Godwin 2024: Verzet in gedigitaliseerde tijden
- 10 mei 2024
De meesten zullen het wel kennen; de wet van Godwin. De internetwijsheid die stelt dat hoe langer een discussie duurt hoe groter de kans is dat er een vergelijking wordt gemaakt met de Tweede Wereldoorlog. Een bekende theorie die bijna wordt gezien als diskwalificerende drogreden. En dat is onterecht. Er is namelijk veel te leren van dit heftige verleden.
Al in 1850 was er in Nederland een bevolkingsadministratie. En vanaf 1936 had elke gemeente een bestand met kaarten met de persoonsgegevens van haar burgers. Dit al bestaande registratiesysteem vormde de basis voor het systeem waarmee Joden in Nederland met een hoge mate van efficiëntie konden worden vervolgd en vermoord. Dit laat ons zien hoe waardevol privacy en gegevensbescherming zijn voor onze vrijheid en veiligheid. En wat voor dreiging er uit kan gaan van registraties.
Dit besef was precies de reden voor de verzetsgroep onder leiding van Willem Arondéus om het Bevolkingsregister af te branden. De groep hield zich al langer bezig met het vervalsen van persoonsbewijzen en heeft daar enorm veel mensen mee gered. Maar het was ook riskant. Van alle persoonsbewijzen die mensen verplicht waren op straat bij zich te dragen lag een origineel kopie in het Bevolkingsregister. Er kon dus een vervalsing worden gemaakt zonder grote, zwarte 'J' die aangaf dat iemand joods was, maar de kopie in het Bevolkingsregister maakte verdere controle altijd mogelijk, waarbij dan ook zou uitkomen dat iemand een vervalst persoonsbewijs droeg.
Om dit te voorkomen moesten de kopieën die aanwezig waren in het Bevolkingsregister vernietigd worden. En op 27 maart 1943 was dat precies wat er gebeurde. Negen mensen uit het verzet doen zich voor als politie agenten. Ze sederen de bewakers, trekken de papieren uit de archiefkasten, overgieten het met Benzol en plaatsen explosieven. Er vallen geen gewonden bij de aanslag. De brandweer is van te voren op de hoogte gesteld. Uit sympathie voor de actie maken zij geen haast. Ook gebruiken ze extra veel water bij het blussen om aan de kaarten die de brand wel doorstaan waterschade toe te brengen. Ongeveer 15% van de registraties wordt bij de aanslag compleet vernietigd en het register is langere tijd onbruikbaar.
Naast de directe impact zorgt het nieuws over deze daad van verzet voor een grote opsteker van de moraal van de Nederlandse bevolking. En heeft het medewerkers van het register geïnspireerd om vanaf dat moment vaker de data te corrumperen.
Terug naar de les die hierin schuilt: Die gaat dus enerzijds over dat registraties een direct risico in zich bergen voor de vrijheid en veiligheid van mensen. En anderzijds over dat wij ons daar tegen kunnen verzetten, en dat systemen te saboteren zijn. Over tijd is de mate waarin er dingen over ons als burgers worden geregistreerd alleen maar toegenomen. Maar hoe zit dat met het verzet? Hoe zou het plegen van verzet hiertegen er vandaag de dag, in een gedigitaliseerde samenleving, uitzien?
Luister onze podcast special over verzet in een gedigitaliseerde samenleving
Daarover gaat onze mini-serie.
In aflevering 1 gaan we in op de vraag wat het moderne equivalent van het Bevolkingsregister zou zijn. We stellen onszelf daarbij twee vragen: Welke van de vele overheidsregistraties lijkt het meest op wat het Bevolkingsregister destijds was? En zijn we nog op dezelfde manier kwetsbaar door de gegevens die de overheid over ons verzamelt?
In aflevering 2 spreken we met Frank Plattel en focussen we ons op de vraag hoe verzet in een gedigitaliseerde samenleving eruit ziet.