Hoe staat het met dat wetsvoorstel dat de vertrouwelijkheid van communicatie op het spel zet?
- 13 juni 2024
Vorige week stond je in het stemhokje voor de verkiezingen voor het Europees Parlement. Ja, toch? En hoewel de directe link tussen die verkiezingen en jouw leven soms vast wat onduidelijk is, maakt je stem absoluut uit. Zo onderhandelen Europese beleidsmakers op dit moment over een wetsvoorstel waarmee platformen kunnen worden gedwongen mee te kijken met alle berichtjes van al hun gebruikers, de zogenoemde CSAM Regulation. Hoe staat het daar eigenlijk mee?
Wetgevingsproces: extreem ondoorzichtig
Op papier is het wetgevingsproces simpel, maar in de praktijk is dat uiterst ondoorzichtig. Er zijn drie instanties bij betrokken. De eerste is de Europese Commissie. Je kunt hen vergelijken met ons kabinet. En waar wij ministers hebben, heeft Europa commissarissen. Dan heb je het Europees Parlement, de spreekbuis van de bevolking van de Europese Unie. De derde is de Raad, waarin de regeringen van de lidstaten zijn vertegenwoordigd. De Europese Commissie is de enige die een wetsvoorstel kan doen. Voordat deze drie instanties met elkaar om tafel kunnen, bepalen het parlement en de Raad eerst hun eigen positie.
De positie van het parlement wordt bepaald door een aantal werkgroepen, waarvan één de leiding heeft. Die werkgroepen hebben elk een specialisatie, zoals economische handel of mensenrechten. Gesprekken binnen zo’n werkgroep gebeurt achter gesloten deuren. Wij kunnen soms meekijken, omdat de leden in zo’n groep soms documenten lekken of actief externen benaderen om mee te denken - maar het proces zelf is niet transparant.
Ook de Raad onderhandelt veelal achter gesloten deuren, meestal op het niveau van ambtenaren. Die proberen overeenstemming te bereiken over een compromis waar de lidstaten achter staan. Wat er precies wordt besproken, weten we alleen doordat soms gespreksverslagen, agenda’s en voorstellen lekken. Als die ambtenaren erover uit zijn, gaan de ministers uit de lidstaten met elkaar in gesprek, voor de laatste details.
Het hele proces gaat pas verder als zowel het parlement als de Raad hun positie bepaald hebben. Er liggen dan dus drie versies op tafel: het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie, de versie van het parlement en de versie dat de ideeën van de Raad reflecteert. De drie gaan daarna, natuurlijk ook weer achter gesloten deuren, met elkaar onderhandelen om wéér tot een compromis te komen. Helaas lekt hier in de regel nog minder over uit.
Dit hele proces is overigens ook nog eens gelardeerd met allerlei stemmingen. Soms zijn die stemmingen van groot inhoudelijk belang, maar vaak zijn het niet meer dan formaliteiten. Het echte werk is al gedaan in de onderhandelingen die aan de desbetreffende stemming vooraf ging.
Stand van zaken CSAM verordening
Dit verhaal gaat over het voorstel van de Europese Commissie om kinderen en jongeren te beschermen tegen seksueel misbruik van kinderen op het internet, de zogenoemde Child Sexual Abuse Material (CSAM) Regulation. Iedereen vindt dat belangrijk, maar de vraag is wel hoe dit moet. De wetgever wil platformen kunnen dwingen om mee te kijken met alle berichtjes van alle gebruikers. Maar dat is ongerichte surveillance én het ondermijnt de vertrouwelijkheid van communicatie. Daarmee schaadt het voorstel iedereen; ook de kinderen en jongeren die ze wil beschermen.
Het Europees Parlement heeft haar positie eind vorig jaar bepaald. En dat is verrassend scherp. Ze is tegen ongerichte surveillance, wil de vertrouwelijkheid van communicatie beschermen en wil dat de autoriteiten vooral inzetten op verwijdering van strafbaar materiaal in plaats van het domweg blokkeren. Het parlement staat met haar positie lijnrecht tegenover de Europese Commissie.
