De week van agnotologie, kennisclaims en Grumpy Cat
- 17 mei 2019
Dit zijn de interessante, ontroerende, zorgwekkende en/of hilarische linkjes over internetvrijheid die ik deze week graag met je deel.
Nieuw woord voor je vocabulaire: agnotologie
danah boyd is net als ik fan van bibliothecarissen. Op een conferentie voor deze beroepsgroep vertelde ze over de manier waarop er op dit moment op strategische wijze onwetendheid wordt gecreëerd. De term die ze daarvoor opduikelt is ‘agnotology’. Ze ziet het als gereedschap voor onderdrukking. Volgens boyd zijn we in een situatie beland waarin er doelbewust verwarring en onzekerheid wordt gezaaid om de samenleving te fragmenteren. Dit gebeurt bijvoorbeeld door gebruik te maken van ‘data voids’, zoekopdrachten waar geen goede informatie voor beschikbaar is. Of door zelf termen te bedenken, daar content over te maken, en de termen vervolgens te pushen in de media. We maken ons kwetsbaar als samenzweringsinformatie beter en toegankelijker beschikbaar is dan wetenschappelijke informatie. Haar advies aan bibliothecarissen is daarom als volgt:
You will not achieve an informed public simply by making sure that high quality content is publicly available and presuming that credibility is enough while you wait for people to come find it. You have to understand the networked nature of the information war we’re in, actively be there when people are looking, and blanket the information ecosystem with the information people need to make informed decisions.
Kennisclaims in het tijdperk van de gegevensverheerlijking
Ook Maxim Februari schreef afgelopen week over kennis in onze huidige wereld. Hij verwijst in zijn column naar mijn blogpost over kaartjes kopen als een guerrilla. Hij schrijft:
Nou kun je tegenwerpen dat musea en theaters al die privégegevens wel degelijk nodig hebben. Bijvoorbeeld voor de verantwoording die ze moeten afleggen aan financiers of subsidiegevers. Maar daar kun je weer tegenin brengen dat financiers maar eens moeten leren inzien hoe onbetrouwbaar gegevens zijn. Dat is een les die gaat over veel meer dan privacy alleen. Die gaat namelijk ook over kennisclaims in het tijdperk van de gegevensverheerlijking. Hoe weet je dat je weet wat je weet?
Om daarna drie fantastische voorbeelden te geven van de misvatting dat hoe bigger de data is, hoe minder onzekerheden er zullen zijn.
Deze links elke week in je mailbox?
Geef hier je e-mailadres op om deze lees-, luister en kijktips elk weekend in je inbox te ontvangen.
Data is geen dijk om de concurrentie buiten te houden
Veel startups geloven dat hoe meer data ze kunnen verzamelen hoe beter hun concurrentiepositie is. Een grote berg aan data als dijk tegen de competitie. Twee investeerders van Andreessen Horowitz prikken dat idee door. Data geeft je maar een heel beperkte voorsprong op de rest. Dit komt omdat je met een ‘minimal viable corpus’ al vrij ver kan komen, omdat het verkrijgen van data juist steeds duurder wordt naarmate je er meer van hebt, omdat naarmate je meer data hebt de extra data steeds minder waard wordt, en omdat het moeilijk is om data fris te houden (het bederft). Hopelijk krijgen we – nu dat de grootste apen op de investeerders-apenrots dit opgeschreven hebben – meer startups die vanaf het begin van hun bedrijf bewuster omgaan met hun datahonger.
Het verantwoordelijkheid afschuiven van Facebook en YouTube
Dimitri Tokmetzis en Maurits Martijn gaan door met hun onderzoek naar de (moderatie)praktijken van YouTube en Facebook. Ze maken zich zorgen over alle wettelijke maatregelen die nu in de maak zijn. Die zijn “ad hoc, reactief en soms ronduit ingegeven door opportunisme”. Het internetexceptionalisme heeft ervoor gezorgd dat deze bedrijven vrijgesteld zijn van aansprakelijkheid. Ze zouden een neutraal doorgeefluik zijn, maar zijn dat natuurlijk niet. Je hoort tegenwoordig steeds vaker dat juist moderatie de kern van hun werk is. Ze bepalen wat online mag blijven staan en ze cureren. Er is meer transparantie nodig en die uitzonderingspositie heeft zijn beste tijd gehad volgens Tokmetzis en Martijn. Het artikel eindigt met een mooi citaat van Joris van Hoboken (voormalig voorzitter van het bestuur van Bits of Freedom):
Ik ben niet van de Facebook-reddingsdienst. We moeten onszelf niet zo afhankelijk maken van dit soort bedrijfsmodellen en bijvoorbeeld durven te investeren in de kwaliteit van de publieke informatievoorziening via publieke middelen.
Als je Maurits trouwens on fire wil zien dan moet je de volgende link openen en rechts bij ‘Sprekers in dit debat’ op ‘De heer Martijn’ klikken: “Wie kijkt naar wat deze bedrijven doen […] die ziet dat deze bedrijven als het er op aan komt niets met publieke waarden van doen hebben. Die ziet dat er uiteindelijk maar één waarde er echt toe doet: de beurswaarde.” Bam!
Wat heb je aan inlichtingenbronnen?
Huib Modderkolk heeft al meerdere keren laten zien dat hij bijzonder goede bronnen heeft binnen de Nederlandse geheime diensten. Op basis van die bronnen heeft hij al een aantal keer verhalen geschreven die de diensten vast niet zo goed uitkwamen. Van het verhaal van afgelopen week weet ik dat nog niet zo zeker: “Het technologiebedrijf Huawei is mogelijk betrokken bij Chinese spionage in Nederland. Huawei zou een verborgen achterdeur hebben naar de klantgegevens van een van de drie grote telecomproviders in Nederland: Vodafone/ Ziggo, T-Mobile/Tele2 of KPN.” schrijft Modderkolk. Echte feiten ontbreken echter. Als ik het artikel lees heb ik dus vooral het gevoel terecht te zijn gekomen in de infowars tussen Amerika en China en zou de cynische lezer vooral goed bondgenootschap kunnen zien van de Nederlandse diensten ten opzichte van de Verenigde Staten.
R.I.P. de kat van 100+ miljoen
Treurig nieuws: Grumpy Cat is overleden. Daarom voor de liefhebber een combinatie van de Roomba (techno-optimisme bij uitstek) en deze kat die alleen al in 2014 84 miljoen dollar in het laatje bracht voor haar mensenlijke handlers.