Minister wil wat parlement niet wil: ondermijnen van vertrouwelijkheid van communicatie
- 28 juni 2023
- Photo: mokhalad musavi
De Tweede Kamer wil dat het kabinet de vertrouwelijkheid van communicatie beschermt. De minister negeert het parlement en zegt een aangenomen motie niet te willen uitvoeren. Tijd voor een tik op de vingers.
Dit verhaal in vijf punten
- De minister weigert een motieLees hier de brief van minister Yesilgöz-Zegerius, die de vertrouwelijkheid van communicatie moet beschermen, om inhoudelijke redenen uit te voeren, niet om haar onderhandelingspositie te behouden.
- Het ondermijnen van de vertrouwelijkheid van communicatie is schadelijk voor iedereen, inclusief de kinderen en jongeren die de wetgever nu juist probeert te beschermen.
- Nederland staat, anders dan de minister beweert, niet alleenDat blijkt uit een analyse van gelekte documenten van de regeringen van lidstaten. Er zijn andere lidstaten die net zo kritisch zijn.
- De bestrijding van seksueel misbruik van kinderen en jongeren is zo belangrijk dat in dit hoogst emotionele debat feitelijkheid en zorgvuldigheid essentieel zijn.
- De Tweede Kamer moet de minister op het matje roepen en een motie aannemen met de opdracht aan het kabinet om nergens mee in te stemmen zonder voorafgaande consultatie van de Tweede Kamer.
Achtergrond
De Tweede Kamer is heel duidelijk: het kabinet moet staan voor de vertrouwelijkheid van communicatie in Europa. Het parlement droeg het kabinet op encryptie te beschermen. En omdat het kabinet van die opdracht een semantische discussieHoe het kabinet een woordspelletje met Tweede Kamer speelt maakte, maakte het parlement duidelijk dat het kabinet ook tegen client side device scanning moet zijn. Vanochtend bevestigde de minister wat al langer in de wandelgangen rondging: ze legt de motie naast zich neer, en daarmee ook de wens van de volksvertegenwoordiging.
Seksueel misbruik van kinderen en jongeren is een schokkend probleem en vraagt daarom juist om effectieve en juridisch duurzame maatregelen, zonder schadelijke neveneffecten. Het is niet erg aannemelijk dat het voorstel van de Europese Commissie, waar de moties over gaan, effectief zijn. De kans is ook groot dat de Europese rechter deze wet later ongeldig verklaart. En het voorstel maakt ieders leven online onveiliger, doordat het de vertrouwelijkheid van communicatie op het spel zet.
Nederland heeft wél ruimte
De minister reageert met haar brief van vanochtend op de aangenomen motieMotie om ervoor te zorgen dat het Europese voorstel geen client-side scanning bevat van Van Ginneken die het kabinet opdraagt om tegen client side device scanning te zijn. Maar volgens de minister laat dat 'geen ruimte voor de reeds beperkte inzet van Nederland ten aanzien van het detectiebevel.' Dat is een onjuiste voorstelling van zaken. De juristen van elk van de drie wetgevende instantiesLees hier een samenvatting van de analyse van de juridische experts in Europa zijn keihard over het voorstel: een ongericht detectiebevel staat niet in verhouding tot het probleem dat men wil oplossen, waardoor deze wet vroeg of laat door Europese rechters ongeldig verklaard wordt. De manier om dat op te lossen: maak de wet proportioneel door de maatregel gericht te maken. Zo'n bevel zou wel acceptabel kunnen zijn als die beperkt is tot die gebruikers of groepen gebruikers waarop een concrete verdenking rust. Maar ongericht meekijken met alle berichtjes van iedereen op een bepaald platform, dat kan echt niet. De minister kan daarop inzetten en de motie van Van Ginneken laat daar alle ruimte voor.
