Prince, .nl en martial arts. De interwebs zijn groot. Niet elke tweet wordt gezien, niet elke blog wordt gelezen. Daarom een stukje service van ons naar jou toe: mooie, ontroerende, zorgwekkende en/of hilarische linkjes over internetvrijheid die we deze week ontdekten en graag met je delen.

De if-I-were-you-I-would-reads

• Eén van de vrijwilligers van Wikimedia schreef naar aanleiding van het overlijden van het artistieke genie Prince een blogpost waarin hij beschrijft welke technische oplossingen Wikipedia gebruikt om ervoor te zorgen dat de pagina over Prince op het hoogtepunt van de interesse meer dan 800 keer per seconde geserveerd kon worden.
• Het was afgelopen week precies dertig jaar geleden dat de eerste ‘.nl’ domeinnaam geregistreerd werd. Karin Spaink schreef in Het Parool een leuke column over hoe Piet Beertema die eerste jaren alle domeinnamen beheerde voordat ze werden overgedragen aan SIDN.
• Er worden zoveel mooie dingen online gezet. Wij waren bijvoorbeeld een moment geobsedeerd door deze visualisatie van vechtsportbewegingen. En ook kwamen we achter dat we niet alleen op het gebied van vrijheid van communicatie voorlopers zijn: wij hebben al jaren een tafeltennis-set verstopt in onze vergadertafel.
• Dit hele lange stuk in The Guardian geeft een mooi overzicht van hoe Uber eigenlijk werkt als platform. Vooral de beschrijving van hoe chauffeurs via algorithmic management aangestuurd worden is fascinerend.
• Het is alweer een tijdje geleden dat we hebben gelinkt naar de retoriek van Evgeny Morozov, dus het mag weer een keer. Hij maakt zich nog steeds zorgen over hoeveel van onze politiek geprivatiseerd wordt naar Silicon Valley.
• Ian Bogost schrijft in de Atlantic een pleidooi om de algoritmes van bedrijven als Facebook en Google niet te mystificeren (zoals we er nu over schrijven kunnen we volgens hem vaak het woord ‘algoritme’ vervangen door ‘God’). We moeten het gewoon noemen wat het is: het zijn informatiediensten die zo af en toe hoe dienstverlening aanpassen.