Nederland heeft een betrouwbaar internet nodig. Een internet waar je als gebruiker zeker weet dat als je het adres van een website intikt je ook echt op die website uitkomt. En niet misleidt wordt. Daarom is het goed nieuws dat het kabinet én de Tweede Kamer een voorgenomen internetfilter willen schrappen.

Vandaag debatteerde de Tweede Kamer met de staatssecretaris over het reguleren van online gokken. Als het voorstel ongewijzigd aangenomen wordt, krijgt de Kansspelautoriteit (KSA) de bevoegdheid om providers te dwingen internetverkeer van hun gebruikers te vervalsen. Of nog helderder verwoord: de overheid dwingt daarmee providers te doen wat we van anderen volstrekt ongewenst vinden en als crimineel bestempelen. Daarmee zou voorkomen moeten worden dat een iemand zijn geld bij een illegale goksite vergokt. Dat is een slecht plan: zo’n filter is ineffectief en het ondermijnt het vertrouwen in onze digitale infrastructuur.

Gelukkig ziet staatssecretaris Dijkhoff ook in dat zo’n filter gemakkelijk te omzeilen is. Ook erkent hij het risico op ‘function creep’: straks wordt zo’n internetfilter gebruikt voor van alles en nog wat. Zo weten we dat bijvoorbeeld Buma/Stemra, die niets met gokverslaving van doen heeft, voor zo’n internetfilter lobbyde. Zij denken blijkbaar: als er nu een filter tegen gokverslaving is, dan is er straks ook ruimte voor een filter in strijd tegen inbreuken op het auteursrecht. Het kabinet ziet al die problemen en vindt het geen punt om het internetfilter uit het voorstel te schrappen.

Dat is dan ook precies wat wordt bewerkstelligt met het wijzigingsvoorstel van D66’ers Swinkels en Verhoeven. Zij vinden dat de overheid met haar tengels moet afblijven van de technische werking van het internet. De overheid heeft niets te zoeken in de protocollen die er voor zorgen dat het internet goed functioneert. Die zijn veel te belangrijk omdat mensen er op moeten kunnen vertrouwen dat het internet goed werkt. Als dat vertrouwen weg is zullen zij het internet minder gaan gebruiken en dat is weer slecht voor onze vrijheid, zo is de redenering.

In het debat sprak VVD-woordvoerder Van Wijngaarden luid en duidelijk zijn steun uit voor het schrappen van het internetfilter. Dat is niet helemaal onverwachts. Ook hij erkende dat de effectiviteit van zo’n filter beperkt is. Daar komt bij dat de toezichthouder tal van andere bevoegdheden heeft om in te grijpen als dat nodig is, zoals het uit de lucht halen van illegale goksites en het blokkeren van financieel betalingsverkeer. Een verstandige zet, want een betrouwbaar internet is immers niet alleen essentieel voor de bescherming van onze vrijheid maar ook van groot belang voor innovatie en economische groei.

Van de grote partijen is de Partij van de Arbeid nog het minst expliciet geweest. Tweede Kamerlid Vos schreef vorige week in een opinie in het NRC dat Noord-Koreaanse toestanden, zoals internetfilters, het probleem van gokken niet oplossen. We nemen aan dat dit betekent dat ook de op één na grootste fractie in de Kamer het voorstel om het internetfilter te schrappen steunt.

Vandaag was het laatste deel van het debat. De stemming over het wetsvoorstel en de amendementen is volgende week dinsdag. Het moet gek lopen als het internetfilter die stemming nog overleeft. Daar durven wij wel een gokje op te wagen.