Communicatie van de overheid hoort op een website van de overheid
- 29 juli 2020
- Foto: Ryoji Iwata
Het is van de zotte dat onze overheid informatie over de bestrijding van de pandemie primair deelt op een platform dat gebouwd is om onze persoonsgegevens te gelde te maken. Dat zo’n platform belangrijk is om een breed publiek te bereiken, laat vooral zien dat het belangrijk is er voor te zorgen dat we minder afhankelijk worden van zulke dominante en machtige platforms.
Overheidscommunicatie hoort op een overheidswebsite
Tijdens een landelijke crisis is heldere, voor iedereen toegankelijke communicatie van de overheid misschien wel belangrijker dan normaal. Een onzorgvuldig geformuleerd bericht kan heftige reacties teweegbrengen en draagt daarbij alleen maar bij aan crisis, in plaats van dat die bestreden wordt. Zulke communicatie hoort thuis op één plek en moet een heldere boodschap bevatten. Dat komt ook de autoriteit en de herkenbaarheid van de boodschap ten goede.
Geld verdienen aan jouw persoonsgegevens
Natuurlijk leest niemand doorlopend de website van onze overheid (nou ja, tenzij je bij Bits of Freedom werkt). In ieder geval doet niemand het voor z’n plezier. Om meer Nederlanders te bereiken is het belangrijk dat de overheid haar boodschap ook deelt op de plekken waar mensen wél zitten, zoals Twitter en Facebook.
Het probleem is dus niet zo zeer een onhandige tactiek van de afdeling voorlichting, maar onze afhankelijkheid van al te dominante platforms.
Maar wat deed de Rijksvoorlichtingsdienst gisteravond? Zij verwees met een berichtje op TwitterDit was de tweet van de Minister-President naar haar boodschap op FacebookHet Facebook-bericht van Mark Rutte. Ontzettend irritant natuurlijk. Facebook is niet gemaakt voor het lezen van langere teksten. Bovendien word je, als je niet bij Facebook ingelogd bent, binnen een paar seconden gestoord met een foto van de minister-president en een opdringerig bericht om snel een Facebook-account aan te maken. Maar het is niet alleen irritant: het is ronduit van de zotte dat onze overheid primair publiceert op een platform dat geld verdient aan de persoonsgegevens van alle Nederlanders, met en zonder account. Facebook is er nietFacebook is dus geen sociaal netwerk, het is een winkelcentrum voor de overheid of voor jou. Facebook is er voor de adverteerders.
Geforceerd op Facebook
Toen we hierover op Twitter een opmerking maakten"Hoi @MinPres, dit kan echt niet. [...]", kregen we ook wat reacties zoals: “Ja, maar daar zitten mensen nu eenmaal, ook mensen die misschien geen krant lezen.” Dat snappen we, dat is ook een dilemma. Eentje dat we niet zouden moeten hebben. Maar nu de overheid iedereen op Facebook en Twitter wil bereiken, dan kan dat op een manier die meer eer doet aan haar publieke functie. Ze kan bijvoorbeeld met een kort berichtje op elk van de sociale media verwijzen naar het verhaal op de eigen website. Zoals de Rijksvoorlichtingsdienst deed op Twitter, maar dan met een verwijzing naar de website van de Rijksoverheid in plaats van Facebook.
Facebook is er niet voor de overheid of voor jou. Facebook is er voor de adverteerders.
En ja, mogelijk is dat net iets minder effectief. Het zou namelijk best goed kunnen dat een berichtje met alleen tekst zich beter laat verspreiden dan een berichtje met een link naar een andere website. Het bereik van zo een berichtje op zo’n platform wordt immers bepaald door een algoritme van datzelfde platform. Een algoritme met slechts één enkel doel voor ogen: de gebruiker zolang mogelijk op het platform houden. De Rijksvoorlichtingsdienst voelt zich blijkbaar genoodzaakt Facebook als primair platform te gebruiken en dwingt je als burger haar te volgen – daar zal Facebook blij mee zijn.
Weg met die afhankelijkheid!
Die platformen komen met allerlei kwalen. De overheid dwingt de burger een platform te gebruiken dat gebouwd is om geld te verdienen met onze gegevens. Maar ook de overheid zelf trekt vroeg of laat aan het kortste eind: zonder geld te betalen voor advertenties, remt het algoritme sowieso de reikwijdte van je bericht af. En als zo’n platform een bericht van onze overheid niet ziet zitten, is het zo geweigerdDe Franse regering wil graag iets op Twitter zetten. Twitter weigert. “De Franse regering hoopt dat Twitter zijn besluit heroverweegt.” Sorry?. Weg bereik.
Het probleem is dus niet zo zeer een onhandige tactiek van de Rijksvoorlichtingsdienst, maar onze afhankelijkheidDe dominantie van deze bedrijven is ook aanleiding voor een hoorzitting in het Amerikaanse parlement, vanavond. We moeten onszelf minder afhankelijk maken van de dominante platformen die we gebruiken voor onze communicatie. Dat begint met het gebruik ervan te minimaliseren tot het strikt noodzakelijke en eindigt met wet- en regelgeving die concurrerende platforms weer een eerlijke kans geeft. We hebben de minister-president daar net een DM over gestuurd, maar nog niets teruggehoord.