Vorderen niet vragen – daar was iedereen het over eens (2/3)
- 27 november 2018
- Foto: Metrix Create:Space
De politie mag niets vragen wat zij ook kan vorderen, want anders kunnen essentiële waarborgen gemakkelijk omzeild worden. Dat uitgangspunt is een van de pijlers onder onze rechtsstaat en iedereen is (of was) het daar wel over eens.
In drie blogs leggen we je uit waarom de politie niet mag vragen wat ze ook kan vorderen, hoe decennia lang iedereen het daarover eens was en hoe het kabinet slow but steady dit uitgangspunt loslaat.
Zo’n beetje in steen gebeiteld
Zo’n beginsel is misschien niet letterlijk in steen gebeiteld, maar het is verder wel zo’n beetje overal vastgelegd. Dat beginsel was voor de wetgever jarenlang glas- en glashelder. In Europese mensenrechtenverdragen is vastgelegd dat de overheid niet zomaar een inbreuk op jouw vrijheid van meningsuiting mag maken. In de wet waarmee de politie veel van haar huidige bevoegdheden kreeg is het uitgangspunt expliciet benoemd. Het was ook het standpunt dat zowel de regering als ook het Openbaar Ministerie uitdroeg. Rechters oordeelden ook langs die lijn. Hoe erg iedereen het over eens was? Hier volgt een bloemlezing van soms wat meer juridische teksten.
Europees verdrag van de rechten van de mens
In het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is de vrijheid van meningsuiting vastgelegd. Je mag zeggen wat je wilt “zonder inmenging van enig openbaar gezag.” Dat gezag, onze overheid, mag wel beperkingen opleggen:
Daar de uitoefening van deze vrijheden plichten en verantwoordelijkheden met zich brengt, kan zij worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn […].
Het “noodzakelijk in een democratische samenleving” is een waarborg, net als het “bij wet vastgelegd”. Dat eerste zorgt ervoor dat inperkingen op onze vrijheid uitsluitend mogen als dit noodzakelijk en proportioneel is en dat uitsluitend het minst ingrijpende middel wordt ingezet. Dat laatste zorgt ervoor dat we in de wet vastleggen wat de politie precies mag, als zij meer dan een minimale inbreuk op onze vrijheid wil maken. Dat vertaalt zich in een bevoegdheid met waarborgen. Een vordering dus, niet een vraag.
Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden
In de toelichting op het wetsvoorstelMemorie van Toelichting van de Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden waarmee veel van de huidige bevoegdheden van de politie werden geïntroduceerd staat:
Evenmin staat het de met opsporing belaste instanties zonder meer vrij persoonsgegevens van derden te vragen. De regels voor een zorgvuldige omgang met persoonsgegevens zoals neergelegd in de Wet bescherming persoonsgegevens stellen hieraan namelijk grenzen. […] Daarom zijn er – voor die gevallen waarin het nodig is in het belang van de opsporing de beschikking te krijgen over persoonsgegevens – strafvorderlijke bevoegdheden nodig.
Kabinet, bij monde van de Justitie-minister
In 2011 zette de politie de hoofdredacteur van een website onder druk. De politie wilde dat de website de IP-adressen van reagerende bezoekers overhandigde. In reactie op vragenDe volledige antwoorden van de minister uit de Tweede Kamer antwoordde de toenmalige minister van Justitie:
Deze [wet] voorziet in nauwkeurig omschreven bevoegdheden voor het vorderen van gegevens [...]. De verschillende bepalingen binnen de regeling zijn zo opgebouwd dat bij de bevoegdheidstoekenning altijd rekening wordt gehouden met een drietal belangen: het belang van de opsporing, het belang van de derde bij wie de gegevens gevorderd worden en het belang van degene op wie de gegevens betrekking hebben. Hoe zwaarder de belangen zijn van bijvoorbeeld een derde onder wie de gegevens worden gevorderd, hoe meer waarborgen zijn ingebouwd [...].
Hij merkt daarbij expliciet op:
Een verzoek tot vrijwillige verstrekking behoort niet tot de mogelijkheden: opsporingsambtenaren moeten van de vorderingsbevoegdheid [...] gebruik maken.
Openbaar Ministerie
En dat is ook de uitlegDe uitleg is vastgelegd in de Aanwijzing opsporingsbevoegdheden van het Openbaar Ministerie:
Indien in het belang van het opsporingsonderzoek vastgelegde gegevens moeten worden verkregen die aanwezig zijn bij een derde, dan geldt als uitgangspunt dat de wettelijke regeling van de bevoegdheden tot het vorderen van gegevens wordt toegepast [...]. De wettelijke regeling [...] kent namelijk waarborgen met het oog op de bescherming van de gegevens van de persoon of de personen op wie de gegevens betrekking hebben en ziet toe op behartiging van de belangen van anderen, zoals die van derden.
En dat is ook de uitleg die aan een officier van justitie wordt gegeven in het Zakboek Strafvordering voor de HulpofficierDit is het boek, bij een van de webwinkels:
De opsporingsambtenaar en officier van justitie mogen géén vrijwillige afgifte van persoonsgegevens die vallen binnen de reikwijdte van de Wet bescherming persoonsgegevens, er zal dan gevorderd moeten worden op basis van [Wetboek van Strafvordering].
De rechter
En omdat de intentie van de wetgever zo helder was, is er ook jurisprudentie waaruit dit af te leiden isHier vind je het vonnis waaruit het citaat komt:
Nu voor de rechtmatige verkrijging van zulk beeldmateriaal ten behoeve van een strafzaak een vordering ex art. 126nd Sv vereist is en vrijwillige verstrekking gelet op de privacybelangen [...] niet tot de mogelijkheden behoort, ligt de vraag voor of zo een vordering van de officier heeft bestaan. Het dossier bevat zo een vordering niet, waardoor het er op moet worden gehouden dat deze vordering nimmer werd gedaan. De bewakingscamerabeelden hadden daarom niet voor het onderzoek in deze zaak mogen worden gebruikt. En dienen van het bewijs te worden uitgesloten.
Zo is het en zo moet het zijn
Kortom, het staat met opsporing belaste instanties niet vrij om een aanbieder van een internetdienst vriendelijk te verzoeken informatie van het internet te verwijderen of persoonsgegevens van klanten op te vragen als zij die ook kan vorderen. Als de politie bepaalde gegevens wil, dan kan ze die vorderen. Aan die vordering zijn waarborgen verbonden. Die waarborgen zijn er om de rechten van alle betrokken partijen mee te wegen en machtsmisbruik te voorkomen. Dat is helder en dat is hoe het moet zijn, vindt Bits of Freedom.