Oostenrijks hoogste rechter: bewaarplicht ongrondwettig
Ook de hoogste rechter in Oostenrijk heeft de bewaarplicht ongrondwettig verklaard. Een verrassing is dat niet: de zaak in Oostenrijk was een van de twee zaken die het Hof van Justitie van de Europese Unie twee maanden geleden deed oordelen dat de Europese regels ongeldig zijn. Zweden handhaaft de wet niet meer, in Oostenrijk is de wet afgeschoten, in Duitsland hebben ze al niet eens een bewaarplicht. En wat doet Nederland?
Technologische ontwikkelingen zorgen ervoor dat de opsporings- en geheime diensten nieuwe uitdagingen hebben. Maar, zo zeggen de rechters, die ontwikkelingen zorgen er tegelijkertijd voor dat de grondrechten van burgers zeer onder druk komen te staan. Belangrijk, want vertrouwelijke communicatie is essentieel voor de vrijheid van die burgers, vinden de rechters. Er kan geen bewaarplicht zijn als niet ook de grondrechten van de burgers worden gerespecteerd.
De Oostenrijkse bewaarplicht lijkt in veel aspecten op die van Nederland, maar is strenger gereguleerd. Net als in Nederland geldt in Oostenrijk de bewaarplicht voor álle burgers, of ze nou ergens van verdacht worden of niet. Hoogst problematisch, oordelen de rechters, zeker nu die wet betekent dat enorm veel persoonlijke en zeer gevoelige gegevens opgeslagen worden. De kleinste aanbieders hoefden overigens geen verkeers- en locatiegegevens van hun klanten op te slaan. En de bewaartermijn was in Oostenrijk korter dan in Nederland: zes maanden voor zowel telefonie- en internetgegevens.
In Nederland doet het ministerie van Veiligheid en Justitie wat het altijd doet in dit soort situaties: de kat uit de boom kijken en zo lang mogelijk wachten met het besluit dat zulke inbreukmakende wetgeving écht niet kan. Het wordt tijd dat staatssecretaris Teeven doet wat andere landen om ons heen ook doen: direct stoppen met de handhaving en de bewaarplicht terugdraaien.