Meekijken met wat de gebruiker wil delen ondermijnt hoe dan ook de vertrouwelijkheid van communicatie.
De Raad, dus de vertegenwoordiging van de regering van de lidstaten, is er nog niet over uit. Sterker nog, die staan een soort van schaakmat. Sommige lidstaten zijn helemaal in nopjes met het voorstel van de Commissie, anderen zien grote fundamentele problemen. Er worden in de Raad steeds weer voorstellen gedaan om tot een compromis te komen, maar omdat die voorstellen de fundamentele problemen niet adresseren, leiden die tot nu toe tot niets. “It's like rearranging the deck chairs on the Titanic.” En zolang de Raad er niet uitkomt, gebeurt er met het voorstel niets.
Meer in detail
Het meest recente voorstel in de Raad is dat van de Belgische voorzitter. In dat voorstel wordt bijvoorbeeld verder uitgewerkt hoe de risicoanalyse voor een platform eruit moet zien. Wat zijn de kenmerken van een platform met een verhoogd risico dat het wordt misbruikt voor seksueel misbruik van kinderen en jongeren? Daar is van alles op af te dingen, maar belangrijker is dat de fundamentele problemen opnieuw niet worden geadresseerd. Of nou ja, het monster krijgt een andere naam.
In plaats van client-side device scanning praten de Belgen nu over upload moderation. Maar in essentie verandert er niet veel: nog steeds wil de overheid dat platformen meekijken voordat jij op send klikt en nog steeds ondermijnt dat de vertrouwelijkheid van communicatie. Ook denken de Belgen dat het probleem opgelost is als jij als gebruiker toestemming geeft voor een (platform dat op last van de) overheid die over je schouders meekijkt. Maar die toestemming is niets waard als je geen vrije keuze hebt. De Belgen stellen namelijk voor: be scanned or be banned. Als je geen toestemming geeft, kun je geen foto’s, video’s of links meer delen of ontvangen. Die keuze is dus helemaal geen keuze. En, voor ieder weldenkend mens ook logisch: iemand die echt kwaad in zin heeft, stapt natuurlijk gewoon over naar een ander platform.
Om de impasse te doorbreken, willen de Belgen het proces van het inhoudelijke naar het politieke niveau tillen.
Kortom, hoewel de voorgestelde verbeteringen er misschien indrukwekkend uitzien, verandert er niet zo heel veel. De juristen van de Raad bevestigen dat ook: ongerichte surveillance is ongerichte surveillance, hoe je het ook verpakt of verwoord.
What’s next?
Wat er nu gaat gebeuren is onduidelijk. Dat is niets bijzonders, dat is het Europese wetgevingsproces. Welcome to my world.
Tot nu toe is er sprake van een schaakmat in de Raad. Om dat te doorbreken, willen de Belgen het proces van het inhoudelijke naar het politieke niveau tillen. Hoewel veel lidstaten de plannen van de Europese Commissie wel zien zitten, is er ook een blocking minority, met onder andere Polen, Nederland, Oostenrijk en Frankrijk. De vraag is nu dus: schuiven door het Belgische voorstel een of meer landen uit die blocking minority? Onze inschatting nu is dat dit niet zal gebeuren, juist omdat die meer fundamentele problemen niet worden opgelost.
Niemand kan goed voorspellen wat er gaat gebeuren omdat deze onderhandelingen grotendeels achter gesloten deuren plaatsvinden.
Als de Belgen het lukt om hun compromisvoorstel in stemming te krijgen, dan volgt er een geheime stemming van ambtenaren die het voorbereidende werk doen. Als daar overeenstemming wordt bereikt, stemmen de ministers publiekelijk, maar het voorstel is dan niet meer dan een hamerstuk en de stemming niet meer dan een formaliteit.
