De Digitale Schandpaal – Wat te doen?
- 03 juni 2016
Met de stortvloed aan discriminerende uitingen over Sylvana Simons van de afgelopen dagen is een oud vraagstuk weer groot in het nieuws: hoe breng je het recht op privacy en het recht op communicatievrijheid met elkaar in evenwicht. Roel Maalderink is afgestudeerd op dat onderwerp en schreef er zijn masterscriptie over: ‘De Digitale Schandpaal – En wat we er tegen kunnen doen’.
Sinds de opkomst van diensten als Twitter hebben we veel waardevolle gevolgen gezien die zijn mogelijk gemaakt door deze zogenaamde many to many communicatie. Nog nooit was het zo makkelijk om als individuele burger eigenhandig nieuwsgebeurtenissen te verslaan, of vertegenwoordigers van het bedrijfsleven of de overheid aan te spreken. Helaas komen die technologische kansen ook met een keerzijde. Het verspreiden van oproepen tot geweld of racistische uitingen zijn ook makkelijker geworden.
Door de exponentieel toenemende mate van digitalisering van onze samenleving zijn we er bij Bits of Freedom van overtuigd dat de bescherming van zowel het recht op privacy als het recht op communicatievrijheid de vraagstukken van de komende jaren zullen blijken. Elk van de twee eerder genoemde grondrechten brengt in de digitaliserende wereld op zich al voldoende materiaal voor een stevig maatschappelijk debat met zich mee. Maar waar het nog het hardst kraakt en schuurt is op het terrein waar die twee met elkaar botsen.
Onlangs bleek dat nog bij het zogenaamde ‘recht om vergeten te worden’. Een vraagstuk dat wereldwijd zowel tech-giganten, politici, toezichthouders, als eerlijk gezegd, organisaties als de onze confronteerde met een buitengewoon moeilijk vraagstuk: Hoe breng je die twee grondrechten met elkaar in evenwicht? De afgelopen maanden zien we diezelfde vraag weer opdoemen in het kader van potentieel extremistische of racistische uitingen, zoals die onlangs online verschenen over Sylvana Simons.
In zijn helder geschreven scriptie beschrijft Roel Maalderink niet alleen het probleem dat laagdrempelige naming and shaming met zich meebrengt, hij bedenkt eigen terminologie en definities om het maatschappelijke fenomeen juridisch te vatten en om een bijdrage te leveren aan potentiële oplossingen. Zo pleit hij voor het invoeren van gradaties binnen het maatschappelijk debat, herziening van plichten en verantwoordelijkheden die komen met de vrijheid van meningsuiting en grotere bewustwording van het omgekeerde chilling effect (sommigen kunnen zich laten afschrikken om hun vrijheid van meningsuiting te gebruiken als ze online aan de schandpaal genageld worden). Tot slot pleit hij voor een heldere definitie van hate speech.
Dit zijn een paar punten om over door te denken. En om ook onze gedachten over dit onderwerp weer verder aan te scherpen, zijn we benieuwd naar jullie ideeën hierover! Laat je mening achter in de reacties hieronder.