internettoegangsdienst” is, maar KPN of Ziggo. Die laatsten moeten het internet netneutraal aanbieden, maar de Albert Heijn of de Etos hoeft dat niet, vindt de minister. En dat maakt dat jij niet meer zelf kan beslissen wat je op internet doet.
Immers, omdat het internet van de Albert Heijn en de Etos niet netneutraal hoeft te zijn, kan zij je ook een surrogaat aanbieden. Ahold kan het interessant vinden om jou toegang tot het internet te bieden, maar zonder toegang tot de websites van concurrenten. Of, om de toegang van het internet te integreren in een portal van Bol. Of misschien sluit Ahold wel een deal met hele andere bedrijven.
Bits of Freedom vindt daarom dat het uitgangspunt is: als je toegang tot het internet aanbiedt op een plek met een publiek karakter, dat ook niet-discriminerende toegang tot het hele internet moet zijn. Wat ons betreft zouden de regels van netneutraliteit ook moeten gelden als je toegang tot internet krijgt op de camping, in een kroeg of in de bus. Al die plekken hebben, anders dan jouw huis of je kantoor, een “publiek karakter”.
Dat is een andere invulling van het principe dan die van de minister van Economische Zaken. Die zegt nu doodleuk: alleen internetaanbieders moeten volledige en niet-discriminerende toegang tot internet aanbieden. Alle andere aanbieders kunnen doen en laten wat ze willen – ook als ze daarmee jouw keuzevrijheid ondermijnen.