Als de Raad inderdaad niet tot een compromis komt, zijn alle ogen gericht op de volgende voorzitter van de Raad. Dat voorzitterschap rouleert elk half jaar naar een andere lidstaat. Het komende half jaar is dat Hongarije. Vermoedelijk staat dit voorstel laag op hun prioriteitenlijstje. (Maar eerlijk is eerlijk, dat dachten we ook van de Belgen, die met de scepter in handen met vereende krachten het vlot van vastgelopen onderhandelingen probeerde te trekken.) Na de Hongaren zijn het de Polen die leiding nemen. En dat is misschien niet slecht, want Polen is een van de landen in de blocking minority.
Wat er gaat gebeuren? Dat kan niemand echt goed voorspellen, zeker ook omdat deze onderhandelingen grotendeels achter gesloten deuren plaatsvinden en wij het vooral moeten hebben van gelekte agenda’s, voorstellen en verslagen.
En op de lange termijn?
De lange termijn is nóg meer koffiedik kijken. Het is moeilijk inschatten wat er in de Raad gebeurt.
Als (als!) de Raad wel ooit tot een compromis komt, dan liggen er drie zeer uiteenlopende voorstellen op tafel: een extreem voorstel van de Europese Commissie, het scherpe tegenvoorstel van het parlement en nog een derde variant van de Raad. Die drie instanties gaan dan met elkaar onderhandelen, in een poging om ook weer tot een compromis te komen. En ook die onderhandelingen zijn achter gesloten deuren. De ervaring leert dat bij die onderhandelingen nog minder lekt. En dat maakt dat we vrijwel geen idee hebben van de koehandel die plaats heeft. Wie ruilt wat tegen wat uit?
De wetgever wil platformen kunnen dwingen om mee te kijken met alle berichtjes van alle gebruikers.
Bovendien leiden de Europese verkiezingen van afgelopen week tot een nieuw parlement, over een paar maanden. Het formele standpunt van het parlement zal dan wel niet veranderen, maar hoe het nieuwe parlement de onderhandelingen instapt, is ongewis. En een nieuw parlement betekent ook een nieuwe Europese Commissie. Laat ze dit voorstel doodbloeden? Of gaat ze de lidstaten heel erg onder druk zetten om alsnog tot een compromis te komen? Wie het weet mag het zeggen.
Wat is de rol van Nederland?
Nederland is standvastig. Dat moeten we de ambtenaren absoluut nageven. Nederland speelt consistent een cruciale, maar tegelijkertijd ook matige rol. Het is fijn dat Nederland deel uitmaakt van die blocking minority. Uit gelekte documenten blijkt dat de Nederlandse ambtenaren het Belgische voorstel verwerpt, omdat het niet tegemoet komt aan hun kritiek. Nederland vindt het initiële voorstel alleen goed, als het beperkt wordt tot het scannen op bekende afbeeldingen van seksueel misbruik. Het zoeken naar onbekende afbeeldingen en grooming (“digitaal kinderlokken”) is voor de Nederlandse ambtenaren een brug te ver. Complimenten voor de ambtenaren om zo standvastig te zijn en daarmee voorkomen dat de Raad verder dendert.
Tegelijkertijd zet het standpunt van Nederland de vertrouwelijkheid van communicatie onverminderd op het spel. De ambtenaren zeggen doodleuk dat upload monitoring of client-side device scanning niets afdoet aan de end-to-end encryptie. En in technische zin is dat misschien ook zo, maar meekijken met wat de gebruiker wil delen ondermijnt hoe dan ook de vertrouwelijkheid van communicatie. De lidstaten zijn zich daar overigens erg van bewust: de Belgen stellen voor dat de communicatie van overheden of voor nationale veiligheid een uitzonderingspositie krijgt. En meekijken met alle gebruikers op een platform blijft ongerichte surveillance. Dat is overigens ook iets dat de juridische afdeling van de Raad voor waarschuwt.