Citizenfour's lef is hoopgevend
- 19 mei 2015
Eind mei wordt Laura Poitras’ film Citizenfour in tientallen bioscopen in Nederland vertoond. De film laat zien hoe klokkenluiders grote persoonlijke offers brengen om misstanden aan de kaak te stellen. De onthullingen van Edward Snowden zijn actueler dan ooit nu we moeten bepalen hoeveel vrijheid we onze geheime diensten willen geven.
Voor de Filmkrant schreven we een artikel over de actualiteit van de film en de onthullingen van Edward Snowden.
Citizenfour: “Burning bridges is a great way forward”
Verhuizen voor je werk
My Country, My Country (2006) is het eerste deel van een drieluik dat de Amerikaanse documentairemaakster en journalist Laura Poitras maakte over de effecten van 9/11 op de wereld. De film beschrijft de emotionele impact van de Amerikaanse invasie van Irak op zowel de lokale bevolking als de bezetters. Tijdens het maken van het tweede deel werd Poitras bij elke vlucht naar de Verenigde Staten steevast opgewacht door mensen van het Department of Homeland Security. Die ondervroegen haar over haar reizen en haar werk, doorzochten haar apparatuur of namen die wekenlang in beslag. Om haar materiaal te beschermen, verhuisde ze voor het maken van de derde film naar Berlijn.
“The surveillance you’ve experienced means you’ve been ‘selected’”, schrijft iemand haar begin 2013. De e-mails zijn ondertekend met het pseudoniem “Citizenfour”. Op dat moment heeft nog niemand gehoord van degene die later dat jaar een van de grootste schandalen van de afgelopen decennia zal onthullen. Met de film over klokkenluider Edward Snowden laat Poitras zien hoe de War on Terror, met een uitdijend systeem van grootschalige en geheime surveillance door onze overheden, steeds vaker gericht is op álle digitale communicatie ter wereld. “You are in the hands of a system whose reach is unlimited, but whose safeguards are not”, aldus Snowden in de film.
“Zodra je je bewust wordt van het systeem, of als je denkt een doelwit te zijn, bekruipt je het gevoel dat je niet meer kunt slapen,” zei Poitras in een TimesTalks-interview over het beklemmende effect van een overheid die voortdurend over je schouder meekijkt. Het is een bekend gegeven: als je het gevoel hebt bespied te worden, voel je je bij het alledaagse ongemakkelijk en ga je je anders gedragen.
Er is zoveel dat hen kan verraden
Dat beklemmende gevoel is ook goed merkbaar in de hotelkamer in Hong Kong waar Edward Snowden, Poitras en Guardian-journalisten Glenn Greenwald en Ewen MacAskill voor het eerst bij elkaar komen en waar het grootste deel van de film zich afspeelt. Er heerst een nerveuze sfeer, want er is zoveel dat hen kan verraden. Is de microfoon van de digitale telefoon misschien op afstand aangezet? Wie zijn de mensen in de lobby? Waarom gaat het brandalarm net nu af? Hoe wordt de rit van Snowden naar het kantoor van de Verenigde Naties geregeld? Ronduit ongemakkelijk is de sfeer als Greenwald stuntelt met de beveiliging van zijn computer. De journalisten moeten in hoog tempo de beveiliging van hun computers verbeteren, en dat gaat niet vlekkeloos. Elk moment kan een arrestatieteam de kamer binnenvallen.
Imposant in beeld gebracht is Snowdens modus operandi: bedachtzaam en moedig. De beslissing om geheime documenten openbaar te maken, kwam na jaren als systeembeheerder en analist voor de NSA te hebben gewerkt en niet voordat hij de geheime dienst eerst van binnenuit had geprobeerd te veranderen. Pas toen dat niet lukte, besloot Snowden naar buiten te treden. Over zijn motivatie zegt hij: “Ik wil niet in een wereld leven waarin alles wat ik zeg, alles wat ik doe, de naam van elke gesprekspartner, elke uitdrukking van creativiteit, liefde of vriendschap wordt opgetekend. Iedereen die zo’n wereld niet verlangt, heeft de plicht iets te ondernemen.” Snowden gaf daarvoor alles op: “Burning bridges is a great way forward.”
