Politie hoeft helemaal niet zo efficiënt mogelijk te werken
- 21 november 2017
Het is handig als de politie direct elk incident ziet, want dan kan ze efficiënt reageren. Daarom hangt de politie onze wereld graag vol met sensoren. Wel zo veilig, toch?
Eerste Kamer stemt over de wie-was-waar-wet
Geeft de Eerste Kamer vandaag de politie de bevoegdheid om tot vier weken lang bij te houden waar zij welke automobilist heeft zien rijden? In aanloop naarHet item over de camera's die kentekens kunnen herkennen vind je hier het debat en de stemming over het wetsvoorstel besteedde het NOS Journaal afgelopen week aandacht aan de zogenaamde ANPR-camera’s. Aan het woord komt ook de baas van het “Programma Sensing” van de Nationale Politie:
“Als wij deze informatie via de meldkamer binnenkrijgen zijn we in staat om daar veel efficiënter op te handelen. Dat is het eigenlijk. Je kan niet met alle politieagenten overal staan te kijken en elk incident zien. Dat kan met sensoren wel.”
Onze vrijheid – de vrijheid om iets onbespied te kunnen doen – mag best iets kosten. Letterlijk, de tijd van rechercherende agenten.
Politie wil alles weten... voor jouw veiligheid
Het allerbelangrijkste in dit pleidooi is het belang dat de politie hecht aan efficiëntie. Hoe efficiënter hoe beter. Als we maar genoeg sensorenGelekt intern document van politie schetst "landelijk dekkend netwerk van sensoren" ophangen, kan de politie overal elk incident zien én daar veel efficiënter op handelen. Daar is toch niemand tegen? Als dat inderdaad het criterium is, dan kan het kabinet aan de bak. Huiselijk geweld bestrijden we door in elke kamer in elk huis een camera op te hangen, de politie krijgt de bevoegdheid om ook gebruik maken van het sleepnet van de geheime diensten en elke aankoop bij een bouwmarkt wordt gemeld bij de politie.
Efficiëntie is niet het belangrijkste criterium
Dat zou natuurlijk absurd zijn. Dat komt omdat efficiëntie helemaal niet het allerbelangrijkste criterium voor de politie is. Belangrijk, dat zeker, maar niet het belangrijkst. We hechten bijvoorbeeld meer waarde aan onze vrijheid. Daarom geldt in onze democratische rechtsstaat het uitgangspunt dat je niet in het vizier van de overheid bent, tenzij er een concrete verdenking tegen je bestaat. Alleen dan, en ook dan alleen onder bepaalde voorwaarden, mag de politie in je privéleven neuzen. En je verdwijnt alleen de gevangenis in als “wettig en overtuigend bewezen” is dat je je schuldig hebt gemaakt aan een strafbaar feit. Als maatschappij vinden we dat uitgangspunt zó belangrijk, dat we op de koop toenemen dat sporadisch een moordenaar vrijuit gaat. Hoe onprettig dat ook voelt, maar het zorgt er wél voor dat het ons weerhoudt barbaren te zijn.
Als we maar genoeg sensoren ophangen, kan de politie daar veel efficiënter op handelen. Daar is toch niemand tegen? Toch?
Onze vrijheid mag best wat kosten
Kortom, in onze maatschappij zien we graag een efficiënte rechtshandhaving, maar wel eentje die in verhouding is met andere verworvenheden. Burgers eisen niet van de politie dat zij elk incident ziet. Want de consequentie van die eis zou zijn dat de politie altijd en overal bij aanwezig is – en daar zit niemand op te wachten. Dat de politie soms pas na een incident in beeld komt is niet erg: onze vrijheid – de vrijheid om iets onbespied te kunnen doen – mag best iets kosten. Letterlijk, de tijd van rechercherende agenten.