Gedogen in Nederland is negeren dat de politie zich niet aan de wet houdt
- 12 oktober 2018
- Foto: Martin Kenny
Op ons verzoek maakte de minister van Justitie en Veiligheid twee documenten van de politie openbaar. Daarin wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de naleving van de regels rondom de opsporingsdatabase CIOT. We worden er moedeloos van: hoewel de politie de wet al tien jaar toepast ontbreekt het haar aan een “eenduidig inzicht in het juridische kader.”
Rommeltje bij opsporingsdatabase
Zou een crimineel ermee wegkomen als hij belooft zich steeds beter aan de wet te houden? Nee toch? Waarom de minister dan wel? Die vraag stelden we eind juli over de minister van Justitie en Veiligheid. Hij had net per brief aan de Tweede Kamer laten weten dat zijn ministerie en de politie zich nog altijd nietLees hier meer over het CIOT en de audits aan de wet houden bij het gebruik van het CIOT-systeem. Dat is de centrale opsporingsdatabase van de overheid waar internetproviders elke dag een deel van hun klantenadministratie naar toe sturen.
Uit de brief van de minister aan het parlement blijkt er ook deze keer weer het nodige te mankeren. Niet alleen inhoudelijk, maar ook aan de manier waarop de minister met dit toezicht omgaat. Waarom stuurt de minister de rapporten over de situatie in 2015 en 2016 pas in 2018 naar het parlement? Waarom stuurt de minister niet meteen alle onderliggende verslagen mee? Waarom moeten wij die transparantie, met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur, afdwingen?
Politie weet niet hoe je de wet uitlegt
De inhoud van deAuditrapport CIOT 2015 verslagenAuditrapport CIOT 2016 stemt alleen maar treuriger. Het is gewoon on-be-grij-pe-lijk dat de politie kan blijven zeggen dat er voor bepaalde soorten gegevensvorderingen “nog onduidelijkheid is over de wijze waarop [die] bevragingen dienen plaats te vinden” en dat “niet duidelijk is welke archiveringstermijnen gehanteerd dienen te worden”. De wet- en regelgeving die ten grondslag ligt aan het opvragen van gegevens over internet- en telefoongebruikers en deze database zijn tenminste tien jaar oud. Sindsdien is er niets of niets wezenlijks veranderd. Hoezo weet de politie na al die tijd nog steeds niet hoe ze de wet moet interpreteren?
Zou een crimineel ermee wegkomen als hij belooft zich steeds beter aan de wet te houden? Waarom de minister dan wel?
Gedogen op zijn Nederlands
Dat geldt ook voor de bevragingen uit de alarmcentrale: “Voor het toestaan van [bevragingen] door de 112-centrale en de kaders waarbinnen dit zou mogen, is het niet gelukt om een eenduidig inzicht te krijgen in het juridisch kader.” In een reactie stelt de leiding van de politie voor om “in te zetten op een korte verlenging van de gedoogsituatie tot de zomer van 2018.” Een “korte verlenging” is in deze context een verlenging van een jaar of meer. Ze hoopt erop dat deze onduidelijkheden verholpen zijn met de introductie van een nieuw systeem voor de meldkamers.
Tegelijkertijd houdt ze er nu al rekening mee dat ook dat niet lukt: “Mocht het [nieuwe systeem] de CIOT-bevragingen niet kunnen ondervangen, dan zullen we alsnog een wetgevingsverkenning in gang zetten.” Als dat gebeurt, dan betekent dat dat de politie nog heel wat langer werkt op basis van 'een gedoogsituatie'. Een situatie waarin we weten dat de politie de wet negeert, maar we toch maar gewoon de andere kant op kijken.
Gedogen: een situatie waarin de politie willens en wetens de wet negeert, maar we toch maar gewoon de andere kant op kijken.
Dieptriest
Nee, de rapporten over de gang van zaken rondom de opsporingsdatabase stemmen dieptriest. Het wordt tijd dat het parlement én de providers zich hier druk over maken. Ze moeten de minister dwingen ervoor te zorgen dat het ministerie én de politie zich aan de wet houden. Het volgende verslag zou niet langer dan een pagina moeten zijn: “We voldoen volledig aan alle geldende wetten en regels.”