Verkiezingsmanipulatie los je niet op met vriendelijk vragen
- 27 november 2020
- Michael Olsen
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken gaat een "gedragscode" inzetten tegen verkiezingsmanipulatie op grote platforms zoals Facebook en YouTube. Daarmee grijpt ze naar een bewezen ineffectief middel: zelfregulering.
Zijn we weer
In mei 2019 bewezen we dat Facebook loog tegen de Tweede KamerBekijk hier de korte video. over maatregelen die Facebook zou hebben genomen om de beïnvloeding van verkiezingen te voorkomen. Oppositie én coalitie vroegen terecht om actie"Kamerleden boos na Facebook-onthulling Bits of Freedom". Niet zozeer van Facebook, maar van het kabinet. PvdA-partijleider Lodewijk Asscher zei:
“Ik heb het kabinet al eerder gevraagd te voorkomen dat dat in Nederland gebeurt, het kabinet vertrouwt op zelfregulering, op de mooie woorden van Facebook. Ze hebben beterschap beloofd en keer op keer blijkt dat dat toch niets waard is."
En D66-kamerlid Kees Verhoeven concludeerde:
“Wat mij betreft is het moment nu aangebroken dat we de stap van zelfregulering en het vertrouwen op de belofte van bedrijven, in gaan ruilen voor wetgeving."
Wat ons betreft een heldere boodschap.
Oude strategie, oud jasje.
Er zijn minder dan vijf maanden te gaan tot de Tweede Kamer-verkiezingen. Vorige week werd bekend dat defensie zich zoveel zorgen maakt over desinformatie, dat zij Nederlanders online is gaan bespionerenDefensie verzamelt op grote schaal informatie van burgers, zo onthulde NRC.. In schijnbaar groot contrast staat het planLees hier de aankondiging van het ministerie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Haar strategie? Het aloude zelfregulering. Dit keer in de vorm van een vrijwillige gedragscode.
Vriendelijk vragen werkt niet
De gedragscode is gericht op technologiebedrijven zoals Google en Facebook. Zij worden gevraagd inzicht te geven in de politieke advertenties op hun platforms. Het is ons niet meteen duidelijk hoe dit een aanvulling is op wat platforms allang doen. Advertentiedatabanken bestaan al, en als gebruiker kun je al "inzicht" krijgen in waarom je een bepaalde advertentie te zien krijgt.
De gedragscode richt zich ook op politieke partijen. In een aflevering van het programma Pointer werd duidelijk dat die helemaal geen zin hebben om openheid te geven over hun advertentiestrategie op platformsGeen enkele partij wilde het tv-programma hierover te woord staan.. Waarom zou dat plotseling anders zijn? Daarnaast negeert de gedragscode het probleem dat we vorig jaar signaleerden, namelijk dat Facebook iets alleen als een "politieke advertentie" registreert wanneer de afzender van die advertentie zelf aangeeft dat daar sprake van is. Als kwaadwillende Facebook-gebruiker hoef je dus precies niets te doen om deze "maatregel" te "omzeilen". Sterker nog, je moet actief moeite doen om je door Facebook te laten beperken.
Tot slot lijkt het Ministerie er vanuit te gaan dat verkiezingsmanipulatie iets is dat primair gebeurt door Nederlandse politieke partijen. Alle andere actoren, in binnen- en buitenland, blijven met deze gedragscode namelijk buiten schot. Dat is op zijn zachtst gezegd opmerkelijk.
Zelfs in combinatie met de andere maatregelen die het Ministerie voorstelt (desinformatie monitoren, en inzetten op mediawijsheid), zien wij niet in hoe dit zoden aan de dijk gaat zetten.
Structurele oplossing
Desinformatie is oud nieuws. Altijd al zijn er kwaadwillenden geweest die mensen proberen te misleiden om daar zelf beter van te worden. Waardoor is de impact van desinformatie momenteel dan zo groot dat onze democratie erdoor onder druk staat? Dat heeft alles te maken met de online platforms die we gebruiken voor ons publieke debat.Dit hebben we al meermaals onder de aandacht gebracht van het ministerie. Het verdienmodel van Facebook en Google is afhankelijk van heel goed inzicht hebben in hoe jij het makkelijkst te manipuleren bent. Die belofte verkopen ze aan derde partijen. Hun verdienmodel is er ook van afhankelijk dat jij zoveel mogelijk tijd op hun websites doorbrengt. Dat lukt helaas minder goed met genuanceerde berichten dan met extremistische content. De verspreiding van die extreme content wordt dan ook door de platforms versterkt. Tot slot zorgt de enorme dominantie van deze bedrijven ervoor dat consumenten en concurrenten machteloos staan.Lees onze analyse van deze dominantie (in het Engels).
Het enige middel dat ons uit deze situatie kan helpen, is wetgeving. Onze overheid moet dáár op inzetten, niet op vrijwillige gedragscodes.