De digitale rechtenbeweging moet van gezond werken een prioriteit maken
- 06 februari 2021
We weten al tientallen jaren dat er een sterk verband bestaat tussen activisme en burn-out. Toch staat mentale gezondheid niet hoog op de agenda in het digitale rechtenveld. Daarmee lopen we het risico onze beweging en de doelen waar we voor strijden onherstelbaar te beschadigen.
Een paar jaar geleden organiseerden we een grote internationale bijeenkomst. In de aanloop er naar toe stuurden we de deelnemers een enquête. Een van de vragen was wat de respondenten zagen als de grootste obstakels voor het bereiken van hun doelen. Het meest voorkomende antwoord - meer dan 60% - was het risico op burn-out. Wat ook opviel was dat burn-out, mentale gezondheid of welzijn niet één keer voorkwam op de lijst van onderwerpen die mensen wilden bespreken.
Wanneer je investeert in verandering die zelden van de ene op de andere dag plaatsvindt, is er altijd wel iets wat je zou kunnen doen, had moeten doen, of waarvan je denkt dat het beter kan.
Ook binnen onze organisatie hebben we met burn-out te maken gehad. We zijn ons er zeer van bewust dat het negeren van vraagstukken rondom mentale gezondheid, kan leiden tot hoge persoonlijke en organisatorische kosten. Desalniettemin bleef een project waarin we "best practices" op het gebied van welzijn in kaart wilden brengen, van onze takenlijst vallen. In plaats daarvan ging onze aandacht uit naar wetsvoorstellen (cookies! copyright!) en projecten (donateurscampagnes!) die altijd dringender leken.
Bij wijze van met minimale inspanning toch voortgang boeken, begonnen we met het organiseren van kleine sessies over mentale gezondheid op conferenties en andere bijeenkomsten. Inmiddels hebben we met (te) veel mensen gesproken die een burn-out hebben meegemaakt of bang zijn dat het hen overkomt. Een van deze sessies vond vorig jaar plaats tijdens een bijeenkomst van het Digital Freedom Fund.
Wat zeggen mensen?
Tijdens die sessie werd duidelijk dat mensen in ons werkveld heel gemotiveerd zijn en het gevoel hebben dat er veel op het spel staat. Voor degenen onder ons die als vrijwilliger actief zijn, is ons activisme en onze belangenbehartiging de manier waarop we onze vrije tijd doorbrengen. We werken avonden en weekenden met weinig tot geen structurele ondersteuning (zoals een kantoor en collega's om mee te praten en te ontspannen). Voor anderen is het werk meer dan "alleen maar een baan": het zelfbeeld is sterk vervlochten met de mate waarin doelen worden gehaald.
Iedereen sprak uit het moeilijk te vinden om het werk terzijde te schuiven. Mensen worstelen met het vinden van een gezond evenwicht tussen werk en privé. Wanneer je investeert in verandering die zelden van de ene op de andere dag plaatsvindt, en veel van je werk afhankelijk is van de agenda's van anderen, is er altijd wel iets wat je zou kunnen doen, had moeten doen, of waarvan je het gevoel hebt dat het beter kan.
Iedereen is het erover eens dat dit niet (enkel) een probleem is van individuen, maar van organisaties en zelfs van werkvelden. Toch hebben veel mensen die we spreken het gevoel dat hun organisaties nalaten dit probleem met dezelfde hartstochtelijkheid te adresseren waarmee ze ander werk oppakken.
Dit gesprek moet uit het achterafzaaltje gehaald worden en op het hoofdpodium plaatsvinden.
Welke strategieën worden er ontwikkeld?
Tijdens de sessie bij Digital Freedom Fund hebben we een aantal van de preventieve maatregelen besproken die organisaties nemen. Het bleek dat de praktijken sterk uiteenlopen, waarbij sommige organisaties helaas weinig tot niets doen. Enkele goede praktijken die werden genoemd, zijn:
- Flexibele werktijden en een vierdaagse werkweek;
- Meer vrije dagen en een betaalde sabbatical;
- Vergoeding van sport- en mindfulnesslessen voor personeel;
- Vergoeding van advies-, therapie- en mentorprogramma's voor personeel;
- Collectief verlof;
- Aandacht voor het duurzaam opstarten van nieuwe medewerkers;
- Het bevorderen van een open en veilige omgeving en sterke relaties tussen medewerkers.
Wat zien we over het hoofd?
Ondanks dat er veel ideeën zijn gedeeld over wat er verbeterd zou kunnen worden, hebben velen het gevoel dat deze "oplossingen" de kern van het probleem niet adresseren. Ideeën die tijdens de bijeenkomst naar voren kwamen en die zouden kunnen helpen om het probleem meer fundamenteel aan te pakken, zijn onder andere:
- Erkenning van "welzijn" als een fundamenteel onderdeel van de activiteiten van de organisatie; van management en bestuursorganen eisen erover verantwoording af te leggen;
- Welzijns- en beloningsstrategieën ontwerpen om een hoog niveau van personeelsbehoud te garanderen;
- Een persoon toevoegen aan het bestuur van je organisatie met een achtergrond in welzijn of geestelijke gezondheid;
- Onderzoek doen naar de veerkracht en duurzaamheid van het digitale rechtenveld;
- Een ijkpunt publiceren;
- Financiers vragen om Key Performance Indicators (KPI's) voor welzijn te verplichten;
- Een gesprek opstarten met financiers over welke soorten financiering bijdragen aan het welzijn van organisaties en welke soorten financiering de risico's aangaande het welzijn verergeren, en over de hoeveelheid werk die van organisaties kan worden verwacht.
Wat nu?
We weten al tientallen jaren dat er een sterk verband bestaat tussen activisme en burn-out. Gelukkig worden geestelijke gezondheid en welzijn steeds makkelijker bespreekbaar. Maar dat is niet genoeg. Zoals iemand tijdens een van deze gesprekken zei: dit gesprek moet uit het achterafzaaltje gehaald worden en op het hoofdpodium plaatsvinden. Daarmee wordt zowel bedoeld dat iedereen aan het gesprek moet deelnemen, maar ook dat burn-out een leiderschapsprobleem is.
En het zijn niet alleen mensen die we in de steek laten. Als onze organisaties geen uitdagende, leuke en duurzame werkomgevingen leveren, doen we onherstelbare schade aan onze beweging en de doelen waar we voor strijden.
Dit artikel verscheen in oktober 2020 in het Engels op de website van Digital Freedom Fund. Met veel dank aan Martin van Veen voor het vertalen van de tekst.