Leestips: Hoe ziet de nieuwe mens eruit?
- 11 februari 2019
- Foto: Jaredd Craig
Medewerkers van Bits of Freedom delen met enige regelmaat welke boeken zij lazen die betrekking hebben op het internet, technologie, privacy, vrijheid en rechten. Dit keer non-fictie en fictie van Marc O'Connell, Sander Pleij, Zeynep Tufecki, Jaron Lanier en Brenno de Winter.
De mensmachine (vert. To be a machine) – Marc O’Connell
Journalist Marc O’Connell raakte gefascineerd door transhumanisten, mensen die zich bezighouden met de ontwikkeling van de Homo Sapiens tot een nieuw wezen, ontstaan uit de versmelting van biologie en techniek. In zijn even vermakelijke als fascinerende boek gaat hij op bezoek bij de voorvechters van deze stroming. Wetenschappers die zich bezighouden met ‘whole brain emulation’, en door miljardairs gefinancierde instellingen waar ingevroren hoofden en lichamen worden bewaard in het vertrouwen dat deze stoffelijke resten straks weer tot leven gewekt kunnen worden, of dat op z’n minst de informatie uit de hersenen overgebracht kan worden naar een betrouwbaarder drager dan het vleselijk lichaam, waarna een eeuwig leven mogelijk zou zijn.
Het begint met een aantal mooie portretten van wat in eerste instantie gesjeesde excentriekelingen lijken, maar al snel komen er serieuze wetenschappelijke ontwikkelingen en filosofische vraagstukken aan de orde. Zo reflecteert O’Connell op het bijna religieuze geloof van de transhumanisten in de overwinning op de dood. Hij laat ook critici aan het woord die veel minder optimistische toekomstscenario’s schetsen, zoals een dreigende overheersing van de mensheid door Artificial Intelligence, waar onder meer Stephen Hawking voor heeft gewaarschuwd.
O’Connell spreekt mensen die de voorhoede van de wetenschap vormen op tal van terreinen en laat overtuigde techno-progressivisten, fatalistische doemdenkers en alle mogelijke twijfelaars aan het woord. Hij bezoekt universiteiten, bedrijven als Boston Dynamics, spreekt mensen van DARPA en hanteert daarbij een onderzoekende, sceptische toon, maar stuurt niet. Hij vertrouwt erop dat de lezer eigen antwoorden zoekt op de vragen die hij ook zichzelf stelt. Wat betekent het werkelijk om mens te zijn? In hoeverre zijn lichaam en geest binnen het ‘ik’ te scheiden? Hoe moeten we over vrijheid en autonomie denken als onze afhankelijkheid van techniek toeneemt?
To be a machine werd terecht juichend ontvangen in de Britse pers en bekroond met de prestigieuze Wellcome Book Prize 2018. In Nederland is het boek vertaald als De mensmachine en uitgebracht door Uitgeverij Podium. Van harte aanbevolen. (BS)
Explicador – Sander Pleij
De mensmachine is ook een fascinatie van de jonge onderzoeker S, het belangrijkste personage in Explicador, het literaire debuut van journalist Sander Pleij. Ook S stort zich op de vragen wat het betekent om mens te zijn en wat het geheim van het leven is. Hij wil een robotbrein ontwikkelen dat meer bevat dan informatie. Dat brein moet volgens hem niet worden gevuld door de tech-giganten, en niet alleen met bits, maar juist ook met de ideeën van kunstenaars en filosofen. Niet alleen zoals ze zijn uitgeschreven, maar juist met dat wat tussen de regels staat, het onvertaalbare, het onzegbare dat zich volgens hem niet laat vangen in nullen of eenen.
Juist de artistieke avantgarde kan ons werkelijk inzicht geven in het raadsel van het leven, denkt S. Zijn torenhoge ambitie en gebrek aan bescheidenheid hebben hem ertoe gebracht een manifest op te stellen in de traditie van de Futuristen en Surrealisten, en we volgen hem in de vierentwintig uur voor de lancering ervan.
Explicador is een ambitieuze ideeënroman, maar ook een sterk portret van een mens op zoek naar de kern van zijn eigen bestaan, waarvan hij lijkt te vermoeden dat het zich vooral in de toekomst bevindt. Hij leeft in een lichaam dat wordt geteisterd door chronische pijn, is verliefd op zijn halfzus, voelt onophoudelijk de druk van zijn dominant aanwezige vader – een flamboyante politicus – en probeert de ongemakken van het dagelijks bestaan te onvluchten in zijn visioenen.
Behalve het verhaal van S krijgen we nog twee andere perspectieven voorgeschoteld. We zien zijn halfzus Ster, opgegroeid in een dubieuze hippiecomunne waar de nieuwe mens een heel andere vorm kreeg dan S in gedachten heeft. En we volgen de Vlaamse dichter Paul van Ostaijen in het Berlijn van 1918, waar ook hij zich bezighoudt met een zoektocht naar een nieuwe mens. Van Ostaijen is opgewonden over de moderniteit, die wat betreft hem en zijn zielsverwanten een nieuwe dimensie heeft toegevoegd aan de kunst, namelijk de snelheid.
