Zelfs Zuckerberg's vrienden zien het niet meer zitten
Chris Hughes, één van de co-founders van Facebook en iemand die zichzelf een vriend noemt van Mark Zuckerberg, heeft een veelbesproken opinie geschreven in de New York Times. Hij schrijft dat Mark Zuckerberg teveel macht heeft over Facebook, dat Facebook teveel macht heeft over de wereld, en dat Facebook dus opgebroken moet worden:
Mark’s influence is staggering, far beyond that of anyone else in the private sector or in government. He controls three core communications platforms — Facebook, Instagram and WhatsApp — that billions of people use every day. Facebook’s board works more like an advisory committee than an overseer, because Mark controls around 60 percent of voting shares. Mark alone can decide how to configure Facebook’s algorithms to determine what people see in their News Feeds, what privacy settings they can use and even which messages get delivered. […] I’m worried that Mark has surrounded himself with a team that reinforces his beliefs instead of challenging them.
Dit verhaal hebben we natuurlijk vaker gehoord, maar nog nooit van iemand die zo dicht in Zuckerberg's inner circle zit (Sheila Sitalsing schrijft dat veel beter op dan ik dat kan).
Ian Bogost heeft een scherpe kritiek op de opinie. Chris Hughes beschrijft niet hoe dat opbreken van Facebook zou werken (nadat je WhatsApp en Instagram er al uit hebt getrokken), hij suggereert niet dat er wat moet worden gedaan aan de manier waarop Zuckerberg eigenaar kan blijven van Facebook en hij legt niet uit hoe we ervoor kunnen zorgen dat de volgende generatie van founding nerds Zuckerberg niet als voorbeeld zien maar harder gaan nadenken over de effecten van wat ze maken op de wereld. Volgens Bogost is Hughes sowieso een slechte raadgever:
People who got lucky by accident, did little in the moment to rein in their bad power, and now feel bad about the outcomes are untrustworthy voices after the fact.