De corona-app: technische vooruitgang, nog steeds een surveillancemiddel.
- 15 juli 2020
- Trần Quang Triều
Vandaag vertelt de Minister van Volksgezondheid de Tweede Kamer of de corona-app er volgens hem moet komen of niet. Sinds de aankondiging van de app begin april en de bizarre appathon die daarop volgde, heeft het ministerie hard gewerkt. Qua techniek staat de app er een stuk beter voor. Daar zijn we blij mee. Maar wat ons betreft zijn de risico's die deze app met zich meebrengt nog onvoldoende geadresseerd.
Geen aandacht voor de maatschappelijke impact
Ten eerste weigert het ministerie te onderzoeken wat de mogelijke gevolgen zijn van deze app op mensen en de samenleving. Wat doet het met mensen als elke notificatie slecht nieuws kan zijn? Kun je het straks nog maken om de app niet te gebruiken? En welke prijs betaal je daarvoor? Doordat deze vragen niet worden gesteld, blijven mogelijke risico's én oplossingen ook buiten beeld. Onder het toeziend oog van het ministerie wordt iedereen proefpersoon en onze samenleving een groot experiment. Dat terwijl de effectiviteit van dit soort apps heel gering lijkt te zijn.
Ten tweede vinden we het zorgelijk dat we onze volksgezondheid afhankelijk maken van twee Amerikaanse techbedrijven: Google en Apple. De ongezonde dominantie van dit soort bedrijven is al jaren onderwerp van gesprek. Vooral Google laat daarnaast ook keer op keer zien niet veel op te hebben met onze privacywetgeving. Wanneer gaan we nou eindelijk conclusies verbinden aan die stelselmatige veronachtzaming van onze rechten en samenleving?
Tot slot is het bijna een wetmatigheid dat dit soort surveillanceinfrastructuur nooit meer wordt afgebroken, maar alleen maar wordt uitgebreid. De vraag is daarom ook niet of we deze inbreuk op onze vrijheden tijdelijk gerechtvaardigd vinden, maar of we bereid zijn voorgoed dit inzicht in onszelf prijs te geven.
Onder het toeziend oog van het ministerie wordt iedereen proefpersoon en onze samenleving een groot experiment. Dat terwijl de effectiviteit van dit soort apps heel gering lijkt te zijn.
Onvoldoende wettelijke waarborgen
Ook laat het ministerie kansen liggen om door middel van wetgeving een aantal van de risico's te verkleinen. Drie zaken zouden volgens ons minstens moeten worden vastgelegd.
Ten eerste moet er een moment worden afgesproken waarop de inzet van de app wordt gestopt. Ten tweede moet het glashelder zijn dat er door niemand consequenties verbonden mag worden aan het wel of niet gebruiken van de app. De app mag niet verplicht worden gesteld, maar bijvoorbeeld ook niet gebruikt worden om te bepalen of jij ergens wel of niet toegang toe krijgt, of recht op hebt. Tot slot moet worden vastgelegd dat ander gebruik van de app en eventueel gegenereerde data verboden is en wordt voorkomen. Dus ook gebruik in het kader van strafvorderlijk onderzoek of in het kader van het werk van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Wat nu?
Het ministerie zal zeggen dat de app niet zonder tekortkomingen is, maar dat alle kleine beetjes helpen. We vermoeden dat de komende tijd bij veel mensen twee vragen centraal zullen staan. Wegen de voordelen van de app op tegen de nadelen? En: vertrouw ik dat mijn rechten beschermd worden? Het feit dat er nog zoveel vragen onbeantwoord zijn, nog zoveel risico's geen aandacht krijgen, en er voorbij wordt gegaan aan zulke voor de hand liggende waarborgen, maakt dat wij nog steeds geen vertrouwen kunnen uitspreken in de app.
Hoe beantwoord jij bovenstaande vragen? Laat een comment achter!