Essentiële details, maar niet onderbouwd
De strijd tegen seksueel misbruik van kinderen en jongeren is ontzettend belangrijk. Zo belangrijk, dat we het ons niet kunnen veroorloven om maatregelen te baseren op slecht onderbouwde argumenten. Zo schrijft de minister bijvoorbeeld dat "een aanzienlijk deel van het nu al gemelde materiaal [...] nog steeds niet of niet tijdig [wordt] verwijderd". Als dat zo is, dan moeten we maatregelen verzinnen die dat probleem oplossen. De introductie van een bevel waarmee ongericht meegekeken kan worden met de communicatie van alle gebruikers van een platform is dat niet. Want blijkbaar weten we al lang waar het materiaal staat, maar doen we te weinig om dat weg te halen.
De minister zegt ook dat "wordt gesignaleerd dat verspreiding van dit materiaal in toenemende mate gebeurt via zogeheten ‘interpersoonlijke communicatiediensten’, zoals Whatsapp en Signal." Maar ze geeft daarvoor geen onderbouwing. En dat is een probleem, want het voorstel van de Commissie is ook al onderbouwd met wat je "alternatieve feiten" zou kunnen noemen. De TU Delft stelde vastEen slechte onderbouwing maakt matige wetgeving maakt gebrekkige bescherming dat drie van de zes "feiten" feitelijk onjuist zijn, de onderbouwing van twee claims niet helder is en alleen één feit bewezen correct was.
Essentiële details, slordig neergezet
De brief van de minister is, net als het voorstel van de Europese Commissie zelf, onzorgvuldig. Dat is belangrijk, omdat het om een uiterst belangrijk onderwerp gaat én omdat het juist in deze veelal emotionele discussie essentieel is om zo feitelijk mogelijk te zijn. Zo schrijft de minister dat "Een detectiebevel kan [...] volgens het kabinet worden gerechtvaardigd indien dat zich beperkt tot het scannen van bestaand materiaal [...]." Dat is onnauwkeurig omdat met de bestaande technologie op z'n best reeds bekend materiaal kan worden gedetecteerd. Bestaand materiaal dat nog niet bekend is, kan niet zonder grote foutmarges opgemerkt worden. Dat is iets dat de minister elders in de brief ook onderkend. De Europese Commissie is overigens net zo slordig. In het voorstel heeft zij het over de detectie van nieuw materiaal. Dat is ook onjuist, want de Commissie bedoelt hier onbekend materiaal. Er bestaat geen technologie die het onderscheid kan maken naar de ouderdom van het materiaal. Dat lijken kleine verschillen, maar deze nuances maken een wereld van verschil.
Essentiële details, niet benoemd
In haar brief aan de Tweede Kamer benoemt de minister ook nauwelijks de waarom van de motie van Van Ginneken. De Tweede Kamer heeft terecht moeite met de inzet van client side device scanning. Immers, met die technologie wordt meegekeken als gebruikers een berichtje schrijven in, bijvoorbeeld, WhatsApp. Het doel daarvan: de verspreiding van strafbaar materiaal detecteren. Dat heeft alleen zin als het mogelijk is om iets over de inhoud van het berichtje te delen met mensen of instanties die geen deel uitmaken van het gesprek. Daarmee wordt de vertrouwelijkheid van communicatie op het spel gezet, en dát is waarom de Tweede Kamer hier (terecht!) zo fel op is. Want die vertrouwelijkheid van communicatie is van belang voor iedereen, inclusief de kinderen en jongeren die de Europese Commissie en de minister zo graag wil beschermen.
En over vertrouwen gesproken...
Met het negeren van de motie negeert de minister de wens van de volksvertegenwoordiging in Nederland. Dat past niet in een democratische rechtsstaat. Maar het is zo mogelijk nog problematischer in een tijd waarin het vertrouwen van burgers in de overheid toch al enorm onder druk staat. Het parlement heeft, spijtig genoeg, niet gek veel middelen om de minister op haar vingers te tikken (los van het paardenmiddel van een heuse vertrouwenscrisis). Daarom moet de Tweede Kamer nu snel een motie aannemen die het kabinet opdraagt in de Europese onderhandelingen nergens mee in te stemmen, zonder vooraf de Tweede Kamer gevraagd te hebben.