Kabinet houdt vast aan cosmetische aanpassingen sleepwet
- 03 juli 2019
- Foto: Kara Woods
Het kabinet heeft eindelijk de aangekondigde wijzigingen van de sleepwet naar de Tweede Kamer gestuurd. Vorige zomer riepen we de regering op om met echte verbeteringen te komen. Wat na een jaar radiostilte is gepresenteerd, bevat helaas niet de gewenste verbeteringen. Tijd voor de Tweede Kamer om in te grijpen.
Hoe zat het ook alweer?
Vorig jaar stemde een meerderheid van de Nederlandse bevolking bij het referendum tegen de sleepwet. Vervolgens kwam het kabinet met een pakket maatregelen die recht moesten doen aan de uitslag. Beleidsregels en de aankondiging dat de wet op onderdelen aangepast zou worden. Maar het waren geen echte verbeteringen. De aangekondigde wijzigingen waren vooral van cosmetische aardOnze reactie op de aangekondigde maatregelen.
In de zomer van 2018 kwam het kabinet met een conceptvoorstel om de wet aan te passen. Wij konden vervolgens via een internetconsultatie reageren. We gaven het kabinet uitgebreid en inhoudelijk feedbackOnze bijdrage aan de internetconsultatie hoe het de wet kon verbeteren. Deze week stuurde het kabinet eindelijk het wetsvoorstelWetsvoorstel met toelichting, met een toelichting en het advies van de Raad van State naar de Tweede Kamer. Na het zomerreces zal de Tweede Kamer het wetsvoorstel bespreken.
Inhoudelijke reacties grotendeels genegeerd
Op twee punten na houdt het kabinet voet bij stuk. Het blijft het vooral bij oppervlakkige wijzigingen. De omstreden onderdelen van de wet blijven gewoon overeind. Dat is, zacht gezegd, teleurstellend. Ook gaat het kabinet niet, of alleen maar heel beperkt, in op de inhoudelijke bijdragen uit de internetconsultatie. Ook niet oké. Als je om een inhoudelijke reactie vraagt en je ontvangt die van organisaties als de onze, dan is het wel zo netjes als je daarop inhoudelijk reageert.
Het ontbreken van een inhoudelijke reactie viel ook de Raad van State op. In zijn adviesAdvies van Raad van State wordt het kabinet expliciet opgeroepen om volledig en grondig te reageren. Het kabinet zegt dit alsnog te hebben gedaan, maar wij vinden die inhoudelijke reactie echt ondermaats.
Onbekeken gegevens nog steeds in buitenlandse handen
Geheime diensten krijgen de mogelijkheid om op grote schaal gegevens te verstrekken aan buitenlandse geheime diensten, zonder dat ze die gegevens zelf eerst hebben bekeken. Zeer zorgelijk, vinden wij en vele anderen. De risico’s zijn niet te overzien. Er zullen altijd gegevens van onschuldige burgers tussen zitten en als ze eenmaal in buitenlandse handen zijn, ben je de controle nagenoeg kwijt.
We vinden dat het overdragen van grote hoeveelheden onbekeken gegevens aan buitenlandse diensten te ver gaat. Daar trekken we een harde grens. Maar als je het dan toch al toestaat, dan zou je op z’n minst extra waarborgen moeten invoeren, zoals een gerichtheidseis en onafhankelijke toets vooraf. Daar wezen we het kabinet in onze bijdrage vorig jaar ook op, maar daar wordt niet op ingegaan.
Het kabinet laat de deur voor het verstrekken van onbekeken gegevens aan buitenlandse diensten wagenwijd open staan. De enige aanpassing is dat dit voortaan in alle gevallen gemeld moet worden aan de toezichthouder (CTIVD) die achteraf toezicht houdt. Maar zodra de gegevens in buitenlandse handen zijn ben je al te laat. Dus daar los je niets mee op.
Gerichtheidseis uitgebreid en afgezwakt
Het kabinet ziet gelukkig wel in dat de eis om bevoegdheden zo gericht mogelijk in te zetten, beter wettelijk verankerd moet worden. Daar wezen wij, net als Amnesty International, de NJCM en anderen, eerder al op. Als het aan het kabinet ligt, gaat de gerichtheidseis voor de inzet van alle bevoegdheden gelden. Deze eis geldt dus niet alleen voor de inzet van het sleepnet of bij het hacken, maar ook als de diensten via bijvoorbeeld informanten gegevens verzamelen. Dat is een stap in de goede richting.
Maar niet te vroeg gejuicht. Want als we kijken naar hoe het kabinet de gerichtheidseis in de toelichting bij de wet invult, dan zijn er nog heel veel mogelijkheden om deze eis in de praktijk af te zwakken. Bijvoorbeeld omdat het onderzoek zich nog in de beginfase bevindt, of vanwege financiële overwegingen. Of de gerichtheidseis iets voorstelt zal dus heel erg gaan afhangen van hoe de diensten en beide toezichthouders (vooraf de TIBToetsingscommissie inzet bevoegdheden en achteraf de CTIVDCommissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten) hier in de praktijk mee omgaan.
Bronnen journalisten en communicatie advocaten vogelvrij?
Tot slot nog een pijnlijke constatering. Het kabinet stelt voor om het verzamelen van gegevens over bronnen van journalisten of de vertrouwelijke communicatie van advocaten via het stelselmatig verzamelen van gegevens via open bronnen of via informanten nog makkelijker te maken. Als deze informatie verzameld wordt via de inzet van bijzondere bevoegdheden, zoals het sleepnet of door te hacken, dan is toestemming van de rechtbank Den Haag vereist. Dit geldt volgens de wet nu ook als deze informatie verzameld wordt via open bronnen. Maar die waarborg wil het kabinet niet voor het vergaren van deze informatie via open bronnen of informanten.
Het kabinet komt hier weer met het argument dat dit via informanten allemaal moet kunnen omdat informanten meewerken op basis van vrijwilligheid. We zeidenReal-time toegang via informanten het eerder: dat personen of organisaties vrijwillig jouw gegevens verstrekken of hiertoe toegang verlenen aan de geheime diensten, maakt de inbreuk op jouw rechten niet kleiner. De informantenregeling wordt langzamerhand de grote loophole in de wet om extra waarborgen te omzeilen. De hoogste tijd dat dit gat gedicht wordt.
9 juli 2019: paragraaf over journalistieke bronbescherming en vertrouwelijke communicatie van advocaten is inhoudelijk aangepast zodat het beter aansluit op de huidige situatie en de voorgestelde wetswijzigingen.