Het sleepnetdebat: dat sleepnet gaat er komen
- 09 februari 2017
Gisteren was het debat over het sleepnet in de Tweede Kamer. We hebben er verslag van gedaan, nu tijd voor de samenvatting en onze analyse. Kort samengevat: het sleepnet gaat er komen.
Kabinet voor sleepnet
Het debat duurde bijna 10 uur en in die tijd sprak de meerderheid van de Kamerleden zich uit voor de nieuwe wet. Wij deden verslag, dat kun je hier nalezen. je kunt ook hier het debat terug kijken. Een groot deel van het debat ging over het sleepnet, dat volgens Plasterk en Tellegen geen sleepnet genoemd mag worden.
De oppositiepartijen bleven doorvragen over de reikwijdte van wat Plasterk eufemistisch “onderzoeksopdrachtgerichte interceptie” noemt. Ze wilden namelijk weten tot hoever de wet zou kunnen gaan. Plasterk weigerde daar echt antwoord op te geven, omdat elk voorbeeld of nadere invulling volgens hem de wet direct beperkt. En dat wil Plasterk niet.
Coalitie voor sleepnet
En de coalitie ook niet. Elk amendement dat door de oppositie is ingediend krijgt, op basis van het debat, geen steun. De VVD leek per definitie niet geneigd om inperkingen te steunen, maar ook de PvdA, zonder wie al die amendementen niet aangenomen kunnen worden, gaf niet thuis. De PvdA, net als Plasterk, is van mening dat de praktijk de grenzen van de wet moet gaan bepalen in plaats van dat de wet zelf duidelijke grenzen stelt.
Wet te vaag en te onduidelijk
Daarmee werd precies het problematische van deze wet benadrukt: de grote hoeveelheid open normen en het gebrek aan nadere invulling. Dat betekent twee dingen: ten eerste dat de grenzen van de bevoegdheden voornamelijk uit de praktijk zal moeten blijken. De CTIVD, de toezichthouder, heeft daar al over gezegd dat er in de wet nog onvoldoende handvatten zijn om dat ook goed te kunnen toetsen. Voor die extra handvatten is geen steun in de Tweede Kamer. En voor de burger blijft het dus heel erg vaag.
Het betekent ten tweede dat de inbreuken voor een groot deel door de technologische ontwikkelingen zal worden bepaald. Van Raak zei daar terecht over: de bevoegdheden zijn dan weliswaar techniekonafhankelijk, maar de inbreuken zijn niet techniekonafhankelijk. Er zou dus meer inspraak moeten komen over de inzet van die techniek die gebruikt mag gaan worden. Maar: daar wil de meerderheid van de Kamer ook niet aan.
Plasterk geeft sleepnet toe
De onwil om de wet nader in te kaderen en openheid van zaken te geven over hoe ruim het sleepnet is, betekende dat de PvdA en de VVD konden blijven volhouden dat er geen sleepnet zou komen. D66 had een amendement ingediend om het sleepnet in te perken en gaf daarbij aan dat de AIVD en de MIVD niet op stelselmatige en op grootschalige wijze het internet zou mogen aftappen.
Uit de beantwoording van Plasterk, aan het einde van het debat, bleek dat wel degelijk op stelselmatige en op grootschalige wijze het internet kan worden onderschept. Dat is wat wij een sleepnet noemen. En zoals het kabinet zelf zegt: “Dit op voorhand uit te sluiten miskent de aard van de onderzoeksopdrachtgerichte interceptie.”
Debat exemplarisch voor wetstraject
Het was jammer dat dit pas bleek aan het einde van het debat. Het zorgde er ook voor dat de eerdere uren debatteren met Plasterk, de PvdA, de VVD en het CDA veel zinvoller hadden kunnen zijn, als zij deze duidelijkheid eerder hadden gegeven.
En dat is exemplarisch voor het hele proces. Er is wel transparantie, maar al snel gaat de deksel dicht. Keer op keer moet er worden doorgevraagd naar de reikwijdte en de bedoelingen van de wet – en pas daarna komen er mondjesmaat verduidelijkingen. En het traject van de wet kan niet gewijzigd worden, want om in de woorden van Plasterk zelf te spreken: “we moeten door”.
Stemming dinsdag
En zo zal er dinsdag over een wet gestemd worden die, zoals de CTIVD zegt, te weinig waarborgen biedt voor een goed ingeperkte inzet van bevoegdheden. Een wet die waarschijnlijk niet zal voldoen aan het Europese recht, zoals de Raad van State aangaf. En dat zou dan de derde keer op rij zijn dat de Nederlandse wet niet voldoet aan de minimumwaarborgen voor onze burgerrechten.