Explicador is een pakkende roman over de mogelijkheden en tekortkomingen van de techniek, over de toegevoegde waarde van de mens in een scheppend proces, en over de vraag hoe de mens zich kan verhouden tot de veranderende wereld. (BS)
Twitter and Tear Gas - Zeynep Tufecki
In Twitter and Teargas beschrijft techsocioloog Zeynep Tufecki de invloed van moderne technologie, en met name sociale media, op hedendaags activisme. Dat doet ze aan de hand van vele voorbeelden, veldonderzoek en een door haar geïntroduceerd theoretisch kader dat het mogelijk maakt om totaal verschillende protestbewegingen met elkaar te vergelijken. Natuurlijk maken tools als Facebook en Twitter het makkelijker dan ooit om een boodschap verder te brengen, maar Tufecki neemt de tijd om uit te leggen dat online en offline niet moeten worden gezien als twee losse werelden. Ze geeft tal van voorbeelden waarbij het internet door protestorganisaties succesvol is ingezet, maar noemt daarbij telkens ook de offline-component die aan dat succes heeft bijgedragen. Daarnaast gaat ze ook in op de negatieve kanten van online activisme, zoals de manieren waarop overheden het internet kunnen gebruiken om activisten op sporen, de mond te snoeren of zwart te maken. Twitter and Teargas is daarmee een veelzijdig werk over het actievoeren van nu, over de kansen en gevaren van de combinatie tussen acties en internet, en vol verhalen over recente protesten en acties. (EC)
Ten Arguments For Deleting Your Social Media Accounts Right Now – Jaron Lanier
De Amerikaanse internet- en vr-pioneer Jaron Lanier is een bekende verschijning in de media die zich bezighouden met techniek en de samenleving. Dit komt niet alleen door zijn kenmerkende lange dreads, maar vooral omdat hij er al jaren in slaagt mensen aan het denken te zetten. Over online machtsconcentraties, maar ook over de uitdagers ervan.
Met zijn nieuwste boek spreekt hij een breder publiek aan dan normaal. Zijn pleidooi om je social media-acccounts op te heffen is even mediageniek en prikkelend als dat het doordacht is. Hoewel zijn acroniem ‘BUMMER’ (Behaviors of Users Modified and Made into an Empire for Rent) in eerste instantie een beetje irritant is, werkt het uiteindelijk wel als een mooie indicator van wat je ook het ‘surveillance kapitalisme’ zou kunnen noemen. Zijn kritiek op hoe sociale media hun bedrijfsmodel baseren op het uitnutten en aanpassen van het gedrag van hun gebruikers is vernietigend. Het is knap hoe hij dat in een heel dun boekje voor elkaar krijgt.
Door zijn boek heb ik nu toch ook maar besloten om met mijn Twitter-account te stoppen. Hij heeft gelijk als hij schrijft dat je op sociale media niet jezelf bent, of in zijn woorden: “They turn you into an asshole”. (HdZ)
Survivalgids voor de Digitale Jungle – Brenno de Winter
Brenno de Winter (1971) is een gekend publicist en spreker op het gebied van informatiebeveiliging, privacy en ICT. Hij begon als programmeur en legde later als onderzoeksjournalist onder meer de zwaktes van de ov-chipkaart bloot en bracht honderden datalekken aan het licht. Inmiddels ontwikkelt hij lesstof en simulaties, geeft hij trainingen en schrijft hij boeken.
Zijn nieuwste publicatie is Survivalgids voor de Digitale Jungle. Het heeft tot doel om ons ‘als gebruiker, kenniswerker, ambtenaar, zorgverlener of ondernemer’ te helpen met de ‘digitale zelfverdediging’. Hij mikt dus op een breed publiek, en het is ook toegankelijk geschreven, maar het zal vooral van nut zijn voor een beroepsmatig gebruiker. Niet zozeer voor de ICT’er, maar wel voor mensen die met ICT te maken hebben, bijvoorbeeld omdat ze verantwoordelijkheid dragen in een organisatie die het intensief gebruikt. Eerder voor beslissers dan voor uitvoerders, vermoed ik.
De Winter wil zijn publiek leren de gevaren te herkennen, van onkunde tot criminaliteit, en reikt tools en methoden aan om het beveiligingsniveau op te schroeven. (Garanties geeft hij uiteraard niet.) Hij legt duidelijk uit wat wat is, zonder te versimpelen. Daarbij begint hij bij de basics – dat een DdoS-aanval iets anders is dan een hack, bijvoorbeeld – maar gaat geleidelijk meer de diepte in. Bijvoorbeeld als het gaat om het uitvoeren van risico-analyses. De Winter zet helder uiteen wat de ‘Doodzonden’ zijn als het om beveiliging gaat, hoe we op doordachte wijze onze beveiliging kunnen opschroeven, en wat kunnen doen als het toch ergens mis gaat. Ondertussen ontdoet hij op nuchtere wijze ‘cyber security’ van de mystiek die regelmatig bijdraagt aan paniek of verhyping van issues.
Survivalgids voor de Digitale Jungle is een toegankelijk pleidooi voor ‘digitale hygiëne’ en kan ongetwijfeld helpen om het kennisniveau onder professionals te verhogen, misschien wel vooral onder mensen die niet heel ICT-minded zijn, maar er vanuit hun functie toch over moeten nadenken. (BS)
Zin om een van deze boeken te lezen? Steun je lokale boekhandel!