Onze zorgen over de sleepwet blijken de realiteit
- 25 september 2020
- Jon Tyson un Unsplash
Twee woorden, negen letters: het wetgevingsproces van de sleepwet duurt lang. Zo lang zelfs dat de behandeling in de Eerste Kamer kan gaan samenvallen met de evaluatie van de praktijk. Het is erg frustrerend dat de zorgen die wij vooraf hadden nu in de praktijk ook terecht bleken te zijn. Tegelijkertijd maakt dat de boodschap voor de Eerste Kamer wel overzichtelijk: De Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (zoals de sleepwet officieel heet) schiet tekort in het beschermen van onze rechten en vrijheden en is simpelweg niet goed genoeg.
De problemen met deze wet zijn niet nieuw
Zoals wij eerder al schreven in onze oproepLees hier onze eerdere oproep aan de Tweede Kamer om de uitkomst van het referendum niet te negeren, staan onze fundamentele bezwaren tegen de wet nog steeds overeind.
Het was eigenlijk bij het referendumLees hier meer over het werk dat wij destijds hebben gedaan in maart 2018 al duidelijk dat onze rechten en vrijheden in de sleepwet onvoldoende zouden worden beschermd tegen de vergaande bevoegdheden die de wet aan de geheime diensten toekent.
Nu, bijna tweeënhalf jaar later, blijkt helaas dat onze bezorgdheid terecht was. Verschillende toezichthouders trekken aan de bel omdat ook in de praktijk onze rechten en vrijheden door de geheime diensten met voeten getreden te worden.
Onderzoeksopdrachtgericht is geen... oh toch wel ongerichte interceptie
Zo zweerden de minister van Binnenlandse Zaken en de geheime diensten bij hoog en laag dat er een groot verschil was tussen 'ongerichte interceptie' (het lukraak aftappen van delen van het internet) en “onderzoeksopdrachtgerichte interceptie” (OOG-interceptie). Want OOG-interceptie zou "zo gericht mogelijk" zijn en de gegevens zouden worden gefilterd. Maar uit onderzoekLees hier het kritische rapport van de toezichthouder van de toezichthouder blijkt dat allebei deze beloften niet of niet voldoende naar de praktijk zijn vertaald.
Waarborgen moeten consistent gelden
Bij het analyseren van gegevens bestaan er waarborgen, zoals toestemming van de minister, om de effecten van inbreuken op onze rechten en vrijheden tegen te gaan. Maar die waarborgen moeten ons altijd beschermen en niet alleen maar in sommige gevallen. Nu gelden ze bijvoorbeeld vaak niet voor ‘eenvoudige’ data-analyses of wanneer die data niet via het sleepnet verzameld is. Dat verschil in waarborgen bij de geautomatiseerde data-analyse van die afgetapte data snijdt geen hout, merkten wij, net als de toezichthouder (TIBLees hier wat de TIB daarover zegt in haar bijdrage aan de internetconsultatie), eerder al op.
Zelfs gerichte bevoegdheden worden bulk in de sleepwet
Ook de hackbevoegdheid is niet goed geregeld. Met deze bevoegdheid kunnen, net als bij het sleepnet, enorme datasets worden binnengehaald. Het sleepnet kan dit alleen op het moment dat de gegevens worden verzonden. Maar met de hackbevoegdheid kan dat ook wanneer de gegevens ergens zijn opgeslagen. Er kunnen dus meer gegevens worden verzameld en toch gelden er minder waarborgen. Dat zou zo zijn omdat de hackbevoegdheid gerichtLees hier terug wat er in de memorie van toelichting wordt gezegd over de gerichte aard van deze bevoegdheid ingezet zou worden bij doelwitten van de geheime diensten. Dat blijkt niet zo te zijn. De hackbevoegdheid wordt ondertussen ook gewoon ingezet als een ongericht sleepnet om ‘ongekende dreigingen’ te ontdekken, zonder dat de wet daar gepaste waarborgenOok hier is de toezichthouder (TIB) erg kritisch op. Lees dat terug in dit rapport voor biedt. De praktijk laat dus zien dat de wet zelfs een bevoegdheid die gericht bedoeld is, kan laten ontsporen tot een ongerichte bulkbevoegdheid.
Als de geheime diensten niet weten wat ze doorgeven kunnen zij onze rechten niet garanderen
Tot slot trokken we ook al aan de bel over de uitwisseling van gegevens met buitenlandse geheime diensten. De geheime diensten mogen wat ons betreft nooit gegevens aan het buitenland geven waarvan zij zelf niet goed weten wat het is. Maar dat gebeurt nu dus wel. In de praktijk merken de geheime diensten zelfs gegevens onterechtLees hier wat wij daar eerder over schreven als bekeken aan, zodat grote bergen gegevens zonder de vereiste toestemming van de minister of melding aan de toezichthouder (CTIVD) met buitenlandse diensten kunnen worden gedeeld. Dit wordt extra pijnlijk als er bijvoorbeeld gegevens van advocaten of journalisten tussen zitten. Daarom schrijft de wet voor dat deze er eerst uitgeplukt moeten worden. Dat gebeurt ook nietLees hier het kritische rapport van de toezichthouder (CTIVD), met soms levensgevaarlijke risico's.
Niet alleen wij maken ons zorgen
Wij zijn niet de enige die ons zorgen maken over de praktijk van de geheime diensten. Toezichthouder CTIVD uit een stroom van kritiek in maar liefst drie kritische rapportenLees hier wat wij schreven over de onvoldoende in het rapport van de toezichthouder deze maand. De kritiek richt zich voornamelijk op de bulkbevoegdheden en de omgang van de diensten met bulkdata. En dat is zorgelijk, want bulk betekent dat de gegevens voornamelijk bestaan uit gegevens over mensen waar de diensten geen onderzoek naar doet. En juist daar biedt de wet onvoldoende waarborgenLees hier wat wij daarover schreven in het NRC tegen de dataverzameldrift van de geheime diensten.
Wij deelden onze zorgen met de evaluatiecommissie
Naast de toezichthouder is er ook een evaluatiecommissie ingesteld die kijkt hoe het met de toepassingspraktijk van de wet gaat en welke knelpunten zich daar voordoen. Ook wij hebben inbreng geleverd aan deze commissie.
Een heldere taak voor de Eerste Kamer
Nu onze zorgen in de praktijk terecht blijken te zijn en de toezichthouder zich aansluitLees hier het artikel in de Volkskrant waarin de toezichthouder oproept tot aanpassing bij de oproep de wet aan te passen is de taak van de Eerste Kamer helder: Bescherm de rechtsstaat en onze rechten en vrijheden en veeg de sleepwet van tafel.