Politie te kort door bocht in strijd tegen jihadisme
- 17 juni 2017
- Bob Doran (foto)
De NOS verhaalt vandaag over een nieuw team van de politie die zich bezig houdt met het verwijderen van terreurpropaganda op internet. Het doel van de politie is lovenswaardig, de manier waarop minder.
De taak van het Internet Referral Unit (IRU) is “het schonen van het internetNOS: Overheden gaan strijd aan met terreurpropaganda op internet” door internetbedrijven te vragen “mogelijke strafbare uitingen” over de jihad te verwijderen. Nederland doet dat in navolging van enkele van onze buurlanden die ook al zulke “specialistische teams” hebben ingericht. De minister maakte vorig jaar al op ons verzoekWe schreven al eerder over die nieuwe team van de politie documenten openbaar over de werkwijze van het team. We zien tenminste vier problemen die opgelost moeten worden.
Door geen gebruik te maken van de bevoegdheid kan de politie de bijhorende waarborgen omzeilen en ligt misbruik en willekeur op de loer.
Probleem 1: Politie mag niet vragen wat ze ook kan vorderen
De politie wil het internet “schonen” door een bedrijf als Google of Facebook vriendelijk te vragen “mogelijk strafbare informatie” op hun platform te verwijderen. Maar de politie mag niet vragen wat ze ook kan vorderen. En daar is een goede reden voor: de de bevoegdheid om de verwijdering van informatie te vorderen is voorzien van waarborgen. Die waarborgen dwingen tot een zorgvuldige inzet. Door geen gebruik te maken van de bevoegdheid kan de politie de bijhorende waarborgen omzeilen en ligt misbruik en willekeur op de loer.
Probleem 2: Er is geen onafhankelijke toetsing door een rechter
Eén van die waarborgen is een onafhankelijke toetsing, bijvoorbeeld door een rechter of een rechter-commissaris. In de huidige opzet van de Internet Referral Unit ontbreekt het daar nu aan. Dat betekent de politie op eigen houtje bepaalt wat verwijderd zou moeten worden en een internetbedrijf daarin meegaat als het ook maar een klein beetje plausibel klinkt. Nergens is in het proces is er een onafhankelijke controle. En juist met dit soort informatie is dat belangrijk. Want of een filmpje ook echt als opruiing strafbaar is, is lang niet altijd duidelijk en al helemaal als het in een andere taal dan de Nederlandse is.
Als het écht strafbaar is, is het onbegrijpelijk, of zelfs onverantwoord, als de politie verwijdering niet gewoon afdwingt.
Probleem 3: Als het écht strafbaar is, waarom treedt de politie niet keihard op?
Laten we even voor het gemak aannemen dat zo’n filmpje écht strafbaar is, op een manier dat er écht geen twijfel kan zijn en dat er écht geen discussie over kan ontstaan. Dan is het toch gek dat de politie in zo’n geval het internetbedrijf slechts vriendelijk en “vrijblijvend” vraagt om die informatie te verwijderen. Want als het bedrijf het verzoek negeert of verwijdert, dan kan de politie een procedure in gang zetten “om de content onder dwang te laten verwijderen” – zo bleek uit ons Wob-verzoek. Met de nadruk op kan. Als het echt strafbaar is, is het onbegrijpelijk, of zelfs onverantwoord, als de politie verwijdering niet gewoon afdwingt.
Probleem 4: Aantal verwijderingen is geen goed criterium voor succes
In het artikel bij de NOS stelt de politie dat een eerder experiment succesvol bleek want “in veel gevallen verwijderen de internetbedrijven informatie ook daadwerkelijk”. Maar dat is natuurlijk geen goede maatstaf voor succes. Dat is het niet omdat, zeker met het bovenstaande in het achterhoofd, het ook kan zijn dat te veel is verwijderd. Het is ook geen goed criterium omdat het ook belangrijk is dat de verspreiders erachter vervolgt moeten worden en mogelijk de prikkel om tot vervolging over te gaan is weggenomen. Tenslotte kan het soms ook zijn dat het maatschappelijk debat over zo’n filmpje of afbeelding nog belangrijker is.
Onze vrijheid beschermen doe je door haar te respecteren
Het kabinet gaf in 2014 de opdrachtHet Actieprogramma Integrale Aanpak Jihadisme van het kabinet in 2014 tot oprichting van de Internet Referral Unit voor het “beschermen van onze democratie en rechtstaat”. Ironisch genoeg ondermijnt de huidige invulling daarvan die democratische rechtstaat. Een democratische rechtstaat waarin bij wet nauwkeurig is vastgelegd wat de politie wél mag en wat de politie méér mag dan de gewone burger. Regels die er voor moeten zorgen dat de politie ons niet per ongeluk van onze vrijheid berooft.
En het is niet dat de politie opeens onthand is als ze zich beperkt tot haar wettelijke bevoegdheden. Op zijn slechtst is het gewoon iets meer werk. Iets meer werk, juist om onze vrijheid te beschermen. Of, zoals Folkert JensmaJensma over de ‘genoeg is genoeg’-speech van de Britse premier May het recent zo eloquent zei: “mensenrechten horen juist in de weg te staan.”