Die behoedzaamheid en bedachtzaamheid zijn goed te zien in de manier waarop hij het klokkenluiden heeft aangepakt. Zijn familie vertelde hij niets over zijn plannen want onwetendheid is de beste bescherming tegen de druk van de overheid. Al snel na de eerste publicaties maakte Snowden zelf zijn identiteit bekend om ervoor te zorgen dat het debat ging over de geheime diensten, in plaats van over hem. Ook realiseerde Snowden zich dat sommige informatie terecht als staatsgeheim geclassificeerd is, wat het openbaren ervan een moeilijke beslissing maakt. Hij vond dat journalisten beter dan hij de afweging tussen het belang van de geheime diensten en het maatschappelijk belang konden maken. Daarom gaf hij de documenten en uitleg aan journalisten en liet hij hen beslissen welke informatie ze precies openbaar maakten.
Het contrast kan dan ook niet groter zijn nadat zijn identiteit eenmaal bekend is en er weinig meer te plannen valt. De atmosfeer in de hotelkamer is bijna sereen: “Niet weten wat er morgen of zelfs het komende uur gaat gebeuren is beangstigend, maar tegelijkertijd bevrijdend.”
Transparantie als tegengif
Citizenfour gaat ook over ons, als kijkers. Snowden heeft immers duidelijk gemaakt dat de Amerikaanse en Engelse geheime diensten praktisch alle communicatie, zoals emails en telefoongesprekken, proberen te onderscheppen. Of zoals de NSA het zelf in een presentatie typeert: “Collect it all”, “Process it all” en uiteindelijk “Know it all.” Dat gebeurt niet alleen door dikke internetkabels af te tappen, maar ook door in te breken op de systemen van telecomaanbieders of bedrijven zoals Google. Niets of niemand wordt ontzien. Omdat soms communicatie versleuteld wordt om te voorkomen dat anderen mee kunnen lezen, probeert de NSA encryptiestandaarden te verlagen. De ongerichtheid van dat alles zorgt ervoor dat dit surveillancesysteem impact heeft op iedereen: potentieel ieders communicatie wordt afgetapt en de beveiliging van het hele internet wordt afgezwakt.
De consequenties van Snowdens besluit om vele duizenden documenten aan journalisten door te spelen, zijn immens. Niet alleen loopt hij de kans op een lange gevangenisstraf (of erger), ook verbrak hij zijn band met familie en vrienden en moet hij na een lange vlucht voorlopig een teruggetrokken leven in Moskou leiden. “De enige angst die ik heb is dat ik mijn leven opgeef om dit zichtbaar en transparant te maken en dat het niemand iets kan schelen,” zei Snowden in een interview met David Carr voor de New York Times. Het gaat hem om het maatschappelijk debat. Of geheime diensten over zulke systemen moeten kunnen beschikken “moet worden bepaald door het publiek, niet door iemand die wordt ingehuurd door de overheid.”
Hoeveel vrijheid mag onze vrijheid kosten?
Citizenfour toont ook de schok die door de wereld ging bij de eerste onthullingen. En nog steeds zijn er nieuwe onthullingen, al doen ze lang niet meer zoveel stof opwaaien. Toch kun je zeggen dat het maatschappelijk debat gekanteld is. Sinds de eerste onthullingen in juni 2013 is er doorlopend aandacht voor overheidssurveillance, steken steeds meer mensen energie in het beschermen van hun eigen communicatie, zien bedrijven een markt in privacyvriendelijke producten en is uitleggen hoe ver de tentakels van geheime diensten reiken niet meer nodig. Al moeten de belangrijkste vragen nog steeds beantwoord worden. Hoeveel vrijheid gaan we de geheime diensten geven? Hoe vrij ben je nog als je voortdurend door de overheid bespied wordt? Hoeveel vrijheid mag onze vrijheid kosten? Dat debat is actueler dan ooit, nu we op het punt staan de bevoegdheden van onze geheime diensten te verlengen en uit te breiden.
