Door wie laat de Europese Commissie zich leiden, als niet door experts?
- 10 februari 2023
- Foto: Chirayu Trivedi
Als de wetgever de aanbevelingen van experts naast zich neerlegt, naar wie luistert ze dan wel?
Vraag het de experts!
Neem bijvoorbeeld het voorstelEuropese Commissie ondermijnt de vertrouwelijkheid van communicatie van de Europese Commissie over de bestrijding van seksueel misbruik van kinderen. We kunnen haarfijn uitleggen waar de risico's van dat voorstel liggen. Waarom we denken dat de voorgestelde maatregelen nauwelijks effectiefDe afdeling van de zedenpolitie is nu al overbelast - en daar doet de wetgever nog een schep bovenop zijn, maar tegelijkertijd wel enorme negatieve neveneffecten kent. En waarom het ondermijnen van de vertrouwelijkheid van communicatie iedereen schaadt, inclusief de kinderen en jongeren die de wetgever nou juist wil beschermen.
Maar als dit niet de juiste maatregelen zijn, wat dan wel? Want seksueel misbruik van kinderen en jongeren is een ernstig probleem. Dat vraagt, nog meer dan anders, om bewezen effectieve en juridische duurzame maatregelen, het liefst zonder negatieve bijwerkingen. Maar wij zijn geen experts op het gebied van de bestrijding van seksueel misbruik. Gelukkig hoeft dat ook niet. Er zijn genoeg experts op dat gebied, ook in Nederland. En naar die experts moeten we luisteren om te weten wat er echt moet gebeuren.
Ervaring en kennis
De experts op het gebied van de bestrijding van seksueel misbruik van kinderen waar wij naar luisteren zijn niet de minste. Zo is er de Nationaal Rapporteur MensenhandelLees hier over het werk van de Nationaal Rapporteur en Seksueel Geweld tegen Kinderen (NRM). De organisatie adviseert, op verzoek van de regering, over het voorkomen en bestrijden van seksueel geweld tegen kinderen. Of neem het Centrum Seksueel GeweldLees hier over het werk van het Centrum Seksueel Geweld (CSG). Dat is een plek waar slachtoffers van aanranding of verkrachting de hulp kunnen krijgen die ze nodig hebben: forensische, medische en psychische hulp. Bij de organisatie werkt een team van artsen, verpleegkundigen, politie en andere hulpverleners samen om slachtoffers van aanranding en verkrachting specialistische zorg te geven. Allemaal mensen die experts zijn op het gebied van de bestrijding van seksueel misbruik van kinderen, met ontzettend veel ervaring, kennis en ideeën over hoe slachtoffers het beste geholpen kunnen worden.
Als de wetgever de aanbevelingen van experts naast zich neerlegt, naar wie luistert ze dan wel?
Prioriteit bij preventie
Als je naar de aanbevelingen kijkt die deze organisaties de laatste paar jaar gedaan hebben, dan vallen een paar dingen op. In de eerste plaats zijn de meeste interventies gericht op preventie. Logisch, want iedereen wil het liefst seksueel geweld voorkomen, in plaats van met de gevolgen ervan moeten omgaan. Maar het voorstel van de Europese Commissie is vooral gericht op het inperken van de verspreiding van materiaal van seksueel misbruik van kinderen. Begrijp ons niet verkeerd: die verspreiding is ook schadelijk, en moet je ook aanpakken. Maar de prioriteit moet toch vooral bij het voorkomen van het misbruik liggen. En zeker als er zoveel aanbod van materiaal is, als de Europese Commissie ons wil doen geloven: dat pleit volgens ons juist alleen maar voor nóg meer focus op preventie.
Er voor zorgen dat jonge slachtoffers van seksueel misbruik passende hulp krijgen, there's NO app for that
In de tweede plaats gaan de adviezen van de experts vrijwel nooit over de inzet van technologie. De experts zien technologie ook nooit als wondermiddel. Bijna altijd zijn de voorgestelde maatregelen een heel stuk complexer - want het werkelijke probleem is natuurlijk ook altijd een heel stuk complexer. Je lost een lappendeken aan hulpverlening niet op door ergens een digitale pleister op te plakken. Ervoor zorgen dat jonge slachtoffers wél de hulp krijgen die bij hun situatie past, en voorkomt dat hun trauma door slechte hulpverlening alleen maar nog groter wordt, there's NO app for that. En dat is anders dan de botte bijl die de wetgever voorstelt: meelezen met alle berichtjes van alle gebruikers van bepaalde diensten.
Wat ook opvalt: veel van de adviezen van de experts zijn gebaseerd op grondig onderzoekDe Europese Commissie doet een slecht voorstel met een dramatisch slechte onderbouwing. Neem het rapport van de NRM. Die stelt vast dat scholieren veelal uit de losse pols over seksuele ontwikkeling en seksueel geweld onderwezen worden. Dat er meer dan veertig lesmethoden bestaan. Dat er slechts zestien daarvan erkend zijn. Dat die elk met naam en toenaam worden genoemd en beschreven. En tenslotte dat slechts één van die zestien methoden bewezen effectief is. Zulk onderzoek kost tijd en geld. Dat is wat anders dan de slordige, oppervlakkige, eenzijdige en soms zelfs bewezen onjuiste onderbouwing die de Europese Commissie voor haar voorstel geeft.
Naar wie luistert de wetgever eigenlijk?
We begrijpen heel goed als de wetgever zegt: als niet dit, wat dan wel? Wij, als organisatie die opkomt voor digitale mensenrechten, kunnen daar maar beperkt iets over zeggen. Het zijn de deskundigen op het gebied van seksueel misbruik naar wie we moeten luisteren. Het zijn experts zoals de Nationaal Rapporteur Mensenhandel of Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving die echt grondig onderzoek doen naar deze problematiek. En het zijn experts zoals het Centrum Seksueel Geweld of Slachtofferhulp Nederland die met hun voeten in modder staan. Die dag in, dag uit, zich bezig houden met de hulp aan slachtoffers, jong en oud. Dat zijn mensen die met recht experts genoemd mogen worden, met ontzettend veel ervaring, kennis en ideeën over hoe slachtoffers het beste geholpen (en voorkomen!) kunnen worden.
Als de Europese Commissie hun aanbevelingen naast zich neerlegt, door wie laat zij zich dan wel leiden?
De vertaling van de bloemlezing van de adviezen van experts werd vertaald van het Nederlands naar het Engels door Celeste Vervoort. Dat is ontzettend fijn, want op die manier kunnen we ook beleidsmakers uit andere landen overtuigen van het enorme gat tussen het wetsvoorstel van de Commissie en de adviezen van experts.