Laat providers niet voor eigen rechter spelen
- 13 september 2016
Helaas zijn er altijd mensen die om wat voor reden dan ook anderen het leven zuur maken. Pesten gebeurt op het schoolplein en dus ook op internet. De daders achterhalen blijkt niet altijd makkelijk. Peter R. de Vries roept de Tweede Kamer vandaag op om er voor te zorgen dat slachtoffers zich beter kunnen verweren. Tegelijkertijd hopen we ook op verstand: op de stoel van de rechter is geen plaats voor providers.
Pesten is niet leuk en sommige vormen hebben zonder twijfel een enorme impact op het leven van het slachtoffer. Dat geldt ook voor pesten dat via internet plaatsvindt. Als je dan ook nog eens niet weet wie je daarop moet aanspreken, voel je je niet alleen kwetsbaar, maar ook machteloos. Daarom is het goed dat Peter R. de Vries pesten via internet op de agenda zet en de problemen die slachtoffers ervaren onder de aandacht brengt. Dat initiatief kunnen we alleen maar toejuichen. En complimenten voor het verzamelen van meer dan honderdduizend handtekeningen.
Uit het korte verhaal op de website met de petitie blijkt dat het slachtoffers vaak veel moeite kost om achter de identiteit van de mogelijke dader te komen. Peter R. de Vries zegt dat providers zich achter de regels over de bescherming van persoonlijke gegevens van hun klanten en hun eigen voorwaarden verschuilen en dat aangiftes bij de politie vaak onder op de stapel worden gelegd. Het inschakelen van juridische bijstand om via de rechter achter de identiteit van de mogelijke dader te komen, zou volgens de toelichting veel tijd en geld kosten.
Dat zijn serieuze problemen, die, ook wat ons betreft, opgelost moeten worden. Als het inderdaad zo is dat de politie te weinig aandacht besteedt aan aangiftes van pesten, dan moet de Tweede Kamer de minister van Veiligheid en Justitie ter verantwoording roepen. Hij kan de politie dwingen om de prioriteiten te herzien en meer aandacht aan dit soort zaken te schenken.. Dat geldt ook voor de tijd en kosten van het inschakelen van een advocaat en het naar de rechter stappen. Als dat een drempel is, dan moeten we die drempel beslechten. Dat is altijd goed, ook als het om andere soorten zaken gaat.
Ook begrijpen we dat het voor een slachtoffer vervelend is dat providers niet zomaar gegevens over hun klanten afgeven. Toch is daar een goede reden voor. De klant van de provider vertrouwt zijn persoonlijke gegevens aan de provider toe en moet er vanuit kunnen gaan dat die provider zijn gegevens niet lichtzinnig deelt met iedereen die daarom vraagt. En ook de provider heeft zelf een belang om aan hem toevertrouwde gegevens niet zomaar weg te geven: doet hij dit ten onrechte wel, dan loopt hij de kans daarvoor aansprakelijk te worden gesteld. En hoewel er grote belangen meespelen zit de provider niet in een goede positie om elk van dit soort verzoeken goed op waarde te schatten en alle relevante belangen goed af te wegen. De rechter zit in een betere positie.
We hopen dat het initiatief van Peter R. de Vries succesvol is. Dat het parlement en het kabinet het leed van slachtoffers van pesten op internet – en daarbuiten – serieus neemt. Maar tegelijkertijd hopen we ook op verstand: providers moeten niet onder druk worden gezet om de aan hen toevertrouwde persoonlijke gegevens van hun klanten zomaar te verstrekken. Het is belangrijk dat er altijd een rechter aan te pas komt als de provider gevraagd wordt klantgegevens af te staan. Als dat proces niet soepel loopt, dan moeten we die daar aan ten grondslag liggende problemen oplossen.