Europees Parlement stemt voor #artikel13. En nu?
- 26 maart 2019
- James Malone
Elke upload van je gescand en gekeurd door een commercieel bedrijf: daar heeft een meerderheid van het Europees Parlement zojuist haar handtekening onder gezet. De wetgever heeft daarmee het maatschappelijk belang van een open internet ondergeschikt gemaakt aan de belangen van grote bedrijven en tussenpartijen.
Artikel 13
Vandaag is gestemd op een nieuwe wet voor het regelen van auteursrecht. Het controversiële #artikel13 is daar onderdeel van. Hiermee worden platforms verantwoordelijk voor wat jij uploadt en moeten ze voorkomen dat je iets plaatst dat tegen de regels is. Dat kunnen ze alleen maar doen door het gebruik van uploadfilters. Maar die uploadfilters maken veel fouten en blokkeren ook heel veel content onterecht. Op dit voorstel kwam dan ook enorm veel kritiek. Helaas heeft vandaag een meerderheid toch voor gestemd.
De consequenties
Deze regels zijn niet meteen van kracht. Ze moeten eerst worden vertaald naar nationale wetgeving. De Nederlandse regering moet de regels dus eerst nog overnemen in onze eigen wetboeken. Dat zal nog wel een paar jaar duren, zo is de verwachting.
Wat we nu wel al met zekerheid kunnen zeggen, is dat alleen de grootste platforms aan deze wet zullen kunnen voldoen. Denk aan Facebook of Google. De rest zal de software om te filteren inkopen bij die grote platforms. Dit geeft de toch al dominante platforms alleen maar nog meer macht. Dat is om een aantal redenen heel slecht:
- Het wordt alleen maar moeilijker voor bedrijven om de dominante positie van de grote platformen te bevechten. Dat is slecht voor innovatie en jij hebt straks nog minder om te kiezen.
- Onafhankelijke makers zoals muzikanten en vloggers hebben straks nog maar één of slechts een paar platforms waar ze hun werk op kwijt kunnen. Dat is slecht voor hun vrijheid en het verzwakt hun onderhandelingspositie.
- Jouw uitingsvrijheid wordt gigantisch ingeperkt.
- Het is een enorme aanslag op het publieke debat.
Publiek debat onder commerciële voorwaarden
Dat laatste lichten we graag even toe.
Een gezond publiek debat is noodzakelijk voor een sterke democratie. Daarom is het belangrijk dat we in alle vrijheid informatie kunnen uitwisselen. Dat we kunnen discussiëren over urgente onderwerpen. Het publieke debat speelt zich tegenwoordig grotendeels online af, op de websites van commerciële partijen. Niches daargelaten, zijn het eigenlijk slechts drie bedrijven waar we gebruik van maken om informatie te verzenden en ontvangen: Facebook, Google en Twitter.
We hebben in het verleden al gezien hoe deze platforms onze vrijheid van meningsuiting beperken. Dat gebeurt op verschillende manieren. Soms komt het "gewoon" omdat het financiële gewin van het bedrijf prioriteit krijgt over een maatschappelijk belang. Soms komt het doordat mensen of organisaties misbruik maken van de functionaliteit van de platforms om content te censureren. Soms blokkeren of verbergen de platforms content of accounts in opdracht van overheden of andere derde partijen. Alleen het afgelopen jaar al hebben we gezien hoe dat informatie en debat heeft beperkt op het gebied van seksWe mogen niet meer praten over seks op Facebook, intimiteit, identiteit, het recht op abortusBetrouwbare medische informatie over abortus gecensureerd en de verschrikkelijke oorlog in JemenUitgehongerde kinderen vormen risico voor Facebook..
En dan hebben we het nog niet gehad over de macht van deze platforms om bepaalde discussies of perspectieven juist te vergroten. Of over de veel subtielere manieren waarop ze ons gedrag kunnen sturen. Kort gezegd: die paar grote techbedrijven hebben heel veel macht en dat is iets om ons zorgen over te maken.
Dat vinden beleidsmakers ook. Die zeggen dat deze wet een poging is om de macht van de tech-giganten aan banden te leggen. Wordt dat doel ook bereikt? Absoluut niet. Het tegenovergestelde juist. De platformen krijgen hiermee groen licht om op gigantische schaal al onze communicatie te controleren. Om te bepalen wat we wel en niet zeggen. Dit gaat over zoveel meer dan mogelijke inbreuken op het auteursrecht. De grenzen van jouw vrijheid, en de grenzen van onze publieke debat, in handen van enkele Amerikaanse multinationals; dat is de situatie die hiermee (verder) wordt genormaliseerd.
Terzijde
De wet bevat nog een aantal interessante tegenstrijdigheden. Ten eerste: op dit moment is het zo dat platforms niet aansprakelijk zijn voor jouw content. In deze nieuwe wet staat zowel dat hier niets aan gaat veranderen (artikel 1), als dat platforms aansprakelijk worden (artikel 17). Dit betekent dat platforms zowel wél de nieuwe wet in acht moeten nemen, maar ook ruimte hebben om dat niet te doen. Ten tweede: op dit moment is het zo dat lidstaten zelf mogen bepalen welke uitzonderingen op het auteursrecht ze in hun wetten willen opnemen. In deze nieuwe wet staat zowel dat hier niets aan gaat veranderen (artikel 1), als dat uitzonderingen zoals parodie, citaten en pastiche in alle lidstaten uniform moeten worden vastgelegd en beschermd (artikel 17).
Kan het ook anders lopen?
Als we echt ons best doen kunnen we uit één ding hoop putten. En dat is dat dit zal leiden tot zo'n afbreuk van onze vrijheid van meningsuiting op de grote platforms, dat er op lange termijn veel meer kleine alternatieven zullen ontstaan. Platforms waar kleinere groepen gebruikers samenkomen rondom een thema, regio of behoefte. Een ecosysteem waarin er niet één of twee, maar wereldwijd vele honderden aanbieders zijn. Dat is beter voor gebruikers, beter voor het publieke debat, en beter voor innovatie.
Dát is waar de Europese Commissie in de eerste plaats op had moeten inzetten. In plaats daarvan zet zij de kwaliteit van onze communicatie, en het vertrouwen erin, op het spel. "Fingers crossed en hopen dat er iets goeds uit komt", dat is toch geen manier om wetten te schrijven?
Waar we naartoe moeten
We hebben visie nodig op hoe het digitale informatie ecosysteem er dan wél uit zou moeten zien. Bits of Freedoms uitgangspunten? We hebben veel verschillende aanbieders nodig, we moeten dominante diensten ter verantwoording kunnen roepen, en mensenrechten zoals onze vrijheid van meningsuiting, informatie, vergadering en vereniging moeten gewaarborgd worden. De afgelopen vijf jaar is er in Europa vanuit een economisch perspectief gewerkt aan de "Digital Single Market". Dat heeft mooie dingen opgeleverd, maar het is ook duidelijk dat we tegen de grenzen van deze puur economische bril aanlopen. Hoe nu verder?