Kabinet wil iets bewaren wat ze niet kan bewaren
- 06 februari 2017
Een wettelijke verplichting tot het langdurig bewaren van gegevens over de locatie en het communicatiegedrag van echt iedereen, dat kan gewoon niet. Dat was het oordeel van de hoogste Europese rechter eind vorig jaar. De uitspraak maakt ook dat het wetsvoorstel daarvoor van ons eigen kabinet naar de prullenbak moet. Maar het kabinet is nog in de ontkenningsfase.
Deze wetgeving draait om de gegevens die iets zeggen over jouw gebruik van je mobiele telefoon. Met wie heb je wanneer en hoelang gebeld. Hoeveel sms’jes heb je verstuurd. En ook: waar was je zoal. De verplichting tot het bewaren van dit soort gegevens kent een turbulente historie. Europese regels, snel door het Europees Parlement gejast na de aanslagen in Madrid en Londen, stelden tal van lidstaten voor een moeilijk dilemma. Hoe kun je voldoen aan de verplichting om wetgeving in te voeren die duidelijk strijdig is met je grondwet? De nationale implementaties van deze Europese regels werden dan ook keer op keer ongeldig verklaard. Ook die Europese regels zelf werden uiteindelijk door Europese rechters ongeldig verklaard. En een jaar later maakte ook de Nederlandse rechter gehakt van onze eigen Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens.
Het Nederlandse kabinet nam niet eens meer de moeite om hoger beroep aan te tekenen. Niet omdat ze van een bewaarplicht wilde afzien. Maar ze zag ook wel in dat er wel iets moest veranderen. En dus kwam men met een nieuw wetsvoorstel. De voorgestelde wijzigingen zijn dan misschien wel mooi, maar losten het fundamentele probleem niet op: de wet verplicht providers tot het ongericht bewaren van gegevens over iedereen in Nederland. Dat voorstel ligt nu in de Tweede Kamer. Maar waar voorheen de rechter er achteraf aan te pas kwam, wordt het kabinet nu aan alle kanten ingehaald. De uitspraak van eind vorig jaar maakt het zinloos om het huidige voorstel er nog even door te drukken.
Dat ziet het kabinet ook. En dus stuurde men vorige week een brief aan de Tweede Kamer. Toch lijkt het kabinet nog in de ontkenningsfase. In plaats van te zeggen: dit voorstel was een slecht idee, zegt men dat “de consequenties [van de uitspraak] nader moeten worden onderzocht.” We zien niet in wat het kabinet nog wil onderzoeken: het ongericht bewaren van gegevens over de locatie en het communicatiegedrag kán gewoon niet. Als je zo’n wet al door het parlement krijgt, dan wordt de wet later alsnog door de rechter ongeldig verklaard. Zonde van de tijd en moeite van al die ambtenaren, parlementsleden, handhavers, juristen, de rechterlijke macht, providers en burgerrechtenorganisaties.
Oh, en van de vrijheid van de internetter.
Misschien wel het allermooiste van de brief aan de Tweede Kamer is de verschrijving op de website van het ministerie. Daar staat: “Kamerbrief met reactie op bericht ‘Europees Hof maakt gehakt van volledige bezwaarplicht’”.
Dat is een onbedoelde verwijzing naar de tien jaar oude campagne van internetproviders BIT en XS4ALL: “Bezwaarplicht tegen de bewaarplicht!”. Het zou mooi zijn als het kabinet door schade en schande wijzer is geworden en het voorstel subiet intrekt.