Debat over geheime diensten moet nu gevoerd worden
De aanslagen van 9/11 waren een katalysator voor veel wetgeving die een enorme inbreuk op de vrijheid van burgers maakt. De Patriot Act werd slechts 45 dagen na het instorten van de Twin Towers en zonder noemenswaardig debat aangenomen. Die wet machtigt de Amerikaanse geheime diensten om in een terrorismeonderzoek “any tangible thing” te vorderen zonder dat er een directe relatie met een verdachte hoeft te bestaan. Verder mogen de geheime diensten telefoon- en internetverbindingen afluisteren zonder dat bekend is van wie de aansluiting is. Veel van die bevelen worden voorzien van een “gag order” waardoor geen van de betrokkenen (zoals de rechter die toestemming geeft of degene aan wie het bevel is gericht) er in het openbaar iets over zeggen.
Onderdelen van die wet moeten elke paar jaar worden verlengd. In 2011 gebeurde dat vrijwel ongemerkt. Sinds de onthullingen van Snowden kan dat niet meer want daardoor is duidelijk geworden hoe onbegrensd de Amerikaanse overheid deze wetgeving uitlegt. Het debat over de Patriot Act begint daarom langzaam maar zeker op gang te komen. Dat is dringend nodig, want de volgende verlenging staat gepland voor juni. Laat het Amerikaanse congres onderdelen van de wet vervallen of gaat zij een paar pleisters plakken om de ergste uitwassen in te dammen?
Ook in Nederland is het debat over ongerichte surveillance door de overheid actueel. De bevoegdheden van de Nederlandse geheime diensten strekken nu al ver. De AIVD en de MIVD mogen op afstand inbreken op computers en de telefoon- en internetverbindingen van verdachte individuen of organisaties aftappen. Maar onze geheime diensten willen meer: ze willen net als hun Amerikaanse en Engelse collega’s ook communicatie op grote schaal kunnen aftappen. Ook van mensen die helemaal nergens van worden verdacht. De diensten beweren hun werk niet goed te kunnen doen zonder die bevoegdheid. De geheime diensten over de hele wereld wisselen onderling gegevens uit: wie niets uit te wisselen heeft krijgt ook niets terug.
Die wens is door de Nederlandse regering voor het eerst uitgesproken in 2011. Maar het wetsvoorstel dat die bevoegdheid moest introduceren is sinds de onthullingen van Snowden steeds vooruitgeschoven. Waarschijnlijk wordt half mei een conceptwetsvoorstel gepubliceerd, waarna iedereen commentaar mag leveren. Dat zal er zeker zijn. Door de gelekte informatie over de Amerikaanse en Engelse geheime diensten worden steeds vaker kritische vragen gesteld over het functioneren van onze eigen diensten. Wat zijn de grenzen van de geheime diensten? Willen we dat ze bevoegdheden geven die die van hun Amerikaanse collega’s overtreft?
Lef is hoopgevend
Bijna de hele film straalt Snowden beheersing uit. Zichtbaar emotioneel wordt hij pas wanneer duidelijk wordt dat de NSA zijn vriendin ondervraagt over zijn vlucht. Snowdens persoonlijke offer is groot, hij weet op dat moment niet of hij zijn familie ooit nog zal zien. Poitras geeft dat een positieve draai: “Het is hoopvol voor mij dat er mensen zijn die het lef hebben om zich uit te spreken over de misstanden die zij in deze wereld zien.” Dat geldt niet alleen voor de klokkenluiders, maar evengoed voor filmmakers en journalisten.