Nieuw rapport: internetvrijheid in Nederland ‘robuust’
Wereldwijd is internetvrijheid voor het veertiende achtereenvolgende jaar afgenomen. In 27 landen zijn de omstandigheden verslechterd en in 18 andere landen verbeterd, volgens Freedom on the Net 2024: The Struggle for Trust Online. In het rapport, dat op 16 oktober 2024 werd uitgebracht door Freedom House, wordt de situatie in Nederland aangemerkt als 'vrij'. Het was de eerste keer dat Nederland werd meegenomen in de index, met Bits of Freedom als auteur van het rapport.
- 22 oktober 2024
Belangrijkste ontwikkelingen in Nederland (1 juni 2023 - 31 mei 2024)
Tijdens de onderzochte periode was internetvrijheid in Nederland 'robuust'. Dit kwam door goede toegang tot het internet, beperkte websiteblokkades en proportionele wetten die online content reguleren. Echter was er ook bezorgdheid over de wettelijke intimidatie van journalisten online en toegenomen surveillance door de staat, onder andere van activisten.
Belangrijkste ontwikkelingen in Nederland:
- Tijdens de verslagperiode is de regering begonnen met de implementatie van de Digital Services Act (DSA). Onder andere legt de wet platformen verplichtingen op met betrekking tot transparantie, contentmoderatie en aanbevelingsalgoritmen. In februari 2024 werd de Autoriteit Consument en Markt (ACM) aangesteld als digitale dienstencoördinator.
- In oktober 2023 nam de tweede kamer een tweede motie aan waarin de regering werd opgeroepen EU-wetgeving te verwerpen die versleuteling zou verzwakken, zoals device-side scanning en achterdeurtjes in versleutelde diensten.
- In maart 2024 nam de tweede kamer de Tijdelijke wet cyberoperaties aan, die inlichtingendiensten extra bevoegdheden geeft. Critici betoogden dat deze bevoegdheden buitensporig zijn.
Belangrijkste wereldwijde bevindingen uit het rapport
Uit het rapport bleek dat regeringen in ten minste 25 van de 72 onderzochte landen internettoegang afsloten, de toegang tot sociale media platformen beperkten of websites met politieke, sociale en religieuze uitingen blokkeerden tijdens verkiezingsperiodes; vaak met de bedoeling om uitslagen te beïnvloeden.
Buiten verkiezingsperiodes werden internetgebruikers in ten minste 56 landen gearresteerd vanwege hun politieke, sociale of religieuze uitingen. Mensen werden fysiek aangevallen of gedood als vergelding voor hun online activiteiten in een recordaantal van tenminste 43 landen. Door het afsluiten van het internet tijdens gewapende conflicten kwamen burgers in een informatievacuüm terecht, konden journalisten geen verslag uitbrengen over het geweld en werd de levering van levensreddende hulp belemmerd.
Belangrijkste wereldwijde bevindingen:
- De wereldwijde internetvrijheid is voor het 14e jaar op rij afgenomen. In 27 van de 72 landen die werden onderzocht nam de bescherming van mensenrechten online af, terwijl er in 18 landen sprake was van verbetering. Kirgizië kende de grootste daling (-4) op de 100-puntenschaal, gevolgd door Azerbeidzjan (-3), Wit-Rusland (-3), Irak (-3) en Zimbabwe (-3). Daarentegen verbeterde de internetvrijheid het meest in Zambia (+3), waar ruimte ontstond voor online activisme.
- Myanmar en China staan op de wereldranglijst van landen met de slechtste internetvrijheid. Myanmar daalde (-1) en haalde samen met China de slechtste totaalscore in het rapport (9). Dit is de eerste keer in tien jaar dat een land zo laag scoort als China. Sinds het leger van Myanmar in 2021 de macht greep, heeft het gewelddadig gereageerd op 'afwijkende' meningen. Het leger maakt gebruikt van een uitgebreid censuur- en surveillancesysteem om kritiek de kop in te drukken en heeft duizenden mensen gevangen gezet vanwege hun online uitingen.
- Het vermogen van kiezers om geïnformeerde beslissingen te nemen en volledig deel te nemen aan het verkiezingsproces werd ondermijnd door censuur en manipulatie van content. In tenminste 25 van de 41 onderzochte landen waar landelijke verkiezingen werden gehouden of voorbereid, blokkeerden regeringen websites met politieke, sociale en religieuze uitingen; beperkten ze de toegang tot sociale mediaplatforms; of sloten ze de internetverbinding helemaal af. In minstens 21 van de 41 landen manipuleerden regeringsgezinde commentatoren online informatie, waarbij ze vaak onwaarheden verkondigden over het democratische proces zelf. Ondertussen werd er een rem gezet op onafhankelijke fact checkers en onderzoekers.
- Generatieve AI werd ingezet tijdens grote verkiezingen. Generatieve AI-tools werden door partijen en kandidaten gebruikt om aansprekende memes te maken, de spot te drijven met politieke tegenstanders, een diverser publiek te bereiken en zelfs om staatscensuur te omzeilen. In de meer verontrustende gevallen werd generatieve AI gebruikt om valse en misleidende informatie te creëren, als aanvulling op 'oudere' methoden van contentmanipulatie. De moeilijkheid om generatieve AI-campagnes te identificeren en analyseren betekent ook dat onderzoek naar de impact van de technologie achterblijft.
- Veel regeringen hebben tijdens hun verkiezingsperiode maatregelen genomen om onbetrouwbare informatie aan te pakken, met wisselende impact op internetvrijheid. De interventies omvatten het handhaven van regels met betrekking tot online content, het ondersteunen van initiatieven op het gebied van fact-checking en digitale geletterdheid, en het aannemen van nieuwe richtlijnen om het gebruik van generatieve AI in campagnes te beperken. Hoewel sommige maatregelen de vrijheid van meningsuiting en de toegang tot diverse informatie niet voldoende beschermden, kwamen de meest veelbelovende modellen uit Zuid-Afrika, Taiwan en de EU.
Over het rapport
Het rapport identificeert stappen die beleidsmakers, regelgevers en techbedrijven kunnen nemen om internetvrijheid te bevorderen. Klik hier om het volledige rapportNaar het volledige rapport te lezen.
Freedom on the Net is een jaarlijks onderzoek naar mensenrechten in de digitale wereld. Het project neemt 72 landen in de analyse mee, die samen 87 procent van de internetgebruikers ter wereld vertegenwoordigen. Dit rapport, de veertiende in de reeks, kijkt naar ontwikkelingen tussen juni 2023 en mei 2024. Meer dan 95 analisten en adviseurs hebben bijgedragen aan het rapport, waarbij een standaardmethodologie werd gebruikt om de internetvrijheidsscore van elk land te bepalen op een schaal van 100 punten, met 21 afzonderlijke indicatoren die betrekking hebben op belemmeringen voor toegang, beperkingen van content, en schendingen van gebruikersrechten. Het Nederlandse rapport is hier te vinden.