Past de digitale opsporing nog wel in het Wetboek?
- 30 augustus 2017
- Foto: Gerard Royer
De rechter buigt zich in deze weken over de zaak tegen Naoufal F. Wij volgen die zaak met veel interesse. De politie heeft namelijk gebruik gemaakt van een aantal geavanceerde digitale opsporingsmethoden die tegen de randen van de wet aanlopen.
Ennetcom spil in onderzoek
Het hete hangijzer in de zaak tegen Naoufal F.Naoufal F. wordt gezien als een kopstuk van de Mocromaffia is de manier waarop de politie toegang heeft verkregen tot beveiligde communicatie van verdachten en die communicatie heeft doorzocht. Inez Weski, de advocaat van meerdere verdachten in deze zaak, stelt dat de politie hiermee zoveel regels heeft overtreden dat het proces moet worden stopgezet. De rechter vindt van niet. Maar daarmee is het laatste woord nog niet gesproken.
Politie doorzocht in beslag genomen server
In het kader van onderzoek naar onder andere (mislukte) liquidaties zijn criminelen in beeld van de politie gekomen die gebruik bleken te maken van de PGP-telefoons en het communicatienetwerk van het Nederlandse bedrijf EnnetcomLees hier hoe de politie dat heeft gedaan. Eén van hen was Naoufal F. De communicatie was beveiligd met PGP, een veelgebruikte versleutelingsmethode. Om deze versleutelde communicatie te lezen heeft de politie of de sleutel nodig, of moet de versleuteling omzeild worden. Dat kan bijvoorbeeld door te hackenVersleuteling omzeilen is een van de redenen voor de hackwet.
We weten dat de politie een Canadese server van Ennetcom in beslag heeft laten nemen en een kopie heeft gemaakt. Op die server stonden, naast de versleutelde communicatie, kennelijk ook de PGP-sleutels waarmee de communicatie beveiligd was. Die was daardoor te ontsleutelen en te lezen. Ook lukte het de politie om communicatie die op de PGP-telefoons opgeslagen stond te lezen.
De politie heeft vervolgens met HanskenLees hier wat het NFI zelf over Hansken zegt, een door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) ontwikkelde forensische zoekmachine, alle verzamelde communicatie doorzocht.
Past het in de wet?
De vraag is of dit allemaal wel mocht. Ten eerste vergelijkt Weski de inbeslagname van de server met het uitwerpen van een sleepnet over een communicatienetwerk. Er is volgens haar ten onrechte grote hoeveelheden communicatie van onverdachte personen verzameld. Ze stelt dat Ennetcom een legale dienst aanboodZe schreef een stuk op de site van Ennetcom waarin ze haar kritiek op de werkwijze van de politie geeft, waar misschien ook wel criminelen gebruik van maakten, maar ook bedrijven, overheden en onschuldige burgers. De server had dus nooit zo in beslag genomen mogen worden. Een saillant detail is dat volgens Weski de PGP-sleutels helemaal niet op die server stonden, maar bij een ander bedrijf. Als dat waar blijkt te zijn, zou dat de zaak aanzienlijk kunnen veranderen.
De digitalisering verandert het politiewerk structureel
Daarnaast vindt Weski dat de zoekmachine zelf een buitenwettelijk opsporingsmiddel is, dat niet ingezet had mogen worden. Buitenwettelijk wil zeggen dat het een opsporingsmiddel is waarover niets in de wet is vastgelegd. De tapbevoegdheid is bijvoorbeeld wel een wettelijk opsporingsmiddel, maar de stealth-sms niet. Een buitenwettelijk middel mag soms wel worden ingezet, bijvoorbeeld als het geen grote inbreuk maakt op de rechten van een verdachte en als het gebruik geen risico vormt voor de integriteit en beheersbaarheid van de opsporing. Maar Weski is van mening dat Hansken niet aan deze voorwaarden voldoet.
Weski wil dat het proces wordt gestopt - de rechter beslist anders
Weski wil nu vanwege de grote fouten en problemen in het onderzoek dat het proces wordt stopgezet en heeft om niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie gevraagd. De politie denkt daar vanzelfsprekend anders over, net als het Openbaar Ministerie. De rechter heeft nu geoordeeld dat het proces wel door mag gaan.
Data verandert de opsporing
Wij vinden dit een hele interessante zaak. We weten natuurlijk niet waar die sleutels zijn verzameld en of het uitsluitend een crimineel netwerk is. Daar zal de rechter over moeten oordelen.
Het Wetboek van Strafvordering sluit niet aan op de digitale ontwikkelingen
Maar, uit deze zaak blijkt weer eens dat dat de politie in toenemende mate eenvoudiger toegang krijgt tot grote hoeveelheden informatie. Ten eerste is er simpelweg meer data beschikbaar. Ten tweede kan er, door de steeds geavanceerdere analysetechnieken, meer en meer informatie uit de beschikbare data worden afgeleid. Informatie die op zichzelf onbeduidend lijkt, kan in combinatie met andere informatie ineens erg veelzeggend worden. Door deze combinatie ontstaan dus grotere inbreuken.
Het zorgt er ook voor dat het werk van de politie wezenlijk anders wordt, omdat de nadruk in de toekomst nog meer komt te liggen op (geautomatiseerde) dataverwerking. In deze zaak komen beide componenten bij elkaar. Aan de ene kant is een server met ontzettend veel informatie beschikbaar en aan de andere kant is er een geavanceerd analysemiddel beschikbaar om die data te doorzoeken.
Het Wetboek van Strafvordering wordt aangepast...
We zien dat het huidige Wetboek van Strafvordering eigenlijk niet meer goed aansluit op de digitale ontwikkelingen. Dat vindt ook het ministerie van Veiligheid en Justitie, dat een concept-voorstelLees hier zelf alles over de wetsvoorstellen heeft gelanceerd dat het huidige Wetboek moet vervangen. Het uitgangspunt van dat concept-voorstel is dat de 'nieuwe' uitdagingen die digitalisering biedt het hoofd geboden kunnen worden. Je zou verwachten dat de kwesties die in deze zaak spelen daarin worden aangepakt.
...Maar schiet nog steeds te kort
Maar, ook het concept-voorstel biedt helaas geen antwoord op de problemen die in deze zaak naar voren komen. Dat is een gemiste kans. Zo is er bijvoorbeeld echt beter toezicht op de digitale opsporing nodig. Ook moet er worden nagedacht over het verzamelen van grote datasets waar ook gegevens van onschuldige burgers tussen zitten. En tot slot moeten er betere regels komen voor het analyseren van die gegevens. In de nieuwe wet voor de geheime diensten is er bijvoorbeeld sprake van een aparte analysebevoegdheid. Dat is niet zo bij de wet voor de politie. Waarom zouden er voor de politie op dit punt minder strikte regels moeten gelden?
We hebben de afgelopen tijd veel nagedacht over hoe het Wetboek van Strafvordering er wel uit zou moeten zien. We zijn nu druk bezig om onze reactie op het voorstel af te ronden, en komen hier binnenkort dan ook uitgebreid op terug!