Kamer kiest voor sleepnet: grootschalig tappen wordt straks mogelijk
- 14 februari 2017
- Foto: saurabh.gupta
De Tweede Kamer heeft vandaag een nieuwe wet voor de geheime diensten aangenomen. Ondanks heel veel kritiek van experts, toezichthouders, maatschappelijke organisaties, politieke partijen en bezorgde burgers, is de nieuwe wet vrijwel ongewijzigd door de Tweede Kamer aangenomen. We zijn erg teleurgesteld dat een wet die zulke verstrekkende gevolgen heeft, zó gehaast door de Kamer wordt geloodst.
Politieke opportuniteit boven degelijke wetgeving
Politieke opportuniteit lijkt hier gewonnen te hebben van degelijke wetgeving die de rechten van burgers in Nederland voldoende beschermt. Het Kabinet nam na de internetconsultatie zeer ruim de tijd om een nieuwe versie van het wetsvoorstel in te dienen. Maar toen het voorstel eind vorig jaar bij de Tweede Kamer werd ingediend moest alles opeens snel, snel, snel voor de verkiezingen afgerond worden.
Ondanks de zeer krappe deadline hebben verschillende oppositiepartijen zich ingezet om met heel veel amendementen de wet te verbeteren. Maar Plasterk en de coalitiepartijen hielden de gelederen gesloten: vrijwel geen van de ingediende amendementen heeft het uiteindelijk gehaald.
Hieronder hebben we de grootste pijnpunten van de wet op een rijtje gezet.Read this article in English.
Van gericht naar ongericht tappen
De belangrijkste wijziging door deze wet is de mogelijkheid voor de geheime diensten om straks op stelselmatige en op grootschalige wijze het internet te tappen. De geheime diensten mogen op dit moment al gericht tappen. Met de nieuwe wet wordt deze bevoegdheid enorm uitgebreid waardoor ook de communicatie van grote groepen onschuldige burgers onderschept kan worden.
Een kernwaarde van onze vrije samenleving dat een burger die niets verkeerd doet niet in de gaten wordt gehouden, wordt met deze wet overboord gegooid.Of het nu een telefoontje of appje is, alles dat je online doet kan straks terechtkomen in het sleepnet van de geheime diensten, zolang jouw communicatie in het kader van een ‘onderzoeksopdracht’ van de geheime diensten valt.
Niet geëvalueerde gegevens in handen van buitenlandse diensten
Het is belangrijk dat de geheime diensten samenwerken met buitenlandse geheime diensten en in dat verband gegevens uitwisselen. Maar ze mogen ook gegevens uitwisselen met buitenlandse diensten zonder dat zij deze gegevens zelf eerst geanalyseerd hebben. Men weet dan niet precies waar de gegevens over gaan die aan het buitenland verstrekt worden. De gevolgen hiervan voor burgers waarop deze gegevens betrekking hebben zijn niet te overzien. Het blijft onacceptabel dat onze communicatie zonder enige analyse vooraf aan buitenlandse geheime diensten verstrekt kan worden.
Realtime toegang tot databases zonder goede waarborgen
Met dit wetsvoorstel kunnen de diensten rechtstreeks en volledig automatisch toegang krijgen tot databasesOver dit punt is later in de Eerste Kamer nog uitgebreid gesteggeld. van iedere organisatie die met de diensten meewerkt. Dit kan volledig automatisch, zonder dat hier een mens aan te pas komt. De diensten zouden bijvoorbeeld direct toegang kunnen krijgen tot databases van overheidsinstanties zoals de Belastingdienst, maar ook van scholen, maatschappelijke organisaties of van bedrijven zoals banken.
Er worden nauwelijks maatregelen getroffen om te zorgen dat dit op een verantwoorde manier gebeurt. Zo is er geen toestemming vereist van de minister en kijkt de toezichthouder of de nieuwe toetsingscommissie niet mee voordat de diensten direct toegang kunnen krijgen.
Ontbrekende en onduidelijke normen
Een groot probleem van de wet blijft de grote hoeveelheid open normen en het gebrek aan nadere invulling. Dat betekent twee dingen: ten eerste dat de grenzen van de bevoegdheden voornamelijk uit de praktijk zal moeten blijken. Voor de burger blijft het dus heel vaag. De CTIVD, de toezichthouder, heeft daar al over gezegd dat er in de wet nog onvoldoende handvatten zijn om dat ook goed te kunnen toetsen.
Daarnaast zal de inbreuk op onze rechten voor een groot deel door technologische ontwikkelingen worden bepaald. Van Raak merkte in het debat over deze wet terecht op dat de bevoegdheden weliswaar techniekonafhankelijk zijn, maar de inbreuken zijn dat niet.
De positieve kanten van deze wet
We zijn erg kritisch over onderdelen van de nieuwe wet, maar niet alles is kommer en kwel. Op een aantal punten is het aangenomen voorstel een verbetering ten opzichte van de huidige wet of het eerder ingediende voorstel ten tijde van de internetconsultatie. Zo moeten de diensten voordat ze veel van hun bevoegdheden mogen inzetten eerst toestemming krijgen van de minister en moet een toetsingscommissie dit vooraf goedkeuren.
Het is ook goed dat er een regeling is gekomen voor online onderzoek door de diensten. En, ondanks dat we het niet eens zijn met de wet, is het wel goed dat er een wet is. Er zijn ook genoeg landen waarbij het volstrekt onduidelijk is wat de diensten uitvoeren.
Wat gaan we nu doen?
Nu is eerst de Eerste Kamer aan zet om zich over deze wet te buigen. Een wet die waarschijnlijk niet zal voldoen aan de minimumwaarborgen van Europees recht. Als de fracties in de Eerste Kamer de fracties in de Tweede Kamer volgen, is er een vrij ruime meerderheid voor deze wet.
Maar we geven de hoop niet op. We zullen de senatoren aanspreken om goed naar het voorstel te kijken in het licht van alle kritiek die op het voorstel is geleverd en de wet niet zonder wijzigingen door de Tweede Kamer aan te nemen. Passeert het voorstel ook vrijwel ongewijzigd de Eerste Kamer? Dan zou een gang naar de (Europese) rechter een mogelijkheid zijn. We zullen in ieder geval alle mogelijkheden onderzoeken om op te komen voor jullie rechten en vrijheden.