Hey Google, waarheen leidt de weg?
- 15 april 2019
- Foto: Luis Garcia Vesperinas
Wie ergens de weg niet kent, gebruikt een digitaal apparaatje om de weg te vinden. Met onze neuzen op het schermpje, volgen we de aanwijzingen van Google Maps, of diens concurrent, blindelings. Maar weet je wel welke kant je op wordt gestuurd?
Mobiliteit is een maatschappelijk vraagstuk
Mobiliteit is overal een doorlopend debat. Amsterdam zit met de handen in het haar over de brede auto’s op de smalle grachten, en Hoogeveen legt een ringweg aan om het gebied Hollandscheveld te ontlasten. Bestuurders willen de drukte op het wegennet in goede banen leiden en sturen ons daarom heel bewust links- of juist rechtsom.
Als het goed is, worden bij die beslissingen alle maatschappelijke belangen meegewogen. Als men vindt dat de fragiele dorpskern moet worden ontzien, zorgen de borden in de berm ervoor dat automobilisten er omheen rijden. Als de gemeente wil voorkomen dat auto’s langs de basisschool razen, worden de auto’s via een andere weg gerouteerd.
Geleid worden door commerciële belangen
Maar we laten ons niet alleen sturen door het maatschappelijk belang. Steeds vaker gebruiken we navigatiesystemen om ons van A naar B te verplaatsen. Die systemen worden gemaakt door een steeds kleinere groep bedrijvenRecent stapten Renault, Nissan en Mitsubishi over van TomTom naar Google-moeder Alphabet. Straks worden hun auto's voorzien van een Android-systeem met Google Maps, waarvan Google momenteel koploper lijkt. Bijna niemand navigeert nog met oog voor de kaart op de schoot en de borden langs de weg. We luisteren alleen nog maar naar de aanwijzingen van de computer op het dashboard. Hooguit houdt een bord met de opdracht “navigatie uit” ons daar nog vanaf.
Daarmee bepaalt een commercieel bedrijf welke route we nemen. Dat commerciële bedrijf heeft andere belangen dan het lokale bestuur, die wil namelijk gewoon zijn klanten zo goed mogelijk bedienen. Maar wie zijn die klanten eigenlijk? Bij sommige bedrijven zijn dat wij, de deelnemers aan het verkeer, maar bij anderen – vaak daar waarbij de navigatie gratis is voor de gebruiker – zijn de klanten die er écht toe doen onzichtbare adverteerders.
Wie bepaalt hoe onze publieke ruimte wordt gebruikt? Het lokale gemeentebestuur of een commercieel bedrijf?
Te kort door de bocht
En zelfs dat is natuurlijk te kort door de bocht. Want welke afwegingen de maker van de navigatie écht maakt, is zelden of nooit transparant. Neem bijvoorbeeld deze route in Amsterdam, om van het Westerpark in het Oosterpark te komen. Op de fiets uiteraard. Wat meteen opvalt is dat Google je niet door, maar óm de grachtengordel leidt.
Waarom zou dat zijn? Misschien is Googles algoritme geoptimaliseerd voor het rechttoe rechtaan stratenpatroon van San Francisco en kan dat algoritme niets met de grilligheid van de Amsterdamse grachten. Misschien is het gewoon de snelste route die er is. Of misschien is het een hele bewuste ontwerpkeuze om er voor te zorgen dat de stap-voor-stap beschrijving van de route niet oneindig lang wordt. Maar wat ook zou kunnen: de bewoners van de grachtengordel zijn de dagelijkse vloed aan fietsende toeristen zat en hebben Google gevraagd, of misschien wel betaald, om die toeristen uit de grachtengordel te houden. We weten het niet.
Om de tuin geleid
Overigens is de laatst genoemde reden minder ver gezocht dan je in eerste instantie zou denken. Wie in Los Angeles is, kan niet om de letters van het Hollywood Sign heen. Veel toeristen willen er graag mee op de foto. De mensen die op de helling onder de monumentale letters wonen, hebben het er helemaal mee gehadWhy People Keep Trying to Erase the Hollywood Sign From Google Maps. Zij hebben, soms zelfs illegaal, borden langs de kant van de weg geplaatst waarop staat dat de enorme letters niet via hun straat bereikbaar zijn.
Met de opkomst van digitale kaarten, bleek die actie steeds minder succesvol. Onder druk van een gemeenteraadslid pasten Google en Garmin hun kaarten zo aan dat toeristen niet naar de daadwerkelijke letters worden geleid, maar naar een uitzichtpunt óp de letters. De twee kaartenmakers veranderden hun dienst onder druk van een effectief belobbyed gemeenteraadslid.
Dit gaat ook over het verlies van de autonomie om als samenleving met een lokaal gekozen bestuur onze leefomgeving vorm te geven.
Een ander belang dienen
Hoogst zelden is transparant welke belangen bedrijven als Google laten meewegen. We weten niet welke beslissingen zo’n bedrijf neemt en op welke onderliggende gegevens en rekenregels ze zich baseert. We weten niet door wie ze zich laat beïnvloeden. Wel kunnen we er rustig van uitgaan dat de belangen van zo’n bedrijf lang niet altijd stroken met het lokale publieke belang. En dat heeft grote impact op de lokale situatie. Als een Google wel luistert naar winkeliers, maar niet naar de bewoners, dan worden die laatsten benadeeld. Het aantal auto’s in en om de winkelstraten groeit – rot voor je als je daar net woont. En al helemaal als de gemeente de auto’s wel anders probeert te routeren.
En ook hier is weer goed te zien hoe de ontwerperDat betekent ook dat vrijheid een ontwerpkeuze kan zijn. van technologie de vrijheid van de gebruiker van die technologie beïnvloedt. Maar ook die van de samenleving als geheel: we verliezen de autonomie om met een lokaal gekozen bestuur onze leefomgeving vorm te geven.
Dit verhaal gaat bovendien niet alleen over de berekende route, maar ook om de hele interface van de software. De Belgische wetenschapper Tias GunsGuns' citaat komt uit het artikel "Langs een school rijden voor minuut tijdwinst? Onverantwoord, zegt Vlaanderen" omschreef dat heel treffend: "Er is bijvoorbeeld wel een optie om snelwegen te vermijden, maar een optie om lokale wegen te vermijden zit er niet in." Zie dan als automobilist de lokale buurt maar eens te ontzien.
Het platform als een "dead end"
Daar komt bij dat – hoe ironisch – die grote platformen lang niet altijd even bereikbaar zijn. Op welke deur bij Google moet je aankloppen als je wilt dat Google Maps minder verkeer door jouw straat geleidt? Of juist meer, als je een winkelier bent? Op lokaal niveau is dat anders. Daar heb je een balie in het gemeentehuis waar je naartoe kunt en is er een gemeenteraad waar je verkeersproblemen kunt agenderen. En dát alleen al is bijzonder lastig om goed in te richten. De Chief Technology Officer van de stad Amsterdam vertelde recent in een interview"Amsterdam wil 'eerlijke' computers in de stad" (€) over het gebruik van kunstmatige intelligentie in de gemeente:
In sommige buurten hebben mensen een grotere klachtvaardigheid. Denk aan het centrum of aan Oud-Zuid, waar een grote concentratie advocaten zit. Ik vertel geen geheim als ik zeg dat in die wijken veel sneller een klacht wordt gemeld dan bijvoorbeeld in Amsterdam-Noord. Voor een echte telefoniste is dat geen probleem. Die kan omgaan met ervaren mopperaars, en beoordeelt zelf wat een serieuze klacht is. De computer niet.
Wat ook niet bevorderlijk is: sommige digitale kaartenmakers zijn zo groot - en zullen steeds groter wordenGoogle Maps informeert je straks ook over ongevallen en snelheidscontroles. - dat ze het zich kunnen veroorloven om selectief te luisteren.
Sommige digitale kaartenmakers zijn zo groot dat ze het zich kunnen veroorloven om selectief te luisteren.
Wie bepaalt de weg?
Kortom: wie bepaalt hoe onze publieke ruimte wordt gebruikt? Is dat een lokaal gemeentebestuur of een commercieel bedrijf? Dat maakt nogal een verschil. In het eerste geval hebben burgers inspraak, komen besluiten democratisch tot stand en is er enige mate van transparantie. Razen de vrachtwagens door je straat? Je weet bij wie je moet zijn. In het tweede geval kun je fluiten naar informatie over waarom je links- of juist rechtsom wordt geleid. Of waarom van de één op de andere dag de winkelstraat is uitgestorven. Hoogstwaarschijnlijk geldt hier: wie betaalt, bepaalt. De groeiende macht van commerciële bedrijven in het mobiliteitsvraagstuk, dreigt lokale gemeenten – en daarmee ons, de burgers en kleine bedrijven – buitenspel te zetten.
Oh, en dan hebben we het nog niet eens gehad over de vraag of de gegevens die een bedrijf als Google verzamelt, niet eigenlijk een publiek goed zijn. Dat komt